Letterlijk uit evenwicht
Ik vloekte luidkeels. Het zou het voorafgaande gerinkel ruimschoots overstemd hebben. Het borrelglaasje werd vol overtuiging verpletterd door de houten snijplank. Deze was uit evenwicht geraakt.
Wanneer ik de afwas doe vind ik het een soort kick-voor-niks om gewassen planken rechtopstaand te laten uitlekken; dat scheelt met afdrogen. Het risico is wel dat ze omvallen. Wanneer erachter dan precies een borrelglas staat, leidt dit tot een spectaculaire verwoesting. Althans, op die schaal. De volgende keer wil ik het filmen met zo’n supersnelle camera, en het dan vertraagd afspelen.
Figuurlijk uit evenwicht
Dit gebeurde enkele weken geleden bij mij in de keuken. Het is een metafoor voor het evenwicht in mijn dagelijks reilen en zeilen. Evenwicht komt als thema vaak zijdelings voor in blogs. Het heeft raakvlakken met alles tegelijkertijd willen doen; veel bezigheden ervaar ik vaak als even belangrijk. In mijn vrije tijd ga ik vaak op in één bezigheid, maar na drie uur merk ik dat ik het plezier over is gegaan in vermoeidheid. De val van de plank op het glas symboliseert voor mij het de moeite met inschatten van situaties, en met de consequenties hiervan.
Het ideale leven
Hoe mijn leven er idealiter uit zou zien? Evenwichtig. Evenwichtiger dan het vaak is. Een dag werken vind ik zingevend. Daarna iets leuks doen, of misschien iets nuttigs in het huishouden, voelt goed. De activiteit en het resultaat voelen zinvol aan. Dit is vaak een kritiek punt, omdat ik het moeilijk vind om een inschatting te maken van hoe ik mijn tijd en energie besteed. Die inschatting ervaar ik als de kern van het overzicht verliezen. De drift om vast te blijven houden aan de oorspronkelijk (erg optimistische) inschatting, maakt vervolgens dat het overzicht kwijt is.
Opnieuw uit evenwicht
Begin maart kreeg ik last van een ontstoken gevoel in mijn keel. Het hield mij uit mijn slaap, en ‘s nachts meldde ik mij ziek. Ik zegde al mijn afspraken af. Werk en privé. Drie meetings, een borrel, en uiteten. Allemaal die dag. Ik ben slechts zelden ziek, dus het voelde als falen. Alsof ik wegdook voor een drukke dag terwijl ik misschien nog best wat had gekund. Ik nam het zoals het was, en ik besloot de dag te vullen met rustige bezigheden. Ik ontbeet rustig, ik vouwde wat kleding op, en ik las verder in “Tasting Georgia”, een boek met gerechten en verhalen over de culinaire cultuur van Georgië. Het voelde als een soort reset. Een benodigd moment van bezinning. Uit de rush stappen, en weer in evenwicht komen. Een reset van de dag ervoor.
De dag ervoor was ik direct na het werk naar de Ikea gefietst om daar in het laatste openingsuur nog te proefzitten op eetkamerstoelen, en vervolgens was ik de twee-na-laatste in het restaurant voor de sluiting. Gelukkig. Of is het een teken voor mij dat dit met hakken-over-de-sloot lukte? Een bel die rinkelde om mij op mijn evenwicht te attenderen? Een signaal om stil te staan, los te laten, en even helemaal weg te gaan van de planningen waar ik zo graag aan vasthield?
Ik plande veel in, en bleef er koppig aan vast houden, maar dat verloor het van de realiteit. En zo vallen plannen soms vanzelf, raken ze uit evenwicht.
Hallo Jim,
Mooie metafoor, die rechtopstaande plank. Ik laat de planken ook rechtop drogen, maar heb, zoals eigenlijk voor alles, er een vast plekje voor. Een plek (achter de wasbak) met weinig risico op ongelukjes.
De ongelukjes gebeuren als ik iets te snel wil doen of veel dingen tegelijk in de keuken wil zetten bij het afruimen.
Ik ben gewoon meer in balans als ik er de tijd voor neem die het altijd kost. Lekker voorspelbaar houden.
Groet,
Hans