Sociale signalering

Het sociale probleem bij autisme is het geven van sociale signalen waardoor andere mensen automatisch gespannen worden en mensen met autisme liever mijden.

Belang

 
Het probleem bij autisme bestaat niet zo zeer uit gebrek aan interesse om met andere mensen om te gaan (sociale motivatie) of moeite met het begrijpen van het perspectief van andere mensen (sociale cognitie). Het gaat eerder om een probleem van onderdrukte of atypische sociale signalen (sociale signalering), waardoor mensen die met de autistische persoon omgaan gespannen worden en liever niet met hen omgaan.
 

Gezonde sociale signalering

1
Als mensen is onze geestelijke gezondheid afhankelijk van ons vermogen om nauwe sociale banden te vormen met andere mensen en bij een 'stam' te horen.
2
Wanneer geestelijk gezonde mensen een situatie als veilig beoordelen ontspannen ze hun spieren, ademen ze rustig en diep, maken ze oogcontact, raken ze de ander aan, uiten ze hun innerlijke gevoelens in gezichtsuitdrukking, gebaren, stem en lichaamshouding en zijn ze ook gevoelig voor de sociale signalen van anderen. Ook communiceren ze op een directe manier hun gedachten, gevoelens, wensen en behoeften aan anderen, door dingen te zeggen, door te huilen of door dingen te vragen. Dit gedrag bevorderd de sociale afstemming en het vormen en onderhouden van sociale banden.
3
Geestelijk gezonde mensen zien nieuwe en onbekende situaties als belonend en zoeken die op. In dergelijke situaties is hun hartslag hoog, voelen ze zich opgewonden en bewegen ze geanimeerd. Ze staan open voor informatie van anderen en pas hun gedrag aan op basis van de nieuwe informatie die ze tot zich nemen. Zo ontwikkelen ze zich steeds weer.
4
Wanneer er gevaar dreigt hebben mensen de neiging om hun adem in te houden en hun spieren aan te spannen en hun. Ze focussen hun aandacht en staan minder open voor alle informatie die niet direct gerelateerd is aan het gevaar.
5
Wanneer twee mensen zich beide veilig of positief opgewonden voelen wanneer ze contact met elkaar hebben ervaren ze plezier in het contact en accepteren ze elkaar (willen ze graag door blijven praten of elkaar weer zien). Door herhaalde positieve en belonende sociale interacties verbreden mensen hun sociale netwerk en hun wereldbeeld en bouwen ze sociale en mentale hulpbronnen op die hen helpen om te gaan met tegenslag.

Autisme als een stoornis in sociale signalering

1
Het probleem van mensen met autisme is (in elk geval in het begin van hun leven) niet perse een gebrek aan sociale contacten, maar een gebrek aan sociale verbondenheid. Ze bevinden zich wel in sociale situaties, maar horen niet echt bij de stam.
2
Veel mensen met autisme hebben voordat zij hun diagnose krijgen wel het idee dat er iets mis is met hen, maar ze kunnen er vaak moeilijk de vinger op leggen wat dat dan is. Er is iets mis met hen waar ze vaak geen terugkoppeling over krijgen. Ze worden afgewezen of gepest, maar begrijpen niet goed waarom. Hoogstens krijgen ze te horen dat ze 'raar' zijn, maar hoe dan wordt niet duidelijk.
3
Om sociale verbondenheid te bevorderen helpt het niet om mensen met autisme alleen maar aan te moedigen om contact te maken, zonder eerst iets te veranderen in wat er gebeurd in dat contact. Sterker nog, het voortdurend door zichzelf of de anderen gepusht te worden tot sociale interactie bevorderd een bestaan waarin sociale interacties geen plezier, maar stress opleveren, en als bedreigend worden ervaren.
4
Wat er precies mis gaat in de sociale interactie tussen autistische mensen en anderen is nog niet helemaal duidelijk. Het uitgangspunt van deze theorie is dat sociale signalering een belangrijke rol speelt.
5
Wanneer volwassenen met autisme interactie hebben met andere mensen zijn ze vaak erg alert op tekenen van gevaar en staat hun 'alarmsysteem' (dat hen aanzet tot bevriezen, vluchten of vechten) vrijwel altijd 'aan'. Vaak onderdrukken ze de uiting van hun emoties, waardoor het (naast hun vaak atypische manier van emoties uitdrukken) nog moeilijker wordt voor anderen om hen te lezen. Bovendien activeert dit ook automatisch het alarmsysteem van de ander. Dit maakt dat de sociale interactie voor beide partijen weinig belonend of in elk geval erg vermoeiend is.
6
Wanneer andere mensen kunnen kiezen gaan ze dus liever niet met mensen met autisme om. Als je als persoon met autisme dan toch steeds door jezelf of door je omgeving gedwongen wordt om toch sociaal contact te zoeken en steeds weer afgewezen wordt, heeft dit een negatief effect op je eigenwaarde en je stemming, wat op zijn beurt weer niet helpt in de sociale interactie.
7
Zo ontstaat een vicieuze cirkel, waarin je steeds meer vermijdend, ontmoedigd, hopeloos en geïsoleerd wordt, wat in veel gevallen tot depressie en angst en soms zelfs tot zelfbeschadigend of suïcidaal gedrag leidt.
8
Behandeling van autisme moet zich dus niet zo zeer richten op sociale motivatie, sociale cognitie of algemene 'sociale vaardigheden', maar op sociale signalering - in het bijzonder de vraag: (1) Wat communiceer je met je gedrag? (2) Is dat wat je wil communiceren? (3) Wat is de impact daarvan op je sociale relaties? (4) Hoe kun je je autistische kracht (bijv. regels volgens) inzetten om je sociale signalering zo aan te passen dat je weer (of voor het eerst) bij de stam gaat horen?

