Vrije val
Ik sloeg de lamp kapot. Gooide de wc-rol in het rond. Pakte de blauwe tandpasta en schreef ermee op de grond. Ik keek door het raam naar buiten. Mijn kamer lag tegen de straatkant. Ik schoof de gordijnen open. Ik pakte een stoel en smeet deze hard tegen het raam. Het ging niet kapot. Ik pakte de stoel nog een keer goed vast. Er kwamen een man en een vrouw voorbijgelopen. Ik keek ze aan en zwaaide vrolijk. De man keek me aan alsof ik niet goed bij mijn hoofd was. Wat een sukkel. Ik smeet de stoel weer tegen het raam. Deze ging weer niet kapot. Ik pakte de grote stoel en zette deze op het bed. Daarna pakte ik de kleinere stoel en zette deze op de grote stoel. Ik klom op het bed en toen op de stoelen omhoog. Ik duwde tegen de plafondpanelen. Ze zaten los. Ik hees mezelf omhoog en trok mezelf het plafond op. Het ging gemakkelijk. Daar lagen een hoop grote stroomkabels. Ik bedacht dat het leuk zou zijn om deze eruit te trekken en door elkaar te halen. Ik wilde kortsluiting maken om alles in de fik te zetten. Maar ik durfde het niet. Ik kroop verder over de plafondplaten. Maar terwijl ik hieroverheen kroop, voelde ik dat ze begonnen te buigen. Steeds verder… ik zat nu doodstil maar de platen zakten steeds verder door. Zo snel als ik kon kroop ik nu richting het gat maar het was al te laat. Ik maakte een vrije val van het plafond en viel met een smak op de grond. Toevallig kwam ik niet hard terecht. Toevallig. Toeval bestaat niet. Nu wist ik zeker dat ik beschermd was door God.
Paniek
Toen hoorde ik gebons op de deur en schoot de deur open. Een groep verplegers kwam de kamer binnen gestormd. Ze pakten me vast. Ik verzette me instinctief. Ze grepen me harder vast en onder dwang werd ik in de isoleercel geduwd. Hard smeten ze de deur achter zich dicht. Ik hoorde het slot dichtklikken. Hoe kon dat nu? Waarom zat ik nu hier? Ik deed toch precies wat er van me verwacht werd? Ik was toch overgenomen door de verplegers? Die lieten me al die dingen doen. Waarom werd ik nu hierheen gebracht?
Een verpleegster komt binnen met hele lelijke kleren van een of ander stug materiaal. “Sexy hè?” zegt ze. Dit is vast een ontgroening. Daarom moet ik dat stomme pakje aan. De verpleegster vertrekt. Ik hoor ze praten. Ze organiseren een feest voor me. Ik hoor iedereen feest vieren. Wanneer is de ontgroening voorbij? Ik wil ook meedoen. Ik wil die rare kleren niet. Ik gooi ze weg. De wc in.
Dagen gingen voorbij. Mijn tijdsbesef was weg. Ik wist ook niet meer of het nou dag was of nacht. Ik was totaal in de war. In de verte hoor ik stemmen. De stemmen: het is ons gesprek dat net geweest is. Als een soort echo. Het verleden en de toekomst lopen door elkaar. Waar ben ik? Wie ben ik? Wat is mijn naam? Kom ik hier nog ooit uit? Ik zit vast. In een cel. Ik zit opgesloten. Er zit een vakje voor mijn eten. Ik heb een bed en een wc. En overal hangen camera’s. Ik ben in paniek.
Hypnose
Ik zit op de grond. De deur gaat open! Een verpleegster met hele grote ogen komt binnen. Zij wil me vast hypnotiseren! Snel duik ik weg onder een deken. Ze gaat voor me zitten. Trekt de deken een stukje weg… en wil me een bekertje water geven. Ik ben doodsbang en trek de deken snel weer over me heen. Ze praat tegen me. Ik moet niet luisteren. Ik doe mijn handen voor mijn oren en denk: “Ik moet ergens anders aan denken. Niet luisteren. Ik moet mediteren”. Ik begin heel krampachtig te mediteren en raak steeds verder in paniek. Focus. Je móet mediteren. Ga naar het licht. Waar is het licht? Ik ga door en door… tot ik mijn bewustzijn verlies.
Eerdere delen van Psycho
Lees ook de eerste drie delen van deze reeks: