Eerder deze maand was ik een week vrij. Deze vrijheid biedt vele mogelijkheden die je op een werkdag niet hebt, maar ze kan ook ontaarden in een gebrek aan richtlijnen. Wat voor gedachten komen daar dan uit voort? Naast rust geeft vakantie mij ook onrust.
Structuur
De “dagelijkse sleur” bestaat voor mij uit opstaan, douchen, ontbijten, werken achter een computer en vrije tijd. Dat spreekt wellicht niet meteen tot de verbeelding, toch? Het heeft echter één groot voordeel voor mij, dat is de structuur. De regelmaat en de voorspelbaarheid geven mij rust en ontspanning. Ik hoef niet steeds te bepalen welke prioriteiten er zijn in de opsomming van andere dingen die ik nog op een dag zou willen doen, buiten het werk zelf.
Chaos voorkomen
Richtlijnen kunnen gezien worden als een beperking in de vrijheid. Maar het kan ook gezien worden als een wijze om chaos te voorkomen. Wanneer ik van te voren uitstippel wat ik op een dag wil gaan doen, bijvoorbeeld na het werk een stuk fietsen en boodschappen doen, dan beperk ik mezelf hiermee, maar ik zorg er óók voor dat ik niet acuut hoef te schakelen naar iets anders. Ik zorg ervoor dat ik niet kan wegzinken in een activiteit, en daarbij over het hoofd zie dat ik óók nog een andere activiteit wilde gaan doen, bijvoorbeeld dit blog schrijven. Ironisch gezien vergat ik dan ook om dit blog te schrijven.
Gebrek aan richtlijnen
De week vakantie van begin mei had ik ingepland om…. even vrij te zijn, rust te hebben, meer tijd te hebben voor wat ik allemaal graag doe in mijn vrije tijd, maar óók voor wat ik nog allemaal moet. En zo ging de gestructureerde werkweek over in een week zonder plichten; door het gebrek aan richtlijnen vind ik het echter lastig om deze in te richten. Op dat punt ga ik analyseren wat ik op grond van mijn gevoel moeilijk kan ordenen. Ik vraag me dan vaak af hoe belangrijk iets is, hoe hoog de urgentie is, en wat ik op dat moment het liefste zou willen doen. Dat is immers een belangrijk aspect van vakantie. En dan kost het verzamelen en categoriseren van informatie ook al tijd.
Lijstjes maken
Hoewel ik genoeg leuke dingen weet voor in mijn vrije tijd, komt het er bij mij toch vaak op neer dat ik lijstjes maak. Er zijn namelijk ook vaak minder spannende dingen die ik steeds vooruitschuif, maar ooit moeten die ook gebeuren. Er is vaak een groot verschil tussen mijn eigen verwachtingen en hetgeen ik daadwerkelijk deed. Wanneer ik het idee heb om mijn vakantie te vullen met leuke dingen, heb ik te vaak het idee dat het vanzelf gaat. Het zijn immers leuke en hobbymatige dingen.
Wat ik wil doen: fietsen met fietsmaatje uit de buurt, tuin netjes maken, spullen verkopen die ik niet meer gebruik (zoals mijn oude auto), onderhoud “nieuwe” auto.
Wat ik uiteindelijk doe: uitslapen, koekjes bakken, fietsen, vrienden opzoeken, huis enigszins opruimen.
De lijst ‘wat ik wil doen’ bestaat uit wat grotere activiteiten die achteraf meer opruimen, maar waarvan de barrière groter is. Om te slagen is meer structuur vereist, wat versterkt wordt door het feit dat ik er soms minder ervaring mee heb. De lijst ‘wat ik uiteindelijk doe’ bestaat uit dingen die voor mij vanzelf gaan, óók al vind ik de eerstgenoemde activiteiten óók leuk. Dat ik die echter nauwelijks doe, geeft me wel een soort schuldgevoel, omdat ik me niet houd aan mijn eigen plan.
Kortom, richtlijnen geven mij houvast en structuur; het zorgt ervoor dat het balletje blijft rollen. Ik kan op de automatische piloot aan de slag, zonder rekening te hoeven houden met veranderlijkheid.
Mooie blog. Groet Cor
Mooi geschreven, Jim.
In het verleden voor mij ook herkenbaar. Ik doe het nu zo: Ik heb een lijstje, maar zie wel wat ervan komt. Vertrouw er op dat als ik een rustdag nodig heb die gerust kan nemen. Vaak doe ik de dag erna dan wel de meeste dingen van mijn lijstje en soms zelfs meer omdat ik dan “in de flow” zit.