Naar de sportschool
Het is vrijdagmiddag. Overprikkeld door een drukke week, op het punt mijn evenwicht kwijt te raken, neem ik het heft in eigen hand: ik ga naar de sportschool. De wandeling van een klein uur is voor mij de ideale voorbereiding. Ik visualiseer hoe ik de kilo’s wegdruk met mijn armen en benen. Mijn brein bereidt zich voor de overdaad aan prikkels richting mijn spieren te stuwen. Mijn hartslag stijgt, zeker als ik het uithangbord van de sportschool zie.
Opwarmen
Binnen beukt de beat uit de boxen. En juist hier overvalt mij die innerlijke rust. Ik stop mijn telefoon in mijn tas in een kluisje, snijd mijzelf af van de buitenwereld. Ben, mijn trainer, zwaait enthousiast. Ik zwaai terug; we lopen op elkaar af, begroeten elkaar met een amicale handdruk.
Ik neem plaats in de kantine om te acclimatiseren en als ik er klaar voor ben, begin ik met cardio: fietsen, roeien, op de loopband. Mijn benen, mijn armen en hart worden warm, zweetklieren starten zich sputterend op.
Bankdrukken
Dan duiken we het krachthonk in en daar begint voor mij de magie. Meer nog dan om brute kracht draait krachttraining om precisie, om finesse in de uitvoering.
Ik lig op een bankje, mijn voeten steunen op de grond. Ik kijk omhoog en recht boven mij hangt een blauwgeverfde stalen stang van twintig kilo. Ik knijp mijn vuisten om de stang, til hem uit zijn haken. ‘Adem zo diep mogelijk in en laat de balk voorzichtig naar je borst zakken.’ Ben staat schuin achter mij en geeft aanwijzingen. Terwijl ik krachtig uitblaas, stuw ik de stang omhoog tot mijn armen rechtstaan. Na twaalf herhalingen hang ik hem terug in de haken.
Ik wurm mijzelf omhoog, ga zitten op de rand van het bankje. Mijn borstspieren en triceps branden nog wat na. Met een paar slokken water ebt het gevoel weg. Ben hangt ondertussen gewichten aan de stang; vijf kilo per kant.
Ik ga weer liggen, omklem de stang met mijn vuisten, adem nog eens diep in… en uit… ‘Ik wil acht herhalingen van jouw zien. Dat kun jij Douwe, daar heb ik fiducie in!’ Ik til de stang uit zijn haken. Bij inademing laat ik hem beheerst naar mijn borst zakken, bij uitademing breng ik hem omhoog – mijn armen staan recht, even rust. Ik adem in… en uit… en in… en uit… en in… en uit…
Ik voel het extra gewicht – zeker –, maar het is niet onaangenaam. Het is een fris knisperen, alsof ik over sneeuw loop die nog zo vers is, zo droog, dat het aanvoelt als een donzig zacht tapijt waarop ik niet uit kan glijden.
Controle
Ik heb controle, zowel over de manier waarop ik mijn spieren aanstuur als op de sensorische informatie die ik terugkrijg uit mijn spieren en huid. Die sensorische informatie voedt de aansturing en zo ontstaat een gesloten kring, waardoor mijn brein de ballast van zich af kan stoten. En met iedere keer dat ik de stang omhoog duw, neemt de controle toe. Na acht herhalingen hang ik de stang terug in de haken. Een gevoel van opluchting daalt als een deken over mij neer.
Ik kan heel goed tegen prikkels, ik ben er dol op, maar overprikkeling ontstaat op het moment dat ik de controle verlies. Door het sporten pak ik de controle op de prikkels terug en zo ontprikkel ik.
Ter afsluiting maakt Ben in de kantine nog een eiwitshake voor mij klaar. Ik drink, we kletsen nog wat. Met een amicale handdruk nemen we afscheid. En met een opgefrist hoofd stap ik de koele buitenlucht in.
Wow Douwe, wat goed dat jij aan fitness doet.
Bij het sporten had ik ook nooit zo veel last van de vele prikkels. En een goede trainer hebben is zo fijn. Die daagt je uit om je grenzen te verleggen. Maar een goede trainer gaat daar niet te ver overheen. Elke keer een klein beetje verder.
Succes!
Groet, Hans
Dank voor je warme woorden, Hans!
Dankjewel Douwe voor de attente alliteratie.
Jij inspireerde mij weer om in mijn komende blog het aspect persoonlijke coach ook even te benoemen.
En jij bent zelf ook een personal coach, maar dan voor deze site voor de bloggers.
Dus, dankjewel dat jij dat doet.
Groet, Hans
Dankjewel Hans voor de attente assonantie (klinkerrijm). En voor je mooie blogs uiteraard!