Leren is mijn werk
Als ik terugkijk op mijn ontwikkeling als mens, dan doe ik dat het makkelijkste vanuit wat ik voor mijn werk geleerd heb. Ik heb geleerd over cognitie. En zelfs metacognitie. Deze begrippen worden verder in deze blog wel wat duidelijker. Ik vind het nog steeds lastige woorden.
Tijdens mijn tweedegraads lerarenopleiding tot wiskundeleraar lag de nadruk meer op de (vak)kennis van wiskunde. Zo’n vijftien jaar later bij mijn Masteropleiding, kregen competenties (nog zo’n lastig woord) een veel prominentere plaats. Een competentie is de geschiktheid voor een taak. Denk bijvoorbeeld maar aan organisatorisch competent. Kun je bijvoorbeeld je eigen huishouden goed organiseren?
Zowel tijdens de stage, maar ook in de vakdidactische lessen, moesten we als student aandacht geven aan het verantwoorden van zeven competenties. Bijvoorbeeld pedagogisch competent en vakdidactisch competent. Een opgave voordoen of uitleggen (vakdidactiek), dat wist ik wel dat ik dat kan. Maar pedagogisch competent (opvoedkundig)? Hoe krijg ik die pubers zover dat ze de opgaven ook echt gaan maken?
Strijd in het begin
Toen ik begon aan mijn masteropleiding, stond ik al zo’n vijftien jaar voor de klas. Ik had het begin als docent overleeft door mijn grote voorsprong op het gebied van kennis en kunde van de wiskunde. Ik stond zo ver boven de stof, dat ik eigenlijk geen tijd nodig had om mijn lessen voor te bereiden. Als ik een som voor moest doen, dan schudde ik dat zo uit mijn mouw.
Wiskunde is mijn speciale interesse, dus daar weet ik best wel veel van. Maar ook omdat er in die tijd weinig veranderde aan het lesgeven in wiskunde op zich. Er waren vaste eindtermen zodat alles lekker voorspelbaar was.
Ik kon me specialiseren in de juiste accenten in mijn uitleg. Ik wist na een aantal jaar, precies op welke momenten een aantal studenten het lastig ging krijgen met een bepaald groeistapje in hun wiskundekennis. Daar legde ik extra nadruk op zo’n stap. Ook al vond een aantal studenten dat niet leuk. Boring …. Maar die vaardigheid had ik goed in de vingers na een jaar of tien. Daarvoor (eerste jaren voor de klas) had ik mijn handen vol aan orde houden. Wist ik veel dat anderen niet zo leergierig waren als ik, als het om wiskunde ging.
Andere mindset
Je moet de student eerst in een soort leerstand krijgen. Even uit de dagelijkse bezigheden en interesses halen. Nu lukt me dat eigenlijk nog steeds niet vanzelf, ik doe het nog steeds op een soort van aangeleerde manier. Even wat persoonlijke aandacht geven door middel van een koetjes-en-kalfjesgesprek, is echt niet mijn ding. Komt jullie dat bekend voor?
Toch probeer ik het wel, maar dan meer op mijn manier. Ik merkte wel dat het een belangrijk onderdeel is van lesgeven. Je moet eerst een soort vertrouwen krijgen, een connectie. Ze laten hun gemaakte werk voor andere vakken graag zien en ik vind het heel leuk als ze een opmerking oppikken als ik bijvoorbeeld een verschil in letterkleur niet zie door mijn rood-groenkleurenblindheid. De oplossing die ze dan bedenken door ook de achtergrond mee te laten veranderen, vind ik dan geweldig.
Hogere dimensie
Wat ik bij wiskunde eigenlijk als vanzelf doe, daar moet ik op andere gebieden echt wel naar op zoek. En dat is een hogere dimensie vaardigheid. Die heb ik in de titel maar even als helicopterview beschreven. De officiële term die ik bij mijn masteropleiding geleerd heb is ‘metacognitie’.
Om het droge theorieboek wat makkelijker te maken om door te nemen, had onze docente van de pedagogisch-didactische onderdelen bedacht om elk hoofdstuk door een groep te laten presenteren. Gelukkig zat ik in een groep die snel de keuze gemaakt had welk hoofdstuk wij gingen doen. Mijn groepje bestond uit de ervaren rotten die wisten wat ze aan elkaar hadden, dus ik vertrouwde hen volledig. Ook al leek de keuze eerst op basis van het kortste hoofdstuk te zijn gemaakt. Het was precies het juiste hoofdstuk voor ons, het ging over metacognitie.
Metacognitie
Mijn studiegenoot legde het uit met het volgende voorbeeld: “Dese zin bevat drie fauten”. Je ziet er maar twee en volgens de logica is de bewering dan dus fout, dus heb je toch de derde fout te pakken. Ik zou het bij mijn ICT-studenten uitleggen met de vraag hoeveel tienen er zitten in het getal 1010. Misschien zie je er maar twee, maar het is ook de binaire weergave van tien, dus nog één extra.
Eigenlijk is metacognitie je hersenen op een andere niveau laten nadenken over waar je mee bezig bent. Wat je het makkelijkste kan omschrijven met een helicopterview. Ik kan in een andere blog wel uitleggen hoe ik dat visualiseer. Geef maar aan in een reactie bij deze blog of dat interesse wekt.
De juiste cognitie toepassen
Dat wat ik mijn studenten eigenlijk leer, is om dat stapje hoger te denken. De cognities zijn dan optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, enzovoort. Die ze in principe in het primaire onderwijs geleerd zouden moeten hebben. Maar ik merk vaak dat de studenten die moeite hebben met rekenen, maar wat goochelen met getallen. Of je prijs deelt door aantal of aantal deelt door prijs, maakt wel degelijk uit of je de hoogste of de laagste uitkomst moet kiezen voor de goedkoopste optie. Dat is niet meer zo ingebakken als toen ik begon met lesgeven. Ik denk dat het daarom nog wel goed is dat ik nog even doorga met lesgeven. De gedachten aan minder werken zijn wel heel verleidelijk. Grote groepen vind ik niet leuk, maar op individuele basis kan ik nog zo genieten als ik weer iemand een groeistapje heb zien maken. Dus stiekem vind ik dat pedagogische toch wel heel belangrijk.
Hoi Hans,
Ik denk dat jouw leerlingen van geluk kunnen spreken met jou als wiskundeleraar! Je passie voor het vak (toch door de meeste leerlingen gevreesd) zal voor hen het verschil maken tussen wel en niet kunnen meekomen.
Analytisch en logisch denken is niet makkelijk aan te leren, daarom zal jouw enthousiasme die puberbreinen misschien over de streep kunnen helpen.
BTW: wat minder werken kan ik je uit eigen ervaring warm aanbevelen 😉 Zelf ben ik 2,5 jaar geleden op 62-jarige leeftijd met vervroegd pensioen gegaan en dat bevalt me prima!
Groetjes, BoB
Hallo Bob, Dat minder werken klinkt heel aantrekkelijk, maar probeer ik zoveel mogelijk nog te negeren. Ik denk dat ik er teveel naar ga verlangen, waardoor het werken niet meer gaat zo als het nu nog gaat. Nu kan ik nog wel wat studenten meekrijgen die anders inderdaad zouden afhaken. Vandaag ook weer genoten van mijn favoriete lessen (voor het keuzedeel voorbereiding hbo wiskunde). Om te zeggen dat ze aan mijn lippen hangen is wat overdreven, maar het verschil met wanneer ze nog volop in die puberfase zitten (net binnenkomen op het mbo, soms nog maar 15) naar de fase… Lees verder »