Autisme als gebrek aan sociale motivatie

Autisten vermijden sociale interactie omdat ze er minder plezier aan beleven.

Belang

 
Sociale motivatie verwijst naar de mate waarin een persoon geïntereseerd is in omgang met andere mensen. Als zodanig wordt het zichtbaar in toenaderend of vermijdend gedrag. De sociale motivatie theorie verklaart het sociale vermijdingsgedrag van autisten met de hypothese dat ze minder plezier beleven aan sociale interactie.
 

Autismepaspoort

 
Naam theorie Sociale Motivatie
Auteur Coralie Chevellier e.a.
Beroep Sociaal psycholoog
Instelling Laboratoire de Neurosciences Cognitives
Nationaliteit Frankrijk
Medestander Intense Wereld
Tegenstander Geestesblindheid
 

Stellingen

1
Autisme is een meervoudig gebrek. Verschillende theorieën kunnen verschillende gebreken in autisme verklaren. Deze theorie verklaart het sociale gebrek en doet dat beter dan de theorie van Geestesblindheid.
2
Gebrek aan sociale inzicht komt voort uit een gebrek aan sociale motivatie. Gebrek aan sociaal inzicht is het gevolg in plaats van de oorzaak van het sociale gebrek in autisme.
3
Neurotypische mensen geven gezichten, stemmen en andere sociale informatie meer aandacht dan niet-sociale informatie, terwijl autisten de aandacht meer richten op niet-sociale beelden en geluiden.
4
Neurotypischen zoeken sociale interactie omdat ze erdoor beloond worden met plezier, terwijl autisten het meer vermijden omdat ze er minder plezier aan beleven.
5
Neurotypischen hechten aan hun reputatie als aardig, competent en aantrekkelijk, terwijl autisten het hooghouden van een imago minder belangrijk vinden en minder doen aan impressiemanagement.
6
In autisme is de hechting aan belangrijke anderen en de seksuele motivatie gespaard gebleven. Neurotypische en autistische mensen verschillen op deze gebieden niet van elkaar.

Ontwikkeling

  • 2011Chevallier e.a.

    Coralie Chevallier e.a. publiceren hun eerste artikel over de sociale motivatie theorie van autisme.
  • 2011Izuma

    In een studie naar sociale reputatie effecten vinden Amerikaanse sociaal psychologen dat autistische en neurotypische volwassenen niet verschillen in de behoefte aan goedkeuring, houding ten opzichte van vrijgevigheid of opvatting dat het sociaal wenselijk is om te doneren aan een goed doel. Ook vinden zij dat zowel autistische als neurotypische volwassenen beter (accurater) presteren op een taak wanneer ze door anderen geobserveerd worden. Maar terwijl neurotypische volwassenen sneller en meer geld aan een goed doel geven wanneer ze geobserveerd worden dan wanneer ze alleen zijn, vertonen autistische volwassenen dit effect niet. Zij geven evenveel en even snel wanneer ze alleen zijn als wanneer er anderen bij zijn. De onderzoekers concluderen dat autistische volwassenen zich er wel bewust van zijn dat er ander aanwezig zijn, en dat dit waarschijnlijk - even als bij neurotypische volwassenen - tot een toename in opwinding leidt. Maar dat reputatie-overwegingen hun geefgedrag niet beïnvloed.
  • 2012Dichter e.a. & Kohls e.a.

    Amerikaanse neurowetenschappers concluderen op basis van hersenscans dat het beloningscircuit in de hersenen van autisten anders reageert dan bij niet-autisten. Volgens het ene onderzoek gebeurd dit alleen in sociale situaties, maar volgens het andere onderzoek ook in niet-sociale situaties.
  • 2013Cage

    In een studie naar reputatiemanagement vinden Britse sociaal psychologen dat autistische volwassenen sterker geloven in de norm van wederkerigheid dan neurotypische volwassenen. Daarbij gaan ze er echter niet perse vanuit dat anderen wederkerigheid naar hen toe zullen tonen, terwijl ze wel evenveel als neurotypische volwassenen aangeven zelf wederkerigheid te zullen tonen. De autistische en neurotypische deelnemers vertonen geen verschil in hun begrip van, verlangen naar en behoefte aan geld. De onderzoekers concluderen dat het vermogen tot reputatiemanagement wel aanwezig is bij autistische volwassenen, maar dat ze minder geneigd zijn om hier ook automatisch gebruik van te maken.
  • 2015Cox

    Amerikaanse psychologen vinden een verminderde P3 amplitude in jongvolwassenen met sociale beperkingen. Van de P3 amplitude wordt vermoedt dat dit de electrophysiologische manifestatie is van activiteit in de Locus ceruleus-norepinephrine (LC-NE), een wijdverspreid cluster van noradrenaline-bevattende neuronen die functioneren in samenwerking met dopaminerge belongingcircuits om het belang van binnenkomende prikkels te evalueren. Jongvolwassenen met een hogere mate van sociale beperkingen vertonen een lagere P3 amplitude in reactie op een video met een vrouw die hen positieve feedback geeft dan jongvolwassenen met een lagere mate van sociale beperkingen. Beide groepen tonen geen verschil bij het geven van snoep als beloning.

Ontvangst en discussie

Wetenschap

1Gebrek aan argumenten, overschot aan concepten
In een Wrong Plant discussie vraagt iemand zich af wat de wetenschap over deze theorie te zeggen heeft. Een ander heeft als kritiek op het artikel dat de auteurs geen argumenten geven die hun stellingen ondersteunen. Ook veegt de theorie de concepten "sociale aandacht" en "sociale (opr)echtheid" onder sociale motivatie, wat niet strookt met de manier waarop sociale motivatie in ander onderzoek wordt begrepen.

Gemeenschap

1Skepsis

In een Wrong Plant discussie over de Sociale Motivatie theorie gaan de leden vooral in op de stelling dat autisme eerder een gebrek aan sociale motivatie dan een gebrek aan sociaal inzicht is. Dit strookt niet voor iedereen met de eigen ervaring.

  • "Ik ben skeptisch over de vraag of sociale motivatie specifiek beperkt is in autisme. Mijn persoonlijke ervaring is dat ik een sterke interesse had in anderen, zolang als ik me kan herinneren. Als kind had ik altijd een sterk verlangen naar gezelschap. Het was pas toen ik ouder werd en de sociale interactie steeds complexer werd dat ik me van nood meer terug ging trekken."
  • "Mij lijkt het dat sociale beperkingen leiden tot verminderde sociale interesse. Niet andersom. Ik leerde al heel vroeg dat ik niet goed was in sociale interacties en werd een waarnemer van in plaats van een deelnemer aan sociale interactie."
  • "Ik denkt dat sociale motivatie wel een deel van de oorzaak kan zijn van verminderd sociaal inzicht. Lage sociale motivatie van kinds af aan heeft bij mij waarschijnlijk wel bijgedragen aan vertraagde ontwikkeling van mijn sociale inzicht, maar ik twijfel of het alles verklaart."

Betekenis voor autismevriendelijk Nederland

 
In autismevriendelijk Nederland wordt begrip getoond voor het gegeven dat veel autisten evenveel behoefte aan hechtingsrelaties, seksueel contact en sociale omgang hebben als anderen, maar dat de gebruikelijke manieren en contexten van sociale omgang hen vaak veel meer kost dan anderen. Autisten en mensen die hen betrokken zijn leren steeds beter om die aanpassingen te maken die het mogelijk maken dat autisten ook plezier beleven aan de omgang met anderen.
 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *