Schommelen en kriebelen
Als kind was ik altijd al snel gespannen. Nu was mijn ouderlijk huis ook wel een aardig gespannen plek, maar daarnaast speelt vast ook een beetje aanleg. Ondanks dat ik aanraking van mijn ouders heel lastig en heftig vond, kon ik, wanneer ik op mijn arm gekriebeld werd, soms niet anders dan ontspannen. Dat was een van de weinige dingen die destijds alle spanning tenietdeed voor zolang het kriebelen duurde.
Omdat ik zo slecht kon ontspannen, werd ik op mijn achtste levensjaar ook naar een haptonoom gestuurd. De bedoeling was dat ik daar beter zou leren ontspannen. Als ik aankwam, mocht ik vijf minuten geschommeld worden in de hangmat, dat vond ik wel lekker. Maar net als bij het kriebelen had ik hier nog steeds hulp van buitenaf voor nodig. Ook kon ik bij beide dingen alleen maar ontspannen tijdens dat niks doen en raakte ik de ontspanning kwijt zodra ik weer wat moest of ging bewegen
Chronische spanning
Eigenlijk is er in de jaren daarna weinig aan verbeterd. Ik was dan ook chronisch gespannen, iets waar ik nog steeds veel rotte vruchten van pluk. Het is namelijk heel schadelijk voor je lichaam om zo lang en veel in hevige stress en spanning te zijn. Om waarschijnlijk deze reden had ik op mijn vijftiende al een flinke burn – out, hier ben ik nooit helemaal uit gekomen helaas. (Het kan ook zijn dat hier nog een ander fysiek probleem aan ten grondslag ligt, dat mogelijk door stress veroorzaakt is, wie zal het weten.)
Wat het me gebracht heeft, na wat verder omvallen, is dat ik toch opnieuw iets diende te doen in het leren ontspannen. Want een leraar of arts kan wel zeggen: ‘Je moet wat meer “ontspannen”’, maar hoe doe je dat eigenlijk? Ik had geen idee. Nog steeds vind ik het moeilijk om te ontspannen terwijl ik dingen doe, of als ik een agenda moet volgen (zelfs wanneer het om leuke dingen gaat). Al die zaken trekken me namelijk uit het bewegen vanuit wat er is en wil gebeuren. Tot nu toe lijkt dat de enige manier waarop ik dingen kan doen en, terwijl ik niet in spanning verkeer, enigszins ontspannen kan blijven leven. Helaas heb ik daarbij niet zoveel invloed over wat het dan is dat er wil en kan gebeuren. Dat is zeker niet altijd handig. Wel is het nodig. Want in constante spanning en stress houden je hoofd en lijf er op den duur mee op en dan kan je helemaal niks. Daarom is in ontspanning leren leven heel belang rijk voor me. Zo kan ik het beste voor mezelf zorgen, de meeste uitval en pijnaanvallen voorkomen, die uit verkramping van spanning ontstaan. En zo hoef ik, ondanks blijvende vermoeidheid, niet ook nog ’s middags te slapen na al lange nachten.
Leven van binnenuit
Om te leren hoe ik niet vanuit alles wat er moet, vanuit de druk van buitenaf maar ook van binnenuit moest leven, moest ik eerst aankomen in mijn centrum. Mijn centrum is het nulpunt van alle richtingen, zo ervaar ik dat. Niet in mijn hoofd, niet in de passieve grond. Niet hangend in wat al geweest is of in wat nog moet komen. Niet levend in zorgen of repetities die in mijn hoofd plaats vinden, waarin ik mij in bedachte filmpjes probeer voor te bereiden om op dingen te reageren. Soms is het best lastig, want de energie wil nog wel eens alle kanten opschieten. Weg uit het centrum; hier en nu met daarbij contact met mijn lijf en daarin een ontspanning i.p.v. aanspanning te hebben en ervaren. Door lichaamsgerichte therapie en meditatieoefeningen heb ik meer geleerd over lichaamsbewustzijn. Hoe merk je op wanneer je verdwijnt uit dat centrum? Dat is misschien wel stap 1. Het gaat namelijk zo snel, dat als je niet beter weet, je het niet zal herkennen.
Terug naar het hier en nu
Stap 2 is eindeloos lang we er terugkomen naar dat hier en nu, totdat dat steeds iets makkelijker gaat. Opmerken en terugkomen. Naar een hart dat klopt, misschien een arm of vinger die beweegt. Een adem die, als je het aandacht geeft, anders doorstroomt. Of waar je billen bijvoorbeeld de bank of grond raken, te voelen. Vanuit die plek kan ik goed voelen wat klopt. Is er honger? En wat voor eten wil er gemaakt worden? Of misschien wil er geverfd worden, heerlijk vind ik dat. Mijn oefening nu is nog om, terwijl ik op ga in iets zoals schilderen, mij ook bewust te blijven van mijn lijf. Het gebeurt namelijk nog wel eens dat ik te lang in ongemakkelijke houding ga zitten en daarna enorme pijn krijg in mijn spieren. Die spieren die al zo weinig draagvlak hebben door alle verkramping over al die jaren.
Zintuigelijke prikkelingen zijn vaak oorzaak van overprikkeling. Dan kan alles ook overgevoelig worden en veel te pijnlijk zijn, alsof geluid of zicht aankomt op een zenuw zonder tandbescherming er omheen. Toch is geur of geluid ook zo een prikkel die me compleet in het centrum van een moment kan doen komen. De geur van vers gras bijvoorbeeld. Als ik het opsnuif is er niks anders dan dat moment als ik volledig ruik. In mijn lichaam, aan het waarnemen wat er is, niks moet, niks is geweest, niks komt. Alleen nu, met een hele fijne prikkel aan mijn lijf.
Wat fijn dit te lezen! Heel herkenbaar voor me je hele verhaal!!