De diagnose
Na een intensief diagnostisch onderzoek was het tijd voor de apotheose. Ik zat in een klein en bedompt kantoortje en keek naar de psychiater en het stapeltje papier wat op tafel lag. Het oordeel zou worden geveld. Het moment was daar, er ging van alles door mijn hoofd. Starend naar de resultaten zei de beste man: ‘Ik durf de diagnose wel te stellen. PDD-NOS met sterke trekken van Asperger.’ Ik was stil. Zelf wist ik het al wel maar het was nu ook bevestigd door een professional. Mijn autisme was een feit.
Spread the word
Na het krijgen van mijn diagnose heb ik niet getwijfeld of ik mijn autisme zou delen met mijn directe omgeving. Voor mij was het vanzelfsprekend om het te vertellen aan mijn familie en vrienden. Het voelde veilig, vertrouwd. En ik had het idee dat het kon bijdragen aan het verbeteren van onze vriendschappen en onderlinge relaties.
Op het gebied van werk voelde het minder vanzelfsprekend. Ik werkte destijds bij een klein bedrijf in de rol van Front-end developer. Omdat mijn toenmalige werkgever niet openstond voor mijn situatie was ik op mijn hoede. Omdat ik een andere werkomgeving nodig had ben ik op zoek gegaan naar een andere baan. Een aantal maanden na mijn diagnose had ik een sollicitatiegesprek. Ik solliciteerde bij een zorgverzekeraar, er stond een vacature voor de rol van softwaretester open. Dankzij mijn diagnose kon ik eindelijk onderbouwde keuzes maken over welke werkzaamheden ik beter niet (planningen bewaken, overzicht houden, omgaan met keiharde deadlines) zou kunnen doen. Dat probeerde ik met gerichte vragen duidelijk te krijgen. De directeur waar ik het gesprek mee had voelde aan dat er iets speelde en vroeg door. Ik vertelde met gemengde gevoelens over mijn autisme en ik kreeg gelukkig een positieve reactie. Ik werd aangenomen en kon in mijn werk rekening houden met mijn sterke en minder sterke punten en kon op die manier weer zelfvertrouwen opbouwen.
Omdat ik mijzelf steeds beter leerde kennen en me steeds bewuster werd van mijn sterke punten ben ik twee jaar later overgestapt naar mijn huidige werkgever. Ik solliciteerde naar de functie van softwaretester. Vanaf mijn eerste gesprek ben ik open geweest over mijn autisme. De manager die ik sprak, was bekend met autisme, en stelde goede vragen om mijn kwaliteiten te beoordelen. Na een tweede gesprek werd ik aangenomen en het was een schot in de roos. Mijn persoonlijke eigenschappen die ik voor mijn diagnose als vervelend ervaarde, kwamen nu ineens heel goed van pas! Mijn werkomgeving voelde veilig dus heb ik mijn collega’s ook verteld over mijn situatie. De reacties waren prettig. Er werd niet geoordeeld en de vragen en reacties waren oprecht. Dat voelde goed voor mijn zelfvertrouwen en het had een positief effect op de onderlinge samenwerking.
Taboe op psychische diversiteit
Het delen van mijn ‘stempel’ is spannend en doe ik niet zomaar. Ik denk er wel goed over na; is het per se nodig, heeft het een meerwaarde, biedt het mij rust? Aan de andere kant vind ik het ook bijzonder dat ik er zo goed over na móét denken, het zou toch geen probleem moeten zijn?
Waar ik heel blij mee ben, is dat ik tot op heden nog geen negatieve reacties heb gekregen als ik over mijn diagnose vertelde. Tuurlijk, kritische vragen en cliché opmerkingen wel, maar dat is een goede opening voor een dialoog.
In de afgelopen jaren heb ik veel mensen gesproken die worstelen met de vraag of ze hun diagnose willen/moeten delen of dat ze het liever voor zichzelf houden. Dat vind ik jammer. Voor mij voelt dat alsof je niet volledig jezelf kunt zijn. Dat je ondanks dat je weet hoe je in elkaar zit toch een rol moet blijven spelen, dat je niet de persoon kunt zijn die je bent.
Ook ikzelf heb me vaak de vraag gesteld of ik mijn diagnose zou delen. Bang voor de mogelijke reacties, bang voor afwijzing. Toch zoek ik sinds ongeveer een jaar steeds meer de openheid en dialoog op. Ik startte een blog waarin ik ervaringen deel en ik was te gast in een podcast van Sonja Silva waarin we over ons autisme spraken. Sinds kort ben ik op mijn werk onderdeel van het team dat zich bezig houdt met psychische diversiteit en zoek daar ook de openheid op. En dat voelt goed! Het brengt me dichter bij mezelf en ik heb het idee dat ik ook meer mezelf kan zijn op die manier. Het voedt mijn gevoel van zingeving.
Inspirerend Wilco! Fijn om te lezen dat het volgen van wat goed voelt ook tot positieve dingen leidt. Ik vind het fantastisch om te lezen dat je op je werk (de plek waar ik het persoonlijk het spannendst vind om open te zijn over ‘mijn autisme’) bijdraagt aan openheid en zo misschien ook wel meer waardering voor psychische diversiteit.
Dank je! Hopelijk werkt deze blog inspirerend voor anderen. Openheid vind ik zó belangrijk, ondanks dat het spannend is.
Bedankt Wilco voor deze mooie blog. Ik denk inderdaad dat ieder zelf moet nadenken over zijn of haar ‘Coming Aut’. Ik geef wiskunde les bij ICT opleidingen en daar voelde ik me altijd het meeste thuis bij de programmeur studenten. Nu weet ik waarom. Doordat het percentage studenten met autisme wat hoger is, hebben we extra scholing gehad over autisme. Het Autisme Belevings Circuit. En privé kwamen er ook nog wat erfelijkheids signalen bij. Daardoor werd het voor mij steeds duidelijker dat ik ook maar eens mijn officiële diagnose moest gaan ophalen. Ik had het nog wel wat langer kunnen… Lees verder »