Humor en gelach kunnen een kracht, maar ook een raadsel en een probleem zijn voor mensen met autisme.
aantal keren per uur dat autistische kinderen lachen, even vaak als niet-autistische kinderen
van het gelach van autistische kinderen in sociale