Minder sociale terugtrekking, meer sociaal contact
Ik trek me minder terug en maken meer contact met mijn sociale omgeving dan dat een mannelijke autist dat doen. Terwijl jongens met autisme vaak alleen spelen op het schoolplein bleef ik steeds in de buurt van de andere meisjes en deed ik dan wel, dan niet mee, zodat ik goed leek mee te komen. Van meisjes en vrouwen wordt meer verwacht dat ze sociaal zijn, waardoor het meer opvalt wanneer ik dat niet ben. Ik voel me ook sneller en vaker eenzaam dan een autistische man.
Meer imitatie
Ik ben meer geneigd om anderen te imiteren dan dat een autistische man dat is. Daardoor ben ik meer expressief in mijn gezicht en was ik op school beter in het maken van vrienden. Echter, naar naarmate ik ouder werd, kreeg ik evenveel of zelfs meer sociale problemen, omdat de sociale interactie tussen vrouwen complexer is en subtielere sociale en communicatieve vaardigheden vraagt dan die tussen meisjes of tussen mannen. Daarnaast heeft het imiteren ook zijn prijs. Ik ben nu zo gewend om me aan te passen aan anderen dat ik me afvraag, 'wie ben ik?' en vaak het gevoel heb dat 'niemand ziet wie ik echt ben'.
Minder opvallende interesses
Ik toon meer interesse in de geanimeerde wereld van dieren, terwijl mannelijke autisten vaak meer interesse tonen in de niet-geannimeerde wereld van objecten. De zoektocht naar een andere wereld leidt bij vrouwen als mij tot interesse in andere landen, culturen, perioden in de geschiedenis, de dierenwereld, de fantasie van film of fictie, klassieke literatuur en romans. Ik hou van lezen, wandelen en internetten als een vorm van ontspanning en terugtrekking. Dieren, boeken en de natuur zijn mijn beste vriend. En ja, gefascineerd zijn door Russische literatuur uit de 17e-eeuw of Japanse animatiefilms is minder opvallend dan treinen kijken of vreemde objecten verzamelen, hoewel de fixatie even beperkt en intens kan zijn.
Meer internaliserende, minder externaliserende problemen
Zoals alle vrouwen ga ik op een andere manier met mijn problemen om dan mannen. Ik heb meer de neiging om problemen naar binnen te richten (te internaliseren), waardoor stoornissen ontstaan in mijn persoonlijkheid, mijn stemming of mijn eetpatroon, terwijl autistische mannen meer de neiging hebben om de energie naar buiten te richten (te externaliseren), waardoor stoornissen ontstaan in het gedrag, zoals agressief of anti-sociaal gedrag. Omdat de omgeving meer last heeft van dergelijk gedrag wordt er bij jongens met autisme sneller aan de bel getrokken.
Meer gebruik van non-verbale communicatie
Ik maak meer gebruik van oogcontact en gebaren dan mannen of jongens met autisme en doe dat met meer energie, waardoor ik minder snel de diagnose autisme krijg vanwege goede prestaties op het domein van communicatie.