Na een korte poging tot samenwonen komt Jim tijdelijk bij zijn ouders te wonen. Hij maakt hier de eerste lockdown mee en moet thuis werken. Hij Kanner wel mee leven.
Coen is begaan met de coronacrisis en ziet het de verkeerde kant opgaan. De maatregelen zijn pittig, maar noodzakelijk. Coen doet een dringende oproep.
Natascha woont in een klein dorp aan de waddenkust. Tijdens de lockdown kon ze niet meer naar de stad, maar voor Natascha was dat niet per se een nadeel.
Coen schrijft opnieuw over zijn leven tijdens de coronacrisis. Er is voor hem veel veranderd: boodschappen doen, sociale contacten, zijn vrije tijdsbesteding en zijn vrijwilligerswerk... alles gaat anders. Hoe gaat hij hiermee om?