Korte geschiedenis
Na het afronden van een studie scheikunde besloot ik een baan te gaan zoeken in… de scheikunde. Aangezien ik dit altijd al een interessant onderwerp vond, wilde ik hier graag in gaan werken, maar dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Het lukte eerder om banen in heel andere sectoren te vinden. Zat het mij dan niet dwars dat het niets chemisch was? Nou, niet precies…
Wat mijn eerste uitdaging binnen het werk, was het feit dat niet zozeer de inhoud bepalend is voor een succesvolle carrière, maar voornamelijk de vorm. Daarmee doel ik op de wijze waarop het werk wordt gedaan, en de manier waarop mijn denkstappen daarop aansluiten. Zelf ben ik gewend om grondig, nauwkeurig en analytisch te werk te gaan. Bij de ene baan draait het echter om snelheid en het aantal afgeronde “cases”, bij een andere baan hoorde ik als projectleider met name de grote lijnen in de gaten te houden, en bij weer een andere baan – op een helpdesk in mijn geval – was ik continu bezig om acuut te schakelen. Ik functioneer zelf echter het beste wanneer ik mijn focus op één onderwerp leg en dit aan blijf houden. Door bovengenoemde ervaringen openbaarden de “autismegevoelige aspecten” van een baan zich meteen, wat een eufemisme is voor het feit dat ik het op drie eerdere werkplekken niet heb gered. Wel heb ik daar mijn autistische kenmerken besproken (“coming aut”) in een poging om het werk beter op orde te krijgen. Hoewel dit waardevol kan zijn, is het in de praktijk vaak mosterd na de maaltijd. Het blijkt namelijk juist pas tijdens het werken waar de schoen wringt. Bovendien “pASSen” sommige banen nou eenmaal niet zo goed, aangezien voor de baan benodigde competenties te sterk afwijken van de kwaliteiten uit het autismespectrum.
...maar toen!
Tot dusver klinkt het nog niet heel rooskleurig, of wel? Na de “helpdeskbaan” – twee jaar geleden – moest het roer om. Ik herinnerde me een bedrijf waar ik al tot twee keer toe was gaan praten. Het is een bedrijf dat software test. Hier had ik echter geen enkel beeld bij, en daardoor had ik hier ook geen affiniteit mee. Ik was er die keren gaan praten omdat het bedrijf werk biedt aan mensen met een vorm van autisme. Hoe waardevol dit was realiseerde ik me bij die eerdere afspraken nog niet, maar twee jaar geleden des te meer. Nú kon ik echt goed onder woorden brengen waar ik naar zocht. Perfect! Want voor precies die aspecten was extra aandacht bij dit bedrijf. Sterker nog, het werk was er voor gemaakt. En zo werd ik softwaretester, een functie waarin je je doorgaans de hele dag op één onderwerp mag focussen, en moet muggenziften over de kleinste details. Check-check-dubbelcheck is hier belangrijker dan snel doorgaan naar de volgende stap. Bovendien: bij eerdere banen was ik steeds aan het zoeken naar goede coaching, hier is dat standaard aanwezig. Verder kun je je hier in je eigen tempo oriënteren op meer specialistisch werk of juist coördinerend werk; beide liggen mij goed.
Thuiswerken!
Sinds de eerste lockdown werk ik bijna elke dag thuis; ik werk nog maar heel sporadisch op kantoor. Zeker in het begin deed dit mij veel goed, want ik kon zelf beter bepalen wat er om me heen gebeurde, waardoor ik me beter op het werk kon focussen. Waar het mij al goed had gedaan om voor dit bedrijf te gaan werken vergeleken met eerdere reguliere bedrijven, versterkte dit het effect nog eens. Inmiddels ben ik een jaar verder, en merk ik dat dit ook een keerzijde heeft. Dit vind ik een hoog “sleur”-gehalte krijgen, ik mis de mensen om me heen en de spontane gesprekken met collega’s.
In the end… Het belangrijkste van de baan
Veel dingen kunnen op het werk erg leuk zijn, zoals de inhoud van het werk, collega’s en uitdagingen. Zelf heb ik echter gemerkt dat het in eerste instantie fijn is om door te werken het vertrouwen te krijgen dat je er nog een jaar kan blijven, en uiteindelijk zolang als je zelf wilt. De inhoud van het werk is een goede motivator, maar de “vorm” van het werk is voor mij beslissend. Ik ben erg blij met het resultaat.