Het tweede woord dat ik leerde was “auto”. Al vanaf mijn jonge jeugd was ik erg geïnteresseerd in auto’s. Ik tekende ze, kleide ze en won in 1996 met een kleimodel zelfs een Ferrari-jas die ik nog steeds heb hangen. In 2001 begon ik met spotten, toen was ik 14. Spotten is het op de openbare weg zoeken van bijzondere auto’s (en daar foto’s van maken). Aanvankelijk wandelde ik een rondje door Amsterdam Oud-Zuid, waar ik opgroeide; het fanatisme kwam enkele jaren later. Eén heel duidelijke herinnering aan een bijzondere spot is uit de zomer van 2001. Voor het Hilton in Amsterdam spotte ik een erg bijzondere klassieke Ferrari, een 250 GT California Spyder (foto). Eén van de 49 stuks ooit gebouwd, dus erg moeilijk te vinden. Het fotograferen deed ik nog analoog en met relatief weinig aandacht, dus veel meer dan deze ingescande foto heb ik niet voor jullie. Hier begon voor mij het spotten van auto’s.

Autisme aspect van de hobby
De sprong van “auto” naar “auti” zit in het feit dat ik zeker in het begin solistisch spotte, mezelf regelmatig kwijtraakte in alle opwinding en focus, en het contact met de buitenwereld verloor. Óók leent de hobby zich goed voor een extreem oog voor detail, want veel “bijzondere” auto’s zijn slechts aan details te onderscheiden van “minder bijzondere” varianten, zoals met name bij snelle BMW’s, Mercedes-Benz’en en Audi’s. Als voorbeeld ziet u hieronder een foto van een Alpina B10, een auto die voor de meeste mensen niets anders is dan een BMW uit de jaren ’90. Een enkeling ziet aan details als de kleinere bodenvrijheid, de Alpina-voorbumper en de typerende wielen dat het om de snelle en vrij zeldzame Alpina B10 gaat, in dit specifieke geval uitgerust met een 4,8 liter V8 met een maximum vermogen van 375 pk, zeker twintig jaar geleden veel.

Over dit soort dingen bouw je op den duur veel kennis op. Ten slotte vind ik het aspect van het “verzamelen” (opbouwen foto-archief) ook kenmerkend. Spotten houdt in dat je op de openbare weg auto’s fotografeert die je bijzonder vindt. “Bijzonder” is een erg breed begrip, en verschilt sterk per persoon. De ene persoon focust zich op moderne, dure, snelle, exclusieve auto’s. De ander focust zich meer op bijvoorbeeld klassieke auto’s, auto’s die niet in Nederland verkocht zijn, en rariteiten.
Gespotte auto's
Voor mij als geboren en getogen Amsterdammer was de P.C. Hooftstraat altijd een belangrijke locatie om te spotten. Af en toe reisde ik af naar Laren. Op den duur kwam ik op plekken in het buitenland terecht, zoals Düsseldorf, Londen en Monaco, waar een Porsche “verandert” in een Volkswagen. Je standaarden voor een “bijzondere auto” veranderen, en op een goede dag spot je misschien wel je absolute droomauto. De McLaren F1 in Londen (foto) is dat voor mij. Vanaf zijn “introductie” in 1992 was het jarenlang de snelste auto ter wereld.

Mijn interesse is door de jaren heen verschoven van met name dure en snelle auto’s naar rariteiten die hier nooit nieuw zijn geleverd. De merkwaardige Nissan Pao (foto) is hier een goed voorbeeld van. Deze is nooit in Nederland geleverd en is bovendien opvallend, zonder dat het een luxe, snelle auto is. Ook verandert de invulling van de hobby omdat je een groot deel van de typen op den duur al vaak hebt gezien, zoals een brede diversiteit aan Porsche 911’s.

Vraag en Antwoord
Voor velen is auto’s spotten een nieuwe, nog onbekende hobby. Een virtuele lezer heeft mij naar aanleiding van het bovenstaande stuk nog een aantal vragen gesteld om een beter beeld te krijgen van wat auto’s spotten precies inhoudt.
Waarom doe je dit?
Omdat ik het leuk vind om bijzondere auto’s in hun natuurlijke habitat bij toeval tegen te komen. Het is een sport op zich, in tegenstelling tot een kaartje kopen voor een expositie.
Wat is “bijzonder”?
Dit hangt van de spotter af. Veelal is men geïnteresseerd in vrij nieuwe, dure, snelle auto’s zoals Ferrai’s, Bentleys, en duurdere Porsches. Anderen richten zich op klassiekers, en er zijn ook mensen die veel interesse hebben in rariteiten die nooit plaatselijk zijn verkocht. Het kan alle kanten op.
Hoe vaak doe je dit?
Aaanvankelijk alleen in het weekend, later ook doordeweeks en ‘s avonds. Inmiddels beperkt het zich tot een enkele dag per maand, of met mijn telefoon als ik toevallig iets tegen kom.
Hoe lang doe je dit op een dag?
Soms als het tussendoor uitkomt, vaak ook wel een hele ochtend en middag, met een stuk avond erbij. Als het in het buitenland is gaat het vaak wel om een hele dag (of meerdere).
Doe je dit samen?
Jazeker, dat is erg gezellig. Op de bekende plekken kom je vanzelf zielsverwanten tegen.
Wat motiveert je om dit te blijven doen, week na week?
Er zijn altijd modellen die ik graag nog eens wil spotten. Nieuw op de markt, maar óók oudere modellen die erg zeldzaam zijn.
Is het een dure hobby?
Het is wat je er zelf van maakt. Met je telefoon door de buurt fietsen is goedkoop, met een uitgebreide set cameraspullen naar Beverly Hills kost wel wat.
Wat doe je met de foto’s?
Delen met anderen via WhatsApp, Telegram en sites die hiervoor bedoeld zijn. Dit gebeurt méér in Facebookgroepen en op Instagram, al doe ik daar zelf niets mee.
Hoe zijn reacties van mensen in de auto’s?
Meestal enthousiast. Een enkele keer is men argwanend en dat is ook wel begrijpelijk.
Fotografeer je rijdende auto’s, of alleen stilstaande en onbemande exemplaren?
Beide. Op een kruispunt rijdt nou eenmaal veel langs. Je moet er dan snel bij zijn en/of leren om bewegende auto’s te fotograferen.