Kinderen. Wie zijn er meer onbevangen en optimistisch dan onze offspring? Ze zien eindeloze mogelijkheden (zoals vorken in stopcontacten steken) en denken dat alles voor hen is. Iets wat ze hardop laten weten als je eens “nee” zegt.
Hoe magisch is het om alles positief te zien.
Helaas ben ik volwassen en moet ik mijn kids uitleggen dat niet alles kan. Door schade en schande (en een pedagoge als moeder) heb ik veel geleerd over het leven. Alleen vind ik dat lastig om over te brengen, want negatief zijn is not-done.
Overal om me heen hoor ik de hype van positieve psychologie… ik volg ze niet.
Alleen en mislukt
Eigenlijk ben ik al negatief sinds mijn 6de, toen begonnen mijn psychologische hulptrajecten. Ik piekerde te veel en moest niet dwarsliggen als ik iets heel erg onrechtvaardig vond. Psychologen raadden aan me meer aanpassen aan leeftijdsgenoten. Hoe dan? Al die meiden waren bezig met parfums, boybands of pony’s- ik wilde in mijn boomhut zijn, boeken lezen.
Als jongvolwassene zag ik nog steeds weinig mogelijkheden tussen de neuro-typischen. Studeren vond ik een nachtmerrie. De lesstof was leuk, alleen nam ik het veel serieuzer dan klasgenoten. Zij hadden plezier met uitgaan en vergaderingen oefenen… ik kwam voor de theorie. Na 3 afgebroken studies en meerdere banen werd ik afgekeurd. Toch bleef ik zoeken naar de ideale werkplek, want ik geloof ondanks de tegenslagen dat ik genoeg te bieden heb.
Negatief maar dan constructief
Ik startte weer Cognitieve Gedragstherapie (RET Jezelf!) en Sociale Vaardigheidstraining. Zou ik vooruit komen als ik leerde leren denken en functioneren als iemand zonder autisme? Het leek aan te slaan. Op de werkvloer werd ik de ideale werknemer maar eenmaal thuis was ik bekaf. Weer voelde ik me neerslachtig worden, mezelf positiever voordoen kost zoveel energie! Hoe kan ik de grenzen van mijn sociale functioneren benoemen, zonder over te komen als moeilijk of kansloos?
In de tijd las ik toevallig een artikel over ‘constructief pessimisten’; piekeraars die rampscenario’s bedenkt en daarna kunnen ontspannen. Als zaken verkeerd aflopen, hebben zij hun zaakjes voor elkaar. Zo ben ik! Ik erken dat dingen mis kunnen gaan. Niet alles hoeft te gaan zoals de wereld het bedenkt. Het gaf me de vrijheid om ook te gaan denken:
- “Het leven is niet altijd leuk en dat hoeft het ook niet te zijn.” Psychologie Magazine schreef er dit over.
- “Ik mag authentiek zijn. The people that matter don’t mind, the people that mind don’t matter”.
- “Autisme is niet de grootste beperking. Het gebrek aan voorzieningen wel– ik ga deze zelf zoeken of bedenken.”
Conclusie
Verrassing: volgens onderzoek maakt constructief pessimisme zelfs positiever, dan negativiteit negeren. Ik houd mijn verwachtingen laag en bedenk oplossingen voor tegenslagen. Met niets te verliezen, besloot ik aanpassingen te vragen om beter te functioneren met mijn autisme. Niet langer zwijgen dat ik autisme heb, met eerlijkheid wil ik er komen.
Nu kies ik werk dat me niet leegzuigt en vrienden die mijn echte ik liken. Mijn kinderen zal ik nooit leren dat alles werkelijkheid wordt, als je je beter voordoet en alleen maar positief denkt. Het leven is hard werken. Er zijn veel vooroordelen en ook veel fysieke grenzen. Maar als je een plan maakt die bij je past en je strijdt ervoor… kids, die reis voelt écht positief!