Ontwikkeling

  • 1993Gross & Leverson

    In een studie naar emotieregulatie richten Amerikaanse psychologen de aandacht op emotionele suppressie als strategie om met emoties op te gaan. In het onderzoek naar emotieregulatie wordt vooral aandacht besteedt aan cognitieve herwaardering, een strategie die bestaat uit het herinterpreteren van de situatie als manier om de impact van negatieve emoties te verkleinen (bijv. 'het valt wel mee', 'iedereen heeft dat wel eens', 'het komt wel weer goed'). Emotionele of expressie suppressie maakt echter gebruik van het onderdrukken van de uiting van emoties, waarmee de lichaamsactiviteit en de ademhaling wel daalt, maar de spanning niet.
  • 2003Butler e.a.

    In een studie naar de sociale effecten van expressieve suppressie vinden Amerikaanse onderzoekers dat suppressie stressvol is voor zowel de onderdrukker zelf als voor de gesprekspartner van de onderdrukker (i.e. de bloeddruk verhoogt) en de motivatie van de gesprekspartner voor verder contact met de onderdrukker dramatisch verminderd. Zij concluderen dat chronische suppressie op deze manier leidt tot sociale isolatie.
  • 2006Campbell-Sills e.a.

    In een studie naar suppressie van negatieve emoties en emotionele stoornissen vinden Amerikaanse psychologen dat patiënten met een emotionele stoornis hun negatieve emoties meer onderdrukken dan patiënten zonder emotionele stoornis, dat dit samenhangt met een toename van negatieve emotie en dat dit effect wordt gemedieerd door het beoordelen van negatieve emoties als onacceptabel. In een andere studie wordt hier aan toegevoegd dat afwijzing van de eigen emoties samenhangt met angst voor emotie (i.e. angst voor het verlies van controle over emoties).
  • 2009Srivastava e.a.

    In een studie naar het effect van expressie suppressie op het ontwikkelen van sociale relaties onder studenten die beginnen met hun studie vinden Amerikaanse onderzoekers dat andere mensen onderdrukkers niet perse onaardig vinden, maar dat suppressie wel leidt tot minder nauwe banden, minder sociale steun en minder tevredenheid met sociale contacten. Zij concluderen dat suppressie cognitieve capaciteit vraagt en daarom niet alleen emotionele expressie verminderd maar het ook moeilijk maakt om aandacht te hebben voor de ander en om verbaal te reageren op wat de ander zegt.
  • 2010Svaldi e.a.

    In een onderzoek naar emotionele suppressie bij vrouwen met een eetstoornis vinden Duitse onderzoekers (1) dat deze vrouwen een sterke dispositie tot suppressie hebben en een lagere neiging tot herwaardering en (2) dat suppressie leidt tot een afname van de activatie van het parasympathetische zenuwstelsel (het systeem dat er voor zorgt dat het lichaam in een toestand van rust kan komen).
  • 2012Samson e.a.

    In een onderzoek naar emotieregulatie bij volwassen met Asperger Syndroom vinden Amerikaanse onderzoekers dat volwassenen met autisme, in vergelijking met neurotypische deelnemers, meer gebruik maken van expressieve suppressie en minder van cognitieve herwaardering. Volwassenen met autisme die een hoge mate van expressie suppressie en een lage mate van cognitieve herwaardering vertonen hebben een ernstige mate van depressieve symptomen dan volwassenen met autisme die een lage mate van expressieve suppressie en een hoge mate van cognitieve herwaardering vertonen.
  • 2015Lynch

    In het artikel signaling matters introduceert de Britse klinisch psycholoog Thomas Lynch zijn theorie dat een stoornis in de sociale signalering de basis vormt, terwijl anorexia, chronische depressie en bepaald autistisch gedrag alleen de symptomen zijn.
  • 2015Panayiotou

    Uit een Amerikaans en Cyprisch onderzoek blijkt (1) dat experiëntiële vermijding sterk samenhangt met moeite met het identificeren van de eigen gevoelens, (2) dat klinische verbetering in depressieve symptomen samenhangt met een afname in moeite met het identificeren van de eigen gevoelens en (3) dat de verband gemedieerd wordt door vermindering in experiëntiële vermijding. De onderzoekers concluderen dat moeite met het identificeren van de eigen gevoelens niet (alleen) een aangeboren eigenschap is, maar (ook) het resultaat van aangeleerd gedrag, met name het onderdrukken van emoties.
  • 2016Trevistan e.a.

    In een Canadese studie naar het effect van alexithymische en autistische trekken op de productie van gezichtsuitdrukkingen blijken alexithymische trekken, en niet autistische trekken, de variantie in gezichtsuitdrukking van kinderen met en zonder autisme te voorspellen.

Betekenis voor autismevriendelijk Nederland

 
In een autismevriendelijk Nederland wordt in het onderzoek en de behandeling van mensen met autisme meer aandacht besteedt aan de vraag hoe andere mensen de gezichtsuitdrukking, houding, positie en intonatie van mensen met autisme opvatten en wat het effect hiervan is op de ander en het sociale gedrag. Behandelaren en mensen met autisme worden zich hier steeds meer bewust van, zodat de mogelijkheden voor verbetering die er zijn beter benut worden en steeds meer mensen met autisme er weer bij gaan horen.
 

Comments are closed.