Ik organiseer complexe informatie in eenvoudige diagnostische labels
Ik categoriseer en organiseer complexe klinische informatie in eenvoudige concepten waarmee ik de casus in één zin kan samenvatten. Ik verpak details van een lager niveau en hun interrelaties in een kleiner aantal gesimplificeerde causale modellen (diagnostische labels) die alle relevante symptomen omvatten en in één keer verklaren. Ik relateer details in de casus aan eerdere ervaringen (prototypes), die informatie in mijn klinische geheugen activeren, waardoor gerelateerde informatie beschikbaar komt en ik weet waar ik naar moet vragen. Ik herken patronen en laat informatie die daar niet relevant voor is weg. Ik redeneer eerst vanuit de oppervlakkige kenmerken terug naar onderliggende kenmerken (concepten) en van daaruit naar een classificerende diagnose. Ik maak gebruik van verschillende tegengestelde paren (acuut-chronisch, meervoudig-enkelvoudig) wanneer ik de casus voor mezelf beschrijf.
Ik overweeg psychische en fysieke factoren
Ik overweeg niet alleen acute klachten, maar ook meer complexe, onderliggende kenmerken. Ik kijk niet alleen naar narratieve informatie (wat de patiënt of een derde over de patiënt vertelt) en diagnostische informatie (wat ik weet over autisme en andere stoornissen), maar ook naar belichaamde informatie, zoals blikrichting, positionering, houding, intonatie, gebaren, gezichtsuitdrukking, handdruk en andere fysieke intentionele interacties.
Ik genereer en test verschillende diagnostische hypotheses
Ik genereer op basis van intuïtie een mentaal beeld van de casus. Ik stel op basis van deze eerste indruk een serie gerichte vragen en op basis van de antwoorden van de patiënt vervolg ik mijn onderzoek. Ik formuleer een aantal mogelijke verklaringen van het probleem van de patiënt (diagnostische hypotheses) die ik in volgorde van verwachte waarschijnlijkheid toets met behulp van analytisch redeneren en aanvullend testonderzoek. Ik vergelijk de gegevens van de casus met de definiërende kenmerken van elke mogelijkheid en sluit diagnoses waarvan de definiërende kenmerken afwezig zijn uit. Ik zoek gericht naar informatie die de hypotheses kan bevestigen of ontkrachten. Zo beoordeel ik welke diagnose(s) met een bepaalde mate van waarschijnlijkheid als beste beschrijving van het probleem geldt/gelden.
Ik analyseer wetenschappelijke onderzoeken kritisch
Ik neem de moeite om wetenschappelijke bronnen zelf na te zoeken en analyseer wetenschappelijke onderzoeken kritisch. Ik vorm mij een eigen mening over de kwaliteit van het onderzoek, interpreteert zelf de resultaten en kom tot mijn eigen conclusies.