Metacognitieve therapie

Een cognitieve gedragstherapie die niet zozeer ingaat op de inhoud van gedachten als wel op de manier waarop je met gedachten omgaat.

Belang

 
Metacognitieve therapie is een vorm van cognitieve gedragstherapie die niet zozeer ingaat op de inhoud van gedachten als wel op de manier waarop je met gedachten omgaat. De behandeling is ontwikkeld voor depressie, angst en dwang en gericht op het tegengaan van piekeren en andere niet-helpende denkstrategieën.
 

Autismepaspoort

 
Naam behandeling Metacognitieve therapie
Auteur Adrian Wells
Beroep Klinisch psycholoog
Instelling Metacognitive Therapy Institute
Nationaliteit Engeland
 

Kenmerken

1
In cognitieve therapie onderzoek je specifieke gedachten over jezelf. Je gaat na of de gedachten die je hebt wel kloppen. Je zet op een rijtje wat het bewijs voor of tegen de gedachte is. Zo probeert je behandelaar de inhoud van je gedachten te veranderen. Als je bijvoorbeeld denkt dat je een slechte moeder bent, ondanks bewijs van het tegendeel, ga je het bewijs voor en tegen deze gedachte na en formuleer je vervolgens een nieuwe gedachte: 'hoewel ik gisteren inderdaad te laat was voor mijn dochter en lelijk deed tegen mijn zoon, was dit de eerste keer dat dit me overkwam en was ik daardoor wat van streek; verder ben ik er steeds voor hen.'
2
In metacognitieve therapie onderzoek je vooral de manier waarop je reageert op negatieve gedachten. Aanhoudende negatieve gedachten over jezelf zijn de uitkomst van een bepaald soort denkproces. Metacognitieve therapie richt zich niet zo zeer op het veranderen van de negatieve gedachten zelf, maar op het veranderen van de processen die negatieve gedachten actief houden. Als je bijvoorbeeld steeds nadenkt over de fouten die je als moeder hebt gemaakt onderzoek je de voor- en nadelen van deze strategie. "Het lijkt erop dat je ervan overtuigd bent dat je over je fouten moet nadenken om een betere moeder te worden. Wat zou er gebeuren als als je zou besluiten om er niets mee te doen?"
3
In gedragstherapie wordt je herhaaldelijk blootgesteld aan situaties die je vermijdt (blootstelling), waarbij je niet mag reageren zoals je dat normaal doet (responsepreventie), en in de situatie moet blijven totdat de angst gedaald is (habituatie). In metacognitieve therapie leer je op een vergelijkbare manier om indringende gedachten op te merken en jezelf ervan te weerhouden om er actief op te reageren (responsepreventie) en in plaats daarvan de gedachten gewoon passief te laten bestaan (acceptatie).
4
In nieuwere vormen van gedragstherapie (ACT, DGT) leer je om je aandacht te richten op het huidige moment, specifiek op je lichaam of ademhaling, om zo het huidige moment direct te ervaren zonder er actief over na te denken. Of je behandelaar leert je om in te zien dat je huidige manier van reageren op je gedachten niet effectief is, en maakt gebruik van metaforen om je te stimuleren om je gedachten te accepteren als gedachten en niet meer dan dat. Deze behandelingen zijn vergelijkbaar met metacognitieve therapie, hoewel MCT zich alleen richt op gedachten, en niet op andere interne ervaringen, zoals emoties of lichamelijke sensaties.
5
Het doel van metacognitieve therapie is om te kiezen om niet op gedachten in te gaan. Dit wordt bevorderd door (1) het identificeren van de eerste gedachte die je aangezet heeft tot piekeren, (2) het onderzoeken van hoe je op die gedachte gereageerd hebt en wat het effect van die reactie is op je stemming, (3) het verkennen, testen en evalueren van een alternatieve manier van omgaan met die gedachte.
6
Hoewel medicatie je niet beter kan maken kan het wel goed zijn om tijdens metacognitieve therapie gebruik te maken van medicijnen. Dit is vooral zo wanneer je je klachten zo ernstig zijn dat ze eerst verminderd moeten worden om de therapie te kunnen laten slagen. Medicijnen kunnen dan zorgen dat je je minder angstig of depressief voelt, waardoor je meer ruimte in je hoofd hebt om de therapie te volgen en te veranderen.

Ontwikkeling

  • 1961Wolpe

    In het artikel The Systematic Desensitization Treatment of Neuroses introduceert de Zuid-Afrikaanse psychiater Jospeh Wolpe "systematische desensistatie" als het geleidelijk verzwakken van de angstige reactie op een bepaalde prikkel door blootstelling aan de prikkel zodat het uiteindelijk helemaal verdwijnt. Hoewel dergelijke exposure effectief blijkt heeft volgens Wells minimaal 30% van de patiënten geen baat bij de behandeling en blijven ook bij de rest vaak milde symptomen bestaan. Exposuretherapie zal volgens Wells het meest effectief zijn wanneer het samengaat met verhoogde controle over cognitieve processen tijdens emotionele opwinding, wat nodig is voor het verwerken van informatie die niet overeenkomt met de huidige overtuigingen.
  • 1976Beck

    In het boek Cognitive Therapy and Emotional Disorders introduceert de Amerikaanse psychiater Aaron Beck de cognitieve therapie. Wells heeft als kritiek op deze benadering dat het zich alleen op de inhoud van gedachten en niet op de onderliggende cognitieve processen richt. Door metacognitief bewustzijn te bevorderen kan worden voorkomen dat schema's volledig geactiveerd worden.
  • 1994Wells & Matthews

    In het boek Attention and Emotion: A clinical perspective analyseert Wells recenter wetenschappelijk onderzoek over aandachtsprocessen en doet hij een een eerste aanzet voor de implicaties daarvan voor de behandeling van emotionele stoornissen.
  • 2000Wells

    Wells schrijft het eerste boek dat volledig is gericht op metacognitieve therapie, maar is "nog niet moedig genoeg" om de term "cognitieve therapie" helemaal los te laten, omdat MCT nog controversieel blijkt te zijn.
  • 2009Wells

    In het boek Metacognitive therapy for anxiety and depression beschrijft Wells de principes en technieken van MCT en hoe deze verschillen van traditionele cognitieve gedragstherapie. Ook geeft hij een metacognitief model voor Gegeneraliseerde Angststoornis (GAS), Obessesief-Compulsieve Stoornis (OCS), Post-traumatische Stressstoornis (PTSS) en de Depressieve Stoornis.
  • 2010Solem e.a.

    In een empirische test van het metacognitieve model van obsessief-compulsieve symptomen worden mensen met autisme uitgesloten van deelname.
  • 2012Van der Heijden e.a.

    In een gerandomiseerde controlestudie vergelijken Nederlandse psychologen de effectiviteit van MCT en Intolerantie voor Onzekerheid Therapie (IOT) bij 126 patiënten met een gegeneraliseerde angststoornis (GAS). Zij vinden dat na 14 sessies 91% van de patiënten in de MCT groep en 80% van de patiënten in de IOT groep niet langer aan de diagnostische criteria voor GAS voldoen. Ook uit de effectgroottes en de mate van klinische respons blijkt dat MCT betere resultaten produceert dan IOT. In een follow-up studie blijkt dat MCT bovendien betere langetermijnresultaten (behoud van verbeteringen) te produceren.
  • 2014Morrison e.a.

    In een studie naar metacognitieve therapie bij mensen met schizofrenie onderzoeken Britse psychologen het effect van 12 sessies MCT bij 10 deelnemers met een schizofrenie spectrum stoornis. Zij concluderen dat MCT een bruikbare behandeling kan zijn voor mensen met een psychose.
  • 2014Goodman

    In haar proefschrift Asessement and training of metacognition in autism rapporteert Laura Goodman over een pilottraining waar 8 adolescenten met autisme aan deelnemen. Het proefschrift bevat een Engelstalige handleiding voor elk van de 7 sessies van de training. De training is slechts losjes gebaseerd op het model van Wells en betreft meer psycho-educatie over autisme dan MCT.
  • 2016Van der Heijden e.a.

    In een pilotstudie naar de effectiviteit van MCT bij 25 patiënten met een obsessief-compulsieve stoornis (OCS) vinden Nederlandse onderzoekers dat 80% van de patiënten na gemiddeld 14 sessies herstel vertoont en niet langer aan de criteria voor OCS voldoen.

Auteur

Adrian Wells is een Britse psycholoog en de bedenker van Metacognitieve Therapie (MCT). Wells ontving training van Aron Beck, de bedenker van cognitieve therapie.

"Wat behandelaren doen in therapie wordt vaak bepaald door wat in hun ervaring werkt. Als we psychotherapie effectiever willen maken moeten we echter een theoretisch model ontwikkelen van de interne factoren die het denken van mensen met een stemmingsstoornis beheersen en moeten we de technieken die we in de behandeling gebruiken baseren op een dergelijk model."

 

Betekenis voor autismevriendelijk Nederland

 
In autismevriendelijk Nederland is metacognitieve therapie beschikbaar voor mensen met autisme en bijkomende stoornissen waarin het probleem bestaat uit een patroon van niet-helpende reacties op gedachten, zoals terugkerende depressie, gegeneraliseerde angst, chronische post-traumatische stress, psychose en aandachtgerelateerde seksuele disfuncties. Er wordt onderzoek verricht naar de werkzaamheid van metacognitieve therapie waarin mensen met autisme wel ingesloten worden.
 

Links

Metacognitieve therapie
MCT Institute, Website

Comments are closed.