Wat eraan voorafging
Het is vrijdag 3 april 2020, iets na één uur in de middag. Ik zit achter mijn bureau, de telefoon binnen handbereik. Terwijl ik op een belletje wacht, rommel ik wat in een van mijn bureaulades. Ik stuit op het gedicht bewegingloze dans dat ik een jaar geleden geschreven heb. Nu ik het zo teruglees, denk ik: verrek, als ik het vorige week geschreven had, zou ik zweren dat het over corona gaat.
Het is vrijdag 3 april 2020, exact zestien minuten over een in de middag. Mijn hart slaat een paar keer over, omdat de telefoon rinkelt. Op het schermpje verschijnt de naam Maarten Praamstra. Hij wil mij interviewen over Autisme is veelzijdig en schrijft voor Noordwoord, de site over het literaire leven in Groningen. Misschien kan ik bewegingloze dans wel aan hem voorleggen, en… O ja, de telefoon rinkelt. Ik zuig nog een diepe hap frisse lucht in mijn longen en neem de telefoon op.
Het interview
‘Met Douwe Wilts, goedemiddag.’
‘Hey Douwe, Maarten hier. Kon je je telefoon wel vinden?’
‘Jawel hoor, maar voordat ik hem op kon nemen, was ik alweer afgeleid. Dat hoort bij mijn autisme, dat ik snel afgeleid ben.’
‘Ah, oké. Ik snap het. Fijn dat je even tijd vrij wil maken voor dit interview. Want ehm…’
‘Graag gedaan. Zeg, kom jij de coronacrisis een beetje door? Ik bedoel: valt er nog wat te beleven in het literaire Groningen?’
‘Er gebeurt niet veel inderdaad.’
‘Het zal nu wel lekker rustig zijn op kantoor.’
‘Dat is het zeker. En hoe kom jij de coronacrisis door?’
‘Dat loopt wel los. Er is met Autisme is veelzijdig genoeg te doen.’
‘Ja. Want hoe zijn jullie op het idee gekomen om deze blog te beginnen?’
‘Er zijn al meer dan genoeg blogs van individuen die over hun autisme schrijven. Maar iedereen gaat op zijn eigen manier met autisme om. En door met zijn allen bijvoorbeeld over prikkels te schrijven, komt die veelzijdigheid in het daglicht te staan.’
‘Aha. Want heb jij als autist nu veel last van prikkels?’
‘Soms wel ja.’
‘En dan zet jouw innerlijke jukebox de Mondscheinsonate op.’
‘Precies. Aan de ene kant word ik gealarmeerd door die drie stijgende noten in dat eerste deel: “Let op! Er is sprake van een overdaad aan prikkels. Probeer daar aan te ontsnappen.” Aan de andere kant draagt de repetitie van die stijgende noten bij aan mijn rust.’
‘En schrijven. Heeft dat ook die functie voor jou?’
‘Ja. Er springen zoveel gedachten door mijn hoofd dat ik het niet allemaal kan volgen. Door te schrijven, kan ik uitpluizen wat ik denk. En zeker…’ Ik wil een bruggetje maken naar bewegingloze dans.
‘Ik ga even je zin afmaken… En zeker ook het lezen?’
‘O jazeker. Als ik iets van Tonnus Oosterhoff pak, weet ik waarom ik leef. Maar niet alleen Tonnus Oosterhoff hoor. Ook Lucebert en Hadewych en Paul van Ostaijen. Och jongens, zijn Bezette stad is zo mooi! Dan…’ Zou dit het moment kunnen zijn om bewegingloze dans te citeren?’
‘Ik ga even je zin afschrijven… Ehm…’, rommelt in zijn aantekeningen, ‘want normaalgesproken is de Autismeweek goed gevuld met lezingen over jouw autisme. Hoe is dat nu?’
‘Door het coronavirus is dat nu een stuk rustiger. Maar ik heb wel allemaal nieuw materiaal geschreven. En ik kijk ernaar uit om na de crisis het podium weer te beklimmen.’
‘En je bent natuurlijk hoofdredacteur. Wat houdt dat eigenlijk in?’
‘Ik zorg ervoor dat de blogs er qua spelling en grammatica goed uitzien. En verder zit ik onder meer redactievergaderingen voor.’
‘Want het thema van de Autismeweek is prikkels.’
‘Ja.’
‘Kunnen we na deze week ook nog blogs over andere thema’s verwachten?’
‘Ja. Er komen bijvoorbeeld nog blogs aan over sociale contacten, ontspanning en natuurlijk over het coronavirus.’
‘Nou, bedankt voor dit interview. Ik vond het erg gezellig. Heb je alles kunnen zeggen wat je wilde zeggen?’
‘Ja. Jij ook bedankt. Ik heb inderdaad wel alles kunnen zeggen.’ En terwijl ik op zijn reactie wacht, denk ik: verrek, waarom heb ik hem bewegingloze dans niet voorgelegd?
Maar Maarten biedt nog een uitweg. ‘Mail jij nog een mooie foto van jezelf? Dan heb ik meteen je mailadres en kan ik het interview ter correctie aan je voorleggen.’
De nasleep
De foto mail ik en het interview stuur ik, op enkele kleine spellingkwesties na, zonder correcties terug. Ik vergeet het gedicht mee te sturen.
Een dag later wordt het interview op Noordwoord gepubliceerd. Het is een prachtig geheel, ook zonder bewegingloze dans.
Nu ik dit zo heb neergeschreven, kan ik mij niet meer inhouden. Ik moet het met u delen:
bewegingloze dans
obscure camera’s dansen in het waterige ochtendlicht
nachtschade en de papiermoeder
gevlierde vensters dansen op de smalle wind
breedheid tegen het raam gedrukt
het enge gluurgat in de deur, de lichtverbinding
rijdend houtenhuis wielzwaaier
dag tegen beweging levert meer dan honderd donateurs op
stilstaande kantoorstoelpoten
god is ook maar een doorsneebaas
daar moet je niet teveel van verwachten
’s ochtends, als de bankier al op kantoor is
en de artiest nog slaapt
danst hij
Ha Douwe,
bij het slot van je prachtige gedicht moest ik denken aan een neon kunstwerk in de Antoniterkerk in Keulen. Ik wil een foto meesturen, maar dat lukt niet. In neon staat in het kunstwerk: “God is a woman and she knows how to dance”. Veel succes met je blog!
Ha Jan. Hartelijk dank voor de reactie. Je kunt de foto natuurlijk altijd mailen of anderszins opsturen. Ik ben wel benieuwd in ieder geval.
Dat zal ik doen!
haha. De herkenbare chaos. Leuk beschreven. Fijn dat je alsnog aan het delen van je gedicht bent toegekomen 😛 (al begrijp ik daar geen snars van hihi)
Haha Eileen! Ik weet zelf ook niet of ik het helemaal begrijp, maar het is in ieder geval wel precies wat ik bedoel… En ja die chaos… Het is net het echte leven.