Handen wassen
Vanuit de Covid-periode staan er nog instructies over het wassen van je handen. Ik neem ze niet al te letterlijk, maar doe het wel met aandacht. Haast heb ik niet. Anderen om mij heen wel. Alsof ze de trein moeten halen. Alsof de vergadering al lang is begonnen. Alsof het water onaangenaam koud aanvoelt. Vanwaar die haast? Of… Vanwaar mijn rust en aandacht? In die paar seconden worden je handen toch óók wel schoon? Hoe doen anderen dat dan? Waarom doen ze dit zo? Ik denk er over na, omdat ik de omgeving om mij heen wil begrijpen. Het had net zo goed over iets anders kunnen gaan dan het gedachteloze vluchtige ritueel bij de kraan.
Neurotypische wereld
Met de wereld om mij heen bedoel ik hier, heel platgeslagen, de “neurotypische” wereld. Autisme is een breed spectrum; de autistische en de neurotypische wereld lopen geleidelijk aan in elkaar over. Om mijn vragen hierover beantwoord te krijgen heb ik de ander nodig. Andersom kan ik zélf het initiatief nemen met mogelijke vragen aan mezelf te stellen en te beantwoorden. Autisme is geen losse module in mijn “zijn”; De eigenschap loopt overal doorheen. Het is een logica op zich. Iets dat ervoor kan zorgen dat ik óók, of juist, wanneer ik heel feitelijk en aandachtig handel, tegen onbegrip aan kan lopen. Van deze abstracte mijmering stap ik graag over naar enkele concrete vragen aan mezelf en aannames.
Hoe zou je verschillen tussen het autistische en neurotypische denken omschrijven?
We ervaren veel dingen anders, en toch is het bij verdere toelichting een begrijpelijke zienswijze. Waar veel mensen ergens de bedoeling achter zien, zien wij vooral de feitelijke kant. Sommige context ontbreekt dan. Onder andere bij sociale interactie maakt dit een verschil, maar ook bij instructies die niet eenduidig zijn, zoals op het werk kan voorkomen. Ik merk zelf dat na langere tijd een aanname boven water komt, bijvoorbeeld dat snel werken prioriteit heeft boven nauwkeurig werken. En ik deed het al die tijd andersom. Verder merk ik dat ik een geheel zie als een verzameling details, waar de details voor anderen juist een bijzaak vormen. Over verdere verschillen kan ik nog veel uitweiden, maar hier blijf ik bij de hoofdlijnen.
In welk opzicht vind je autisten anders sociaal?
Sociaal gedrag zou je kunnen opdelen in, enerzijds iemands drang om contact te leggen met de omgeving, anderzijds als iemands vertaling van signalen uit die omgeving. De drang om contact te leggen vind ik vrijer te kiezen dan het vertalen van de signalen; bij die ‘vertaling’ van signalen kom ik, denk ik, vaak bij een andere “taal” uit dan iemand bedoelt. Ik ervaar dit als ontbreken van eenduidigheid.
Raken we sneller overprikkeld dan gemiddeld?
Dit vind ik een erg interessante vraag, omdat het zo’n algemeen kenmerk is. Het was ruim een jaar geleden zelfs een thema in een reclamespotje met kerst. Uit ervaring antwoord ik: ja, en toch nee. Ja, want ik ervaar regelmatig dat mijn plannen op een dag mij te veel zijn. Nee, want wanneer ik uitleg wat mij te veel is, zeggen anderen: “Wat véél! Had je dat niet anders kunnen plannen?”. Precies daar begint mijn Nee. De overprikkeling volgt logischerwijs op de hoeveelheid geplande dingen. Op het moment dat ik het plan en besluit om het te doen, overzie ik al die activiteiten niet voldoende. Uiteindelijk moet het wél gebeuren, omdat ik bijvoorbeeld al middenin het proces zit. Dan is het kwaad al geschied, en kan ik niet meer terug.
“Hoe is ‘de huidige tijd’ voor autisten?”
Wat een brede en wollige vraag! Maar ik probeer de vraag wel te beantwoorden. Ik heb hem immers ook zelf gesteld. Wanneer ik een oud boek lees, of ‘oude’ televisie kijk, merk ik dat de informatie in boeken en programma’s door de jaren heen dichter op elkaar is gaan zitten. Het ‘nu’ vraagt je om sneller te schakelen, en meer te anticiperen op acute veranderingen. Aan de andere kant van de balans staat de toegenomen en verfijnde kennis over autisme, en het omgaan hiermee. Daarom vind ik het lastig om de vraag te beantwoorden.
Maar hoe doen anderen dat dan?
Maar hoe doen anderen ‘dat’ dan? Of juist: hoe doe ik de dingen, die anderen anders doen? En waarom? In een notendop heb ik omschreven hoe ik hier tegen verschillen aan kijk. Hopelijk biedt dit ruimte voor autisme.
Dank je wel, Jim, voor deze heldere uitleg van wat het betekent om autist te zijn. Sommige dingen die je benoemt herken ik zeker, zoals het zien van de letterlijke betekenis in plaats van de bedoeling. Zelf zit ik hierin misschien een beetje op het randje: ik begrijp de bedoeling wel, maar ben me heel erg bewust van de dubbele betekenissen. Mijn humor en voorliefde voor woordspelingen zijn zelfs voor een groot deel hierop gebaseerd. Ik kan me zeker voorstellen dat zoiets verwarrend kan zijn en veel extra denkwerk en energie kost. Over het algemeen zie ik deze trend in… Lees verder »