Gehoorproblemen
Al sinds mijn geboorte kamp ik met gehoorproblemen. Die problemen zijn, ook al sinds mijn geboorte, op zijn minst tweeledig. Vers uit de baarmoeder bleek ik mama niet goed te kunnen horen. Een eerste audiologisch onderzoek wees inderdaad op slechthorendheid. Men had de naar nu blijkt ijdele hoop dat het vanzelf verbeteren zou. Toen ik als eenjarige peuter nog amper wat hoorde, besloot men buisjes in het trommelvlies te plaatsen. Hiervan werd het wel iets beter, al was het nog steeds niet goed genoeg. En dat baarde zorgen; op deze manier bouwde ik een ontzagwekkende taalachterstand op. Toen ik vier was en voorzien van hoortoestellen (er bestaan helaas nog steeds geen verstatoestellen), begon men zich af te vragen of ik ooit wel zou kunnen leren lezen en schrijven.
Wat was er toch aan de hand met mij? Het leek wel alsof mijn gehoorproblemen niet alleen door mijn slechthorendheid veroorzaakt werden. Ook al hoorde ik welke woorden de ander gebruikte, ook al kende ik de betekenis van die individuele woorden, dan nog begreep ik niet wat de ander mij te zeggen had. Ik kreeg er geen grip op. En ik was er zo nieuwsgierig naar.
Een talige familie
Nu heb ik het geluk dat ik uit een talige familie kom. Mijn beide ouders waren dominee en mijn vader is dat nog steeds. Ook al begreep ik lang niet altijd wat er gezegd werd; iedere avond werd ik voorgelezen en de Bijbel was gelukkig niet het enige boek in huis. Stukje bij beetje deed het wonderlijke weefsel van de taal, en wat zo’n geheel aan woorden te betekenen kon hebben, zijn intrede in mijn leven. Gaandeweg merkte ik dat ik het aangenaam vond om met een boekje in een hoekje te kruipen. Het enige wat ik dan nog zag, was een reeks woorden die een beeld opriep. En dat was overzichtelijk.
De film van mijn dagelijks leven raasde voort in volle vaart. Maar een boek kon ik op pauze zetten, ik kon terugbladeren. Op die manier leerde ik de personages, de mensen om mij heen, steeds beter kennen. Versteend in de taal wachtten de personages op het moment dat ik hen begreep. Hoe lang het ook duurde, ze konden niet weg. Het was zo rond mijn dertiende levensjaar toen ik, per ongeluk, voor het eerst een artikel in de Groene Amsterdammer las, iets wat ik sindsdien altijd ben blijven doen. Zo ontwikkelde ik in rap tempo mijn kennis van het geschreven woord en hoe meer ik wist, hoe meer ik wilde weten. Het gesproken woord zong in zijn eigen tempo zijn eigen melodie. De nieuwsgierigheid naar het woord bleef. Op die manier transformeerde mijn achterstand tot een drijfveer om in te halen.
Het boek als ingang om mens te worden
Men zegt weleens dat kinderen zonder autisme eerst de mensen om hen heen leren kennen en via de mensen om hen heen de wereld verkennen. Voor ons, mensen met autisme, zou het precies andersom werken: wij leren eerst de wereld kennen en via de wereld de mensen om ons heen. Als ik naar mijn eigen leven kijk dan kan ik daar tot op zekere hoogte in meegaan. Ik leerde eerst de boeken kennen, daarna de personages en pas daarna de mensen om mij heen. Neem Perenbomen bloeien wit van Gerbrand Bakker. In dat prachtige boek wordt Gerson, de jongere broer van de tweeling Klaas en Kees, door een ongeval blind. Als hij later met zijn broers en zijn vader in het ziekenhuis is, spreekt de arts over ‘zijn oogleden’ in plaats van ‘je oogleden’. Het voelt voor Gerson alsof hij niets in te brengen heeft. En precies vanuit dat gevoel ben ik ooit lezingen gaan geven over mijn autisme en schrijf ik daar nu blogs over. Tegelijkertijd schrijft Bakker vol mededogen over de tweeling die zich te laat leert te verplaatsen in hun blinde broer. En dat meervoudige perspectief heb ik nodig, om iets van de wereld en daarmee de mensen om mij heen, te begrijpen. Want voor mij maakt de mens, het vleesgeworden woord, deel uit van de wereld, en daar heb ik over te waken. En wie niet begrijpt waarover hij waakt, kan niet goed waken.
Hoewel een fysieke omhelzing zeker vroeger soms een onaangename verassing was, leerde ik, met de taal als verlostang, de mens lief te hebben. En dat maakte ook mijn eigen emoties tastbaar. De taal, die vroeger mijn grootste struikelblok was, vormt tegenwoordig het gereedschap om steeds meer te worden wat ik altijd al ben: een mens.
Amen.
ik zag Douwe op de Autminds- “bijeenkomst ” online. Ik vind je een prettige jongeman.
zo lees ik dan ook dat “amen” niet alleen vanuit de bijbel is ingegeven. Ik ben coach en ik heb een coach. Ik leer gaandeweg ook mijn eigen struggles weer te herzien. Ik vond Douwe prettig dus overkomen en deskundig op de Autminds dag. groet Tien Aukes Haarlem
Hallo Tien Aukes, hartelijk dank voor je reactie. Groeten uit Groningen!