Grote liefde
Ik was 46 toen ik op een fantasy festival mijn grote liefde ontmoette. Het klikte meteen. Ik was onder de indruk van het feit dat hij kalm bleef toen ik door ernstige overprikkeling tijdelijk niet meer kon praten (situationeel mutisme). In plaats van gestrest te reageren, wachtte hij geduldig tot ik weer bij mijn positieven was gekomen. Fantastisch! Hoewel ik erg bang was opnieuw gekwetst te worden, was mijn nieuwsgierigheid naar deze man sterker dan mijn angst. Ik besloot de liefde nog een laatste kans te geven. Inmiddels zijn we al 4,5 jaar gelukkig met elkaar in een latrelatie.
De ontmoeting met mijn lief kwam onverwacht. Ik was niet op zoek naar een relatie. Na twee gestrande huwelijken en nog een stukgelopen relatie was ik ervan overtuigd geraakt dat mijn autisme mij ongeschikt maakte voor de liefde. Het was niet zozeer dat ik mezelf als persoon ongeschikt vond, of dat ik mijn autisme als bezwaarlijk ervaarde. Maar ik geloofde niet dat ik een partner zou vinden die met mijn autisme kan omgaan.
Eerdere relaties
Toen ik voor het eerst trouwde, had ik nog geen weet van het feit dat ik autistisch ben. Met relaties had ik ook weinig ervaring. Ik geloofde in het sprookje van de prins op het witte paard die mij van de eenzaamheid kwam redden. Tien jaar lang probeerde ik de ideale echtgenote te zijn die ik zo graag wilde zijn voor mijn man. Toch liep ons huwelijk stuk. Achteraf begrijp ik dat ik mezelf een identiteit had aangemeten die me helemaal niet paste.
Mijn tweede huwelijkspartner was een autistische man. Hoewel ik indertijd net zo weinig wist over autisme als de gemiddelde Nederlander, leidde het feit dat ik er van dichtbij mee in aanraking kwam uiteindelijk tot mijn eigen diagnose. Ik meende dat een relatie tussen twee mensen die allebei autistisch zijn wel moest werken. Ik dacht dat we elkaar daardoor makkelijker zouden begrijpen. Maar we bevonden ons op verschillende niveaus van emotionele ontwikkeling en zelfkennis. Dat zorgde ervoor dat we elkaar vaak juist níét begrepen.
In de relatie die volgde voelde ik me wel geaccepteerd maar niet gezien. Mijn partner nam me zoals ik was, in die zin dat hij niet probeerde me te veranderen. Maar hij begreep niets van autisme en deed ook geen moeite om zich erin te verdiepen. Dat maakte me verdrietig. Het gaf me het gevoel dat ik niet belangrijk genoeg voor hem was.
Huiverig
Je kunt je voorstellen dat ik huiverig was om opnieuw aan een relatie te beginnen. Ik zou aan mijn nieuwe partner mijn gebruiksaanwijzing moeten uitleggen. De meest kwetsbare delen van mezelf blootgeven. Ik was bang dat hij erop zou afknappen. Omdat ik het goed wilde aanpakken, gaf ik hem een boek met communicatietips voor koppels waarbij een van beide partners autistisch is. Tot mijn verrassing bleek dat niet nodig te zijn. We begrijpen elkaar prima zonder dat het boek eraan te pas is gekomen.
Afstemming van behoeftes
We houden allebei van voorspelbaarheid en zijn graag goed voorbereid op wat er gaat komen. Dat zorgt ervoor dat we alles uitgebreid met elkaar afstemmen. We hebben bijvoorbeeld duidelijke afspraken gemaakt over hoe vaak we elkaar zien, en op welk vaste tijdstip in de week we met elkaar bellen. Tot mijn opluchting heeft mijn lief, net als ik, behoefte aan veel alleen-tijd. Ik hoef dus niet snel bang te zijn dat ik hem te weinig aandacht geef.
Wanneer we samen zijn, genieten we ervan om in elkaars nabijheid ieder met ons eigen ding bezig te zijn. Terwijl ik met mijn laptop op de bank mijn blog zit te schrijven, zit mijn lief aan tafel te knutselen aan zijn modelbouwkit. Koken doen we met ons tweeën. Dat is bijzonder, want ieder ander jaag ik de keuken uit. Koken vergt veel concentratie van mij en dat lukt niet met andere mensen om me heen. Dan verlies ik het overzicht. Maar samen met mijn lief loopt het juist heel gestroomlijnd. Doordat hij de coördinatie op zich neemt, hoef ik niet na te denken over de volgorde waarin alles moet gebeuren. Daardoor kan ik me meer ontspannen. Zo wordt koken een momentje van quality time met elkaar.
Ik denk dat onze relatie zo goed werkt omdat we onze eigen behoeftes kennen en deze heel concreet naar elkaar communiceren. We nemen de tijd om naar elkaar te luisteren. Maken ruimte voor elkaars gevoelens en respecteren elkaars grenzen. In eerdere relaties kon ik dat niet. Dat kwam mede doordat ik mezelf nog niet goed genoeg kende. Het is fijn om te merken dat ik daarin ben gegroeid.
Conclusie
Terugkijkend kan ik zeggen dat een relatie tussen twee autistische personen niet per sé beter werkt dan een relatie waarbij de ene partner autistisch is en de andere niet. Factoren die meespelen zijn het wederzijdse niveau van kennis en acceptatie van (het eigen) autisme, de mate van emotionele volwassenheid van beide partners en de aanwezige capaciteit om aan elkaars behoeftes tegemoet te komen. Een goede relatie valt of staat met het kunnen loslaten van verwachtingen. Want alleen dan kun je elkaar echt zien.
Fijn om te lezen Nathalie dat je nu een relatie hebt die voor jullie beide werkt.
Gisteren een mooi webinar van Maarten gevolgd over de ik/ander relatie. Dat ging niet specifiek over de liefde. Maar wel over meegaan in de emotie van de ander en daar later toch anders tegenaan kijken als je alles nog eens doorneemt in je hoofd.
Het is fijn als je bij de eerste emotie niet jezelf verliest.
En een partner die dat respecteerd is zo fijn.
Groet,
Hans