Groene kamer
“Ik denk dat er toch echt wel autisme vastgesteld kan worden.” De zin blijft in de ruimte staan. De ruimte waarin we ons bevinden heeft grote ramen, groene gordijnen en een paar kamerplanten. Er zit een psycholoog aan een bureau. Op een monitor is een tweede psycholoog in beeld. En nu staat dus ook deze zin als een cactus midden in de kamer.
Verwarrend
Ik denk er even over na. Er zijn al veel andere kamers geweest. In al die kamers heb ik ongeveer dezelfde zin gehoord, met steeds een andere diagnose. Inmiddels is het bijna standaard dat elke volgende psycholoog op zijn minst twijfelt aan de bevindingen van de vorige. “Hoe is dat voor je om te horen?” vraagt de psycholoog aan het bureau. “Verwarrend” reageer ik lacherig. Ik denk dat er toch echt wel autisme vastgesteld kan worden. Ze zegt vast ik denk en kan om voorzichtiger met me te zijn dan “je bent autist”. Toch omdat ik na vorig onderzoek géén autist bleek. Maar nu dus wel. Denkt ze dat of stelt ze het vast? Dat is nogal een verschil. Is dit een vermoeden of een diagnose? Op basis waarvan?
“Verwarrend” zeg ik dus maar. Ik ben gewend aan een oerwoud van diagnoses en vermoedens. Wie in mijn dossier kijkt, wordt er duizelig van. Ik weet inmiddels niet meer welke daarvan klopten en welke niet, van welke ik genezen ben en welke er nog steeds zijn. Een paar maanden geleden had ik nog borderline.
Alles uitzoeken
“We gaan alles uitzoeken” belooft de vrouw aan het bureau. “Het is niet makkelijk, maar zeker niet onmogelijk.” “En je mag er de tijd voor nemen!” vult de vrouw op het beeldscherm aan. Ik reageer opgelucht. Eindelijk gaat er iemand opruimen. Orde in de chaos. Het liefst zou ik nu gelijk een lijstje krijgen met alle criteria waaraan ik wel en niet voldoe. Als ik daarnaar vraag, moet de vrouw aan het bureau een beetje lachen. “Dat is een hele autistische vraag”, zegt ze. Ze noemt er een aantal. Precies en detailgericht zijn, overprikkeling, intensere zintuiglijke waarneming, dingen letterlijk nemen. “Maar ik kan het nog niet allemaal precies zeggen, want ik ken je natuurlijk ook pas net. Het gaat nog een hele zoektocht zijn, waarbij we samen gaan kijken wat allemaal bij je hoort. Het moet vast heel raar voor je zijn dat een halve vreemde dit over je zegt!” We lachen.
Psycho-educatie
“Aan het einde van die zoektocht, als je precies weet: hoe zit het bij mij, gaan we alleen autisme op papier vastleggen als jij er met alle kennis 100% achter kunt staan”. Dat is een voorrecht. Lang niet iedereen heeft deze luxe. En toch voelt het tegenstrijdig. “Wat als ik zelf te autistisch ben om in te zien dat ik autistisch ben? Stel dat ik verslaafd zou zijn, dan zie je toch ook niet van die diagnose af wanneer ik het zelf niet inzie?” Weer moeten beide dames lachen. “Daar hoef je niet bang voor te zijn. We gaan heel zorgvuldig samen kijken wat er allemaal bij je hoort. Je gaat eerst veel psycho-educatie krijgen. Het doel van zo’n autisme-diagnose is namelijk het beter begrijpen van jezelf en het krijgen van de juiste behandeling en begeleiding. Je leert waarom je sommige dingen moeilijk vindt en hoe je je leven zo inricht dat je het aankan en het bij je past.”
We praten verder over wat me allemaal te wachten staat. Het woord staat nu niet meer als een grote cactus in de ruimte, maar als een kleine vriendelijke plant op het bureau voor me. Wat voor plantje het is en hoe je daarvoor moet zorgen, weet ik nog niet. Daarvoor zal ik nog vaak terug moeten komen in de groene kamer.
Afscheid
Als ik afscheid genomen heb en buiten bij de bushalte sta, voel ik me vreemd. Er staat een aantal mensen naast me op de bus te wachten. Ik bekijk ze stiekem even. Zou één van hen ook autist zijn? Voor het eerst voel ik me geen raar buitenbeentje bij gewone mensen. Dat heeft plaatsgemaakt voor een vreemd gevoel van verbondenheid. Ik ben geen alien meer, geen onbekende plant, er is een hele groep anderen zoals ik. Als dat is hoe autisme voelt, is het zo erg nog niet.