Inleiding
Ik heb regelmatig moeite met het vinden van de weg, ik verdwaal vaak. Dit heeft te maken met hersenschade die ik als kind heb opgelopen, die heeft mijn oriëntatie vermogen beschadigt. Bovendien denk ik dat het een van de uitingen van mijn autisme is. Ik heb als man met autisme soms moeite met het bewaren van overzicht in sociale situaties, maar ook in ruimtelijke situaties. Ik heb in dergelijke situaties niet meer door hoe ik van een locatie naar een volgende moet komen. Mijn hoofd raakt vol als ik het overzicht verlies (ook door een gevoel van frustratie) waardoor hulp vragen bovendien extra overweldigend wordt. Ik heb moeite met het vinden van de weg. Vroeger schaamde ik me altijd als ik ergens verdwaalde, dan durfde ik niet de weg te vragen. Nu kan ik op veel plekken met behulp van navigatieapps de weg vinden.
Het grootste probleem heb ik in gebouwen. Ik raak nog steeds vaak de weg kwijt als ik bijvoorbeeld voor mijn werk een nieuwe plaats bezoek. Ik moet dan wel eens naar de wc. Ik raak dan soms het overzicht over de lay-out van het gebouw kwijt en dan weet ik niet meer hoe ik van de toiletruimte naar de ruimte moet komen waarin ik aan het overleggen ben.
Twee voorbeelden over verdwalen
Dit gebeurde me bijvoorbeeld op 11 februari toen ik naar Laren ben geweest om een zorginstelling te bezoeken.
Een week later kwam ik terug van een andere lezing op het centraal Groningen hoofdstation. Ik woon al bijna 14 jaar in Groningen, ik ken het station inmiddels goed, ik ga meerdere keren per week met de trein. Toch verdwaalde ik toen op het station. Het station wordt al een tijd verbouwd. Ik raakte het overzicht kwijt en ik kon de uitgang niet meer vinden. Ik schaamde me om ‘thuis’ de weg te vragen, dus ik heb een kwartier rondgedwaald voordat ik de weg naar de uitgang vond.
Overzicht proberen te bewaren
Ik heb de meeste moeite met overzicht bewaren. Als ik zeg dat ik moeite heb met de weg vinden dan bedoel ik dat ik moeite met oriënteren en (ruimtelijk) overzicht bewaren. Zoals het beschreven voorbeeld op het station van Groningen. Of het bezoek aan de zorginstelling in Laren. In beide situaties raakte ik het overzicht kwijt.
Een paar extra gedachten
Mijn conclusie is dat ik over mijn schaamte om hulp te vragen heen moet stappen. Wat daarbij helpt is dat ik in mijn autisme (en andere beperkingen) serieus genomen wordt. Iets dat met name in de zorginstelling in Laren niet het geval was. De bewoners hebben vermoedelijk naast autisme meer diagnoses zoals verstandelijke beperking, hoe dan ook de bewoners worden als hulpbehoevende kinderen behandeld. Ik realiseer me dat ik een groot waardeoordeel over de zorginstelling en hun methodes uitspreek, ook door termen als ‘hulpbehoevend kind’ te gebruiken, maar dat is wat ik zag toen ik de locatie in Laren bezocht.
Wat heb ik geleerd?
Mijn punt, gaat over mijzelf. Toen ik me liet ontvallen dat ik ook autistisch ben, werd ik ook direct anders bejegend. Als ik vervolgens verdwaald raak onderweg terug van de WC naar de ruimte waar we onze workshop aan het volgen waren, dan zou ik een open vraag willen horen van het personeel, “wat heb je nodig?” In plaats van wat de mevrouw die daar werkte opmerkte: “Je bent verdwaald zeker, zal ik je helpen?” Die opmerking is vriendelijk bedoeld, maar kwam op mijn meer dan een beetje betuttelend over. Ik wil in dergelijke situaties ruimte krijgen voor mijn autisme. Ik hoop dat het voorafgaande helpt om deze ruimte te creëren.