Overprikkeling
Als ik mijn snelheidslimiet overschrijd, voel ik een band om mijn hoofd. Dit is een soort van onzichtbare muts die druk geeft op mijn slapen en achterhoofd. Ik kijk wazig uit mijn ogen en zie in het midden het meest scherp, maar vervormd. Ik voel een bepaalde afstand, alsof ik naar een film zit te kijken. Ook het geluid is raar verbogen en geeft me een onprettig gevoel. Zo heb ik moeite om woorden te ontcijferen die tegen me gezegd worden en zelf kan ik niets zinnigs formuleren. Allemaal tekenen dat ik overprikkeld ben, mijn lijf zegt: “stop!”, maar iets anders in me zegt: “je moet door!”.
Onbalans
De wereld lijkt zich oncontroleerbaar te versnellen. Bewegingen worden strepen op mijn netvlies, als een serie onscherpe foto’s. Ik voel me draaierig en moet me vasthouden om niet te vallen. Rationeel weet ik dat wat voelt als versnellen van de omgeving, eigenlijk het vertragen is in mezelf. Bepaalde details worden uitvergroot en andere verdwijnen in de achtergrond. Mijn lijf schreeuwt “stop!” Ik voel me moe en wil er vandoor.
Fluitend de dag in
De wekker gaat ver voor zes uur af, omdat ik een bespreking met middageten heb bij een klant net voorbij Keulen. Het is een mooie dag en ik hoor de vogels luider fluiten dan normaal. Het lijkt wel alsof ze meer energie hebben zo ’s-morgens en dat herken ik, of is het puur omdat het achtergrond geluid minder is dan later op de dag?
Vier de dag
Ik stap in de huurauto, toets de plaats van bestemming in op het navigatiesysteem en zie dat ik ruim anderhalf uur voor de geplande tijd aankom. Lekker, zo kan ik in mijn eigen tempo rijden. Onderweg trakteer ik mezelf op een grote en slappe Milch Kaffee met een Apfelstrudel mit Sahne. Het voelt een beetje vreemd zo alleen – maar ik vier de dag.
Was ik er maar
Onderweg ervaar ik een auto met allemaal dingen die ik niet gewend ben. Een van de snufjes is lane detection, ik krijg een lichte ruk aan het stuur als ik over een streep rijd en schrik omdat ik dat niet had verwacht. Ik word me bewust van hoe hard men op de duitse bahn kan rijden. Wat begon als een lekker uitje met mezelf en de tijd hebben, verword tot: was ik maar op de plaats van bestemming.
Moe maar voldaan
Ik ben blij om tien minuten voor tijd aanwezig te zijn. Laat de wind even de spanning uit mijn hoofd blazen en stap vervolgens naar binnen voor een goede, maar inspannende bespreking. Twee en een half uur later sta ik weer buiten, moe en voldaan. Als ik nu in de auto stap en snel voortmaak kan ik de drukte voorblijven.
Te snel
Ik ben moe en wil haast maken en dat is een slechte combinatie. Voel het bonzen in mijn hoofd, ik kijk vreemd uit mijn ogen en de autoradio kan ik niet verdragen. Ik rij 130 in de richting van Keulen en gelukkig is het niet echt druk op de weg. Ik heb nog niet door dat ik mijn snelheidslimiet al heb overschreden.
Help ik val
Dan word ik me bewust dat de bermen als strepen aan me voorbijtrekken. Het lijkt alsof de auto naar mijn kant omvalt en ik hang tegen naar het midden om maar balans te houden. Ik kijk op de snelheidsmeter en zie die inzakken 120, 100, 90, … terwijl ik het gevoel heb om te vallen.
Vechten
Ik zet door en zie de teller van 90 naar 105 kruipen, maar de 110 bereik ik niet meer. Ik vecht met mezelf en mijn snelheid varieert tussen de 90 en 105. Dan komt er een externe vijand, een vrachtwagen, naderbij en ik probeer gas te geven. Ik loop weer uit, maar even later hoor ik een toeter en zie lichtflitsen in de achteruitkijkspiegel.
Ik kan niet meer
Ik voel me moe, uit balans en kan niet meer. De vrachtauto haalt in en snijdt me bij het weer invoegen om in te wrijven dat mijn rijgedrag echt niet kan. Voel me doodmoe en zou de auto in de vangrail willen parkeren, maar gelukkig is er iets dat me daarvan weerhoudt. Zie een bord met P 3 kilometer, mijn redding voor het moment. Even een moment om bij te komen en na een kwartier weer door te gaan, op weg naar de volgende P, 30 kilometer verderop.
Overleefstand
Op een gegeven moment rust ik meer dan dat ik rij en kom ik meer dan drie uur later thuis dan gedacht. Het eten dat voor me bewaard is en klaar voor me staat krijg ik niet meer door mijn keel. Ik ga naar boven, doe de gordijnen dicht en stap in bed om meteen in een diepe slaap te vallen … ik ben er en ben niet gevallen.
Volgende keer anders
De volgende dag stap ik duf uit bed, maar gelukkig kan ik van de zon en van thuis genieten. Ook heb ik nog een lang weekend voor me om weer tot mezelf te komen. Ik neem me voor het de volgende keer anders te doen en een hotelletje te nemen met een lekker Fruhstuck. In mijn eigen tempo weer naar huis te gaan zonder in hoge vaart aan mezelf voorbij te snellen.
Hallo Daan, Ik denk dat er meer mensen met autisme zijn die autorijden erg intensief vinden. (Sabine, zou jij de uitzondering zijn?). Er zijn, zeker in het drukke stadsverkeer, zoveel (onvoorspelbare) prikkels. Bij ons vind mijn vrouw het helemaal niet erg om te rijden. En ik kreeg de titel Hans-Hans als we naar onbekend terrein reden. Ik vond het heerlijk om onderweg met routekaarten bezig te zijn. Toen ik nog jonger was, viel het nog wel mee om zelf te rijden. Ik deed ook gewoon mijn beurten als we met mijn handbalteam uitwedstrijden hadden. En vanuit Zeeland was dat vaak… Lees verder »