Inleiding
Toen ik op mijn achtendertigste mijn autismediagnose kreeg had ik een vaste baan in een kleine organisatie. Mijn leidinggevende nam een open en nieuwsgierige houding aan. Daardoor ervaarde ik de ruimte om alle vragen waar ik in het werk tegen aanliep met haar te bespreken.
De problemen begonnen toen onze kleine organisatie werd samengevoegd met een grotere organisatie. Ik kwam terecht in een ander team met een andere leidinggevende. Vijf jaar en vier leidinggevenden later bleek dat ik er niet op mijn plek was. Ik kwam in de WW terecht en ging op zoek naar een meer passende baan.
Hoopvol
Toen ik begon met solliciteren, was ik ervan overtuigd dat ik binnen enkele maanden een nieuwe baan zou vinden. In het verleden was me dat ook steeds gelukt. Dankzij de zelfkennis die ik heb opgedaan sinds mijn diagnose weet ik in wat voor werkomgeving ik het beste tot mijn recht kom. En de ruim twintig jaar aan werkervaring op mijn CV toont aan dat ik genoeg te bieden heb. Ik had dan ook goede hoop op het vinden van die fijne baan waarin ik helemaal op mijn plek ben.
De realiteit is teleurstellend. Al meer dan twee jaar ben ik actief aan het solliciteren. Meer dan honderd keer afgewezen. Zonder een doelgroepenregistratie maak ik geen schijn van kans op de arbeidsmarkt. Te beperkt voor een reguliere baan en niet beperkt genoeg voor een baan met ondersteuning.
Open over autisme
Van arbeidsbemiddelaars krijg ik het advies om mijn autisme te verzwijgen tijdens sollicitaties. Toch kies ik ervoor om open te zijn. Ik kan het me niet veroorloven om pas over mijn autisme te vertellen op het moment dat ik vastloop. De ervaring leert dat ik beter vooraf afspraken kan maken over wat ik nodig heb om te floreren. Ik heb behoefte aan een concrete beschrijving van mijn taken en bijbehorende werkprocessen en een vast aanspreekpunt op de werkvloer. Een werkgever die mij dat niet kan bieden is niet de juiste werkgever voor mij.
Ook ben ik van mening dat ik door mijn diagnose te verzwijgen actief meewerk aan het in standhouden van het stigma rondom autisme. Ik heb zevenendertig jaar niet geweten dat ik autistisch ben. Mensen in mijn omgeving begrepen me niet en werden vaak boos op me. Jarenlang rekende ik mezelf alles aan wat er mis ging. Nu ik eindelijk snap wie ik ben en dat ik goed ben zoals ik ben, wil ik niet meer terug in het verdomhoekje.
Dapper
In eerste instantie reageren werkgevers positief wanneer ik vertel over mijn autisme. Ze vinden het dapper dat ik er zo open over durf te zijn. Ze waarderen het dat ik kan benoemen wat ik nodig heb en welke strategieën ik heb ontwikkeld om met lastige situaties om te gaan. En toch wijzen ze me af. Waarom? Ze denken dat ik niet in het team pas. Ze zijn bang dat ik niet met veranderingen kan omgaan, of dat de werkomgeving te prikkelrijk voor me is. Ze hebben niet de capaciteit om me fatsoenlijk in te werken. Of ze vinden dat ik beter op een functie kan solliciteren die meer geschikt is voor mensen met autisme.
Niet zelden wordt iets wat ik zeg tijdens een sollicitatiegesprek verkeerd geïnterpreteerd. Zo heb ik eens gevraagd wat de betreffende organisatie eraan doet om een autismevriendelijke werkomgeving te creëren voor haar werknemers. Ik zei dat ik daar vanuit mijn eigen kennis en ervaring een actieve bijdrage aan zou willen leveren. Dat werd opgevat als een persoonlijk verzoek om extra begeleiding. En vervolgens werd er een kandidaat aangenomen die die extra begeleiding niet nodig had.
Indicatie banenafspraak
Ik ben er weleens op gewezen dat ik met een indicatie banenafspraak makkelijker aan een baan zou kunnen komen. Ik zie mijn autisme echter niet als een tekortkoming waarvoor een werkgever gecompenseerd moet worden. Bovendien is het maar de vraag of ik ervoor in aanmerking kom. De regeling is bedoeld voor werkzoekenden die vanwege een duurzame beperking niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Hoe overtuig ik het UWV ervan dat ik onder deze doelgroep val nadat ik al jaren een reguliere baan heb gehad?
De realiteit is dat veel werkgevers huiverig zijn om een autistische werknemer aan te nemen die niet in het doelgroepenregister is opgenomen. Daardoor valt een grote groep volstrekt capabele mensen met autisme tussen wal en schip. Dat is een enorme verspilling van talent. Het creëren van een inclusieve werkomgeving mag anno 2022 niet afhankelijk zijn van een subsidie.
Desondanks heb ik een paar dagen voor het schrijven van deze blog toch de stap gezet om de bewuste indicatie aan te vragen. Een stap die gevoelens van verslagenheid en rouw bij me losmaakt. Het voelt als zelfverraad. Maar mijn behoefte aan de regelmaat en de financiële stabiliteit van een vaste baan is groter dan mijn trots.