Het virus
Ik werk als verpleegkundige in een verpleeghuis waar ouderen wonen met een vorm van dementie. Ik werk hier 32 uur per week en wordt minder uren ingeroosterd om mijn administratieve taken er nog naast te kunnen doen. Deze taken bestaan uit het analyseren van incidenten (bijvoorbeeld vallen of agressie), het bijhouden van alle taken rondom medicatie behoren ook aan mij. Ik probeer deze taken zoveel mogelijk thuis te doen omdat ik mezelf hier veel beter kan concentreren. Ik heb in het verleden een zware depressie gehad en sindsdien is mijn concentratie sterk afgenomen. Deze depressie kwam voort uit onbehandeld autisme.
In mijn werk als verpleegkundige word ik dagelijks geconfronteerd met covid-19, oftewel het coronavirus. Nog niet omdat mijn cliënten ziek zijn, maar wel omdat ze geen bezoek meer mogen ontvangen en daardoor hun familie/naasten moeten missen. Wij kunnen een goede afleiding voor ze zijn, maar kunnen hun familie/naasten nooit vervangen. Mijn collega’s en ik hebben onze afdeling vooralsnog ‘corona-vrij’ kunnen houden. Nog geen paniek voelend, werk ik in alle rust en doe mijn best om het mijn cliënten zo aangenaam mogelijk te maken.
Mijn leven gaat verder
Voor mij persoonlijk is het virus (nog) niet hinderlijk. Ik heb geen last van het ‘thuiswerken’, ik hoef dit nu juist niet te doen. Na mijn werkdag fiets ik lekker naar huis en daar gaat het leven verder in alle rust. Dat ik geen bezoekjes mag hebben, maakt het makkelijker om de rust te nemen en mezelf te vermaken met dingetjes rondom huis.
Het badmintonnen, mijn favoriete sport, mis ik wel. Iedere maandagavond stond ik op het veld, maar nu ben ik thuis. Ik mis ook het fysieke contact met mijn familie en sommige vrienden.
Als ik de televisie aanzet, is het eerste wat ik zie: corona, op een gegeven moment werd het een tik om het nieuws te volgen, nu is het een tik om het nieuws niet te volgen. Een middenweg kan ik hierin nog niet vinden. Omdat ik door mijn autisme gevoelig ben voor tikken, probeer ik mezelf er bewust van te maken als ik een tik aan het ontwikkelen ben.
Op een doorsnee dag
De supermarkt is wel een dingetje voor me. Ik kom er zo min mogelijk, want het lijkt wel of ik bang ben dat er andere mensen in mijn buurt komen. Daarentegen kom ik heel dicht bij mijn cliënten in de buurt omdat ik hun verzorg en hier heb ik absoluut geen moeite mee, ook niet nu Covid-19 in het land is. Op een (nu) gewone werkdag verzorg ik de mensen zoals ik altijd al deed en wanneer zij ontbeten hebben, begint de verdere dagbesteding. Deze dagbesteding kan bestaan uit spelletjes maar ook ondersteuning bieden in het emotionele welzijn. Sommige cliënten weten wel dat zij geen bezoek mogen ontvangen, maar begrijpen niet goed waarom. Leg dat maar eens uit aan iemand met een vorm van dementie!
Terug naar mezelf
Laat ik het op mijzelf betrekken. Ik ben getraind om mensen te verzorgen, maar ik ben niet getraind om de emoties, die dit virus met zich meebrengt, op te vangen. Ik ben ook niet altijd goed in het lezen van emoties, wat het soms wel moeilijker voor me maakt. We mogen ook geen hand geven ter geruststelling. Geen aanraking terwijl dat bij sommige mensen met dementie nog het enige is wat zij voelen: de basisbehoefte om aangeraakt te worden ter geruststelling.
Vind ik dat moeilijk? Mijn antwoord is ja. Ja, dit vind ik heel moeilijk.
De gedachte dat dit te zijner tijd weer goed komt, doet mij goed en daar houd ik mij aan vast.
Mooie blog Tatjana! Hier mag je trots op zijn. Houd de moed erin!
Dankjewel, ik ben er ook zeker trots op 🙂
Dank voor je bijdrage. Ik krijg van mijn dochter ook mooie momenten te horen. Zij werkt ook in de verpleging. Hou vol en geniet.
Dankje Cor, gaat zeker lukken! 🙂
Mooi omschreven Tatjana,
We zijn verzorgende/verpleegkundige vanuit ons ❤️ en juist dat maakt het allemaal net iets ingewikkelder.
Vooral die helpende hand, die arm om iemand heen.
Fijn dat we een thuisfront hebben die ons begrijpen en ons bij kunnen staan en waar we ruggespraak mee kunnen hebben.
Het gaat goedkomen !
Grtz Cindy