Liefde en autisme
Om door de bomen het bos nog een beetje te kunnen zien – een aandachtspunt in mijn dagelijks leven – vertel ik over liefde en autisme in het bijzonder. Ik kan dit echter moeilijk vergelijken met daten “zonder autisme”, aangezien ik dit laatste al mijn hele leven schijn te hebben.
Vakantieliefde
Allereerst blik ik graag terug op de begintijd van de euro, waarmee we alweer enkele decennia betalen. Op vakantie leerde ik een meisje kennen met wie ik eenmaal thuis steeds vaker en langer belde. In de loop der weken liep ons record op tot een uur en drie kwartier, wat in die tijd betekende dat de rest van het huishouden al die tijd niet telefonisch bereikbaar was, en geen internet had over de toen gangbare 56k modem. Onbewust had ik voor het eerst in mijn leven een band zoals deze met iemand. Contact verliep als vanzelf; het voelde heel natuurlijk aan. Ze stelde voor dat we vrienden zouden blijven als het zou stranden. Dit laatste gebeurde helaas al snel. Haar verliefdheidsgevoelens waren overtuigend, maar ik herkende ze moeilijk bij mezelf, ook al was ik gek op haar. Ze zette er daarom een streep doorheen. Ik was erg teleurgesteld, dus ik schreef haar een brief in een poging om het op te helderen. Ze stuurde een brief terug: “Bedankt voor de fijne tijd die we samen hadden. Ik heb geen behoefte aan verder contact tussen ons.”. Lees ik dit echt? We hadden drie weken eerder toch afgesproken om vrienden te blijven? Na deze tijd kan het toch niet zó abrupt eindigen? Was dit het dan? Wat nu? Ik voelde me erg verward en verdrietig. Houden van iemand vind ik grijpbaarder en herkenbaarder dan verliefd zijn. Verliefd zijn associeer ik met een tijdelijke en instabiele vlaag van emoties en aantrekking. Of dat is omdat ik echt herkenning voel in hoe iemand in elkaar zit zie ik niet goed. Omdat ik het daarvoor te abstract vind. Ik vind de context minder duidelijk. Van iemand houden ervaar ik daarentegen als een variant van me thuis en vertrouwd voelen bij iemand, en dát herkende ik hier wel degelijk.
Flirten
Enkele jaren later maakte ik een tentamen na een periode college. Linksachter in de tentamenzaal zat een medestudente die tijdens colleges mijn aandacht al had getrokken. Tijdens het tentamen kon ik het niet laten om zo nu en dan achterom te kijken. Terwijl ik haar blauwe ogen bestudeerde, keek zij in mijn bruine ogen! Niet één seconde, ook niet vijf, maar wel tien seconde aan één stuk; dat kàn geen toeval zijn! Na het tentamen raakten we aan de praat en wisselden we zelfs contactgegevens uit. In de dagen erna droomde ik voor me uit over deze opvallende connectie in de overtuiging dat het bijzondere gevoel wederzijds was, maar na enkele weken las ik in haar Hyves-profiel (ja, écht!) dat ze al een relatie had. Ik heb me vervolgens regelmatig afgevraagd of ik een verkeerde conclusie had getrokken uit de context. Had een ander wellicht gezien dat hier niets speelde?
Initiatief nemen
Een jaar later ontmoette ik Andrea op een studentenfeestje. Omdat we duidelijk een goede klik hadden bleef ik haar die avond steeds opzoeken; waar zij was, dáár was ik. Dat vond ik logisch, want daaraan had ik behoefte. Wanneer je niet voldoende initiatief neemt kan je iemand immers uit het oog verliezen; deze avond was de enige kans. Later hoorde ik van Juliët – een gezamenlijke vriendin, óók op dat feestje – dat het als irritant werd ervaren. Nadat ze Andrea had verteld dat ik autisme heb was er wel meer begrip, en zagen we elkaar nog enkele keren, al werd het niets. Wel zette het mij aan het denken over hoe je een balans vindt “tussen initiatief en irritatie”, een “context” die voor mij als autist soms lastig aan te voelen is.
Conclusie
Omdat daten zelden echt makkelijk is, is het moeilijk om alle hierboven omschreven situaties op autisme te projecteren. Met de kennis van nu zou ik beter kunnen letten op tekenen van verliefdheid, mijn gevoel voor context en het oppikken van signalen. Maar soms… Is het nou eenmaal niet anders, en raak je verstrikt in verwarring. Onder de streep blijft het altijd een mysterie waarom op sommige potjes wat meer dekseltjes passen dan op andere.
Hallo Jim, Zo’n mooie toepasselijke blog op Valentijnsdag en dan nog geen enkele reactie, dat voelt misschien net als geen kaartje of zoiets. Mijn bouwjaar (1967) heeft als gevolg dat ik nog in het gulden tijdperk ben opgegroeid. (En gulden mag je ook best lezen als gouden). Naast dat we nog kwartjes in een telefoon moesten stoppen in een telefooncel, deden we het contacten nog met handgeschreven brieven. Het levenstempo was toen een stuk prettiger met minder prikkels. Mijn ontluikende liefdesgevoeles begonnen zo ongeveer halverwege de jaren tachtig. En toen was het gebied om een liefje te vinden, nog beperkt… Lees verder »