Overzicht in scherven
In het verlengde daarvan is er nog iets anders aan de hand. Ik stipte het daarnet al aan: ik neem waar in scherven en ik kan het geheel maar moeilijk overzien. Mijn toch al overbelaste hersens krijgen er daarmee nog een taak bij. Die overdaad aan scherven moeten ze op de eerste plaats zodanig aan elkaar vastlijmen dat er een vorm ontstaat die een betekenis in zich bergt, zichtbaar is. Doorgaans is dat al lastig genoeg. Vaak blijven er een boel onverwerkte restscherven over en dat kan twee betekenissen hebben. Ten eerste kan het zo zijn dat bij het overzien van het grotere geheel een deel van de precisie verloren gaat. Daar ondervind ik niet zoveel hinder van. Een stuk storender wordt het als het geziene geheel onjuist blijkt te zijn. In dat geval moet mijn brein de lijm losweken en kan het van voren af aan beginnen. Ik zal hoe dan ook aan de slag moeten met die onverwerkte restscherven al is het maar om uit te sluiten dat het geziene geheel onjuist is.
Het geziene geheel dat onjuist is. Is dat wat er misgaat in de velden tussen Lutkewierum en Rien? Ik kijk naar de schoenen die naar links hellen, ik kijk naar de bocht, ik kijk naar het reliëf in het fietspad, naar een wolk die in de verte voorbijtrekt, mijn eigen gedachten. Per ongeluk maakt mijn brein het verkeerde zichtbaar, geeft het betekenis aan andere waarnemingen dan die, die voor het op veilige wijze bereiken van mijn eindbestemming noodzakelijk zijn. Zodoende is de bocht betekenisloos en fiets ik de sloot in. Zien is het toekennen van betekenis aan het bekekene, het bekekene begrijpen.
Onrustig geestesoog
En is dat ook wat er misgaat met de boodschappentas met het oud papier die nog steeds links naast de voordeur staat, nu al meer dan een week? Mijn oog draagt veel informatie aan, meer dan mijn geestesoog kan verwerken – een schroefje in het slot dat niet goed vastzit, een lamp die de portiek belicht, het rode knopje om de lift te roepen.
Het oog wordt niet verzadigd met zien, zo luidt Prediker 1, vers 8 in de Statenvertaling uit 1637; ik haalde het in het eerste deel van dit drieluik al aan in het kader van het ongeluk tussen Lutkewierum en Rien. In de Nieuwe Bijbelvertaling, uit 2004, staat het iets anders: De ogen van de mens kijken, en vinden geen rust. Dit is niet de plaats om na te gaan welke vertaling de Hebreeuwse brontekst het dichtste nadert, maar feit is dat de nieuwe vertaling beter aansluit bij wat er in mijn hoofd gebeurt. Mijn oog kijkt, en vindt geen rust. Mijn geestesoog evenmin. En een onrustig geestesoog kan niet goed zien.
Fragmentarisch waarnemen
Stukje bij beetje begint die grote grijze vlek, het antwoord op de vraag waarom ik het oud papier niet weg kan brengen, kleur te krijgen. Die hele stoet aan bijzaken die mijn geestesoog passeert – het reliëf in het fietspad, een schroefje dat niet helemaal vastzit, mijn eigen gedachten – maakt het lastig mij op de hoofdzaak te blijven concentreren. Mijn geestesoog die druk bezig is om al die scherven tot een logisch geheel te lijmen, wordt gestoord door nieuwe waarnemingen en per abuis laat hij zijn werk uit handen vallen. En dan is er nog de context. Een verandering van de context leidt hoe dan ook tot een andere betekenis of het verlies daarvan. Om maar een voorbeeld te noemen: een boodschappentas met oud papier rechts naast de voordeur draagt de opdracht in zich hem weg te brengen; een boodschappentas met oud papier links naast de voordeur is betekenisloos. Het is dat fragmentarische waarnemen van buiten- en binnenwereld die maakt dat mijn geestesoog fouten maakt, rusteloos is, mijn zien vertroebeld is. Het begint onderhand een wonder te worden dat ik het oud papier vaak zo spoedig wegbreng.
Is het dan nu eindelijk tijd om het oud papier weg te brengen? Misschien. Ik heb mijn hoofd in ieder geval leeg genoeg geschreven.
Mooi verwoord Douwe. Inderdaad het oog ‘ziet niet’ de vertaling zit in je hoofd, je hersens. Wat nu als we anders bedraad zijn dan de meerderheid, dan ‘zien’ we ook anders, horen ook anders. De tas die links of rechts van de deur staat? Een wereld van verschil. Door de jaren heen heb ik me aardig aangepast aan wat men als ‘normaal’ beziet. Uiteraard door diegene die juist niet ‘normaal’ kunnen denken en wier denken zo begrensd wordt dat er alleen maar goed of fout is, zwart of wit. Toegegeven de enorme keuze mogelijkheid die mijn / ons autistisch brein… Lees verder »
Ha Machiel Cornelis,
Hartelijk dank voor je prachtige reactie.
Ik hoop altijd dat mensen iets aan mijn blogs hebben en je reactie geeft daar blijk van!
Ik hoop in de (nabije) toekomst nog meer inkijkjes te geven in mijn brein.
Groeten,
Douwe Wilts
Hoi Douwe, Zeker heb ik iets aan je blogs, evenals de vele andere blogs die op deze website geschreven zijn. Ik merk dat veel van wat hier geschreven wordt een afspiegeling is van wat zich in mijn brein afspeeld. Steeds weer vind ik veel herkenning in de ervaringen van anderen, zoals ook in die van jouw. Deze herkenning geeft me ook veel erkenning en dit is helpend in de ontdekking van mijn autisme. Ik ben 65jr en heb pas sinds 3jr (2018) erkenning van mijn anders zijn gekregen. Door het gedwongen aanpassen aan de wereld om mij heen is mijn… Lees verder »