Douwe luisterde tijdens het schrijven van zijn blog naar het eerste deel van de tweede symfonie van Gustav Mahler.
Storm op zee
Omringd door een immense mensenmassa vaar ik op een groot schip over de Atlantische oceaan. Het schip is te vol. Er steekt een storm op. De woelende golven breken los op de zijkant van het schip. Of ze duiken eronderdoor en tillen het op. In die alsmaar voortjakkerende deining klamp ik mij vast aan de reling. Een oud vrouwtje dat achter mij staat, snauwt mij voortdurend toe dat ik beter op moet letten als ik weer eens tegen haar aan bots. ‘Het schip is te vol’, zeg ik. ‘Ik kan niet meer afstand nemen.’
Dan worden wij verrast door een golf die tegen de achterkant van het schip beukt. Ondanks de massa die wij vormen, wordt het schip meters de lucht in getild en even verderop weer neergekwakt alsof wij een baksteen zijn. Ik houd mij zo stevig vast aan de reling dat deze losbreekt. Bedremmeld sta ik met een stuk van de reling in mijn handen. Ik laat niet los, schreeuw om hulp. Omstanders zijn te druk met het redden van hun eigen hachje. Opnieuw worden we opgetild en weer neergekwakt. Ik verlies mijn balans en met reling en al plons ik in het woeste water. Pas dan laat ik los. Waar is de hengel? Waar is de man met de hengel die mij uit het water haalt? Ik kijk naar rechts, naar achteren, naar links en dan zie ik het schip verder varen. Elk schip neemt zijn levens, maar het mijne wordt niet genomen.
Ik moet mijn hoofd boven water houden. Ik schop en sla het water alle kanten op. De zee lijkt zoveel machtiger dan ik. Steeds weer raakt mijn hoofd bedolven onder de golven; even zo vaak voel ik hoe de storm een paar tellen later door mijn haren waait. Ja die storm, die mijn hoofd met de golven toedekt, die storm die even later weer door mijn haren waait, komt maar niet tot rust.
Storm na school
Is het dan gek dat thuis de woede eruit komt? Is dat gek als je bedenkt dat ik gesloopt ben nog voor ik op de middelbare school arriveer? Iedere ochtend maak ik die veel te lange rit met de taxi. Eerst door mijn woonplaats om andere leerlingen op te halen en daarna door Groningen om ze weer af te zetten. Pas dan arriveer ik bij mijn eigen school. Het is een nieuwe school; goddank. Voor mijn laatste docent op de basisschool lag alles wat je niet kon aan een gebrek aan discipline. Dat er ook nog andere oorzaken waren (denk aan mijn herseninfarct, mijn slechthorendheid, mijn nog onontdekte autisme) die maakten dat ik het knutselen of welke andere opdracht dan ook niet tijdig kon volbrengen, kwam niet in haar op. Zij probeerde mij discipline bij te brengen; in plaats daarvan heeft zij mij geleerd wat angst is.
Gelukkig hebben de docenten hier meer gevoel voor mijn verborgen gebreken en talenten. Maar ieder uur staat er een andere docent voor de groep, ieder uur moet ik wennen. Ik probeer mij ondertussen te aarden in de nieuwe klas en dat gaat mij moeilijk af. Al komt dat doordat het mij maar niet lukt om mij te interesseren voor meisjes en kleding. In plaats daarvan word ik geheel in beslag genomen door de nieuwste Groene Amsterdammer of waar het cultureel supplement van het NRC Handelsblad over schrijft. Daar maak je nou eenmaal geen vrienden mee. Aan het eind van de les schrijft de docent het huiswerk op het bord. En dan moet ik terug. Terug in die veel te drukke taxi.
Ja, dan komt thuis de woede eruit. Dat gaat zover dat een van mijn ouders thuis moet zijn om mij te kalmeren. Anders ligt het hele huis aan gruzelementen. In dat woelige water moeten we ons hoofd drooghouden. En dat kan niemand. Mijn broers en zussen niet, mijn ouders niet, ik niet.
Rustiger vaarwater
Gelukkig mag ik na enige tijd met de schoolpsycholoog praten. Zij is mijn eerste reddingsboei. De gesprekken zijn intensief, maar voor even kan ik ontsnappen aan de les, aan mijn medeleerlingen die zich voor weinig anders interesseren dan meisjes en kleding. Tijdens de gesprekken leert zij mij hoe ik in de woelige zee mijn hoofd boven water moet houden. Zij constateert ook dat mijn leven in een rustiger vaarwater terecht moet komen; een autismediagnose zou daarbij kunnen helpen. Op haar instigatie start ik enkele maanden later bij de psychiater aan een diagnostisch proces en daarmee werpt zij de tweede reddingsboei voor mij uit.
Het proces zal enkele maanden in beslag nemen. Toch voelt het – of het nu gaat om een IQ-test, een geheugentest, een vragenlijst, een gesprek met mijn ouders of alleen met mij – alsof met iedere stap het water een klein beetje rustiger wordt.
Land in zicht
En dan komt de grote dag – ik ben net een paar weken veertien – dat mijn ouders en ik ons melden op de spreekkamer van de psychiater voor de uitslag. Hij haalt koffie en thee voor ons, roert een klontje suiker door zijn koffie. Hij vat de onderzoeken nog eens rustig samen en dan zegt hij dat ik, Douwe Wilts, autisme heb.
Vanaf nu kan ik mij vastklampen aan de reddingsboei die autisme heet. Het water komt tot rust, tot stilstand zelfs. Ik zie het land al liggen.
Hallo Douwe, Is het begin van je blog gebaseerd op echte ervaringen van jezelf of komt het stukje “Storm op zee” voort uit ervaringen van anderen (via boeken of films of zo)? Was het trouwens een droom? Ik woon in Zeeland en toen er nog geen tunnel onder de Westerschelde liep, gingen naar dun overkant met de boot. Het waren van die grote veerboten zoals tussen Den Helder en Texel varen. Of misschien ben je wel eens naar een ander waddeneiland gevaren. De veerboot Vlissingen-Breskens was soms eerder uit de vaart genomen dan die van Kruiningen-Perkpolder. Meestal was mist de… Lees verder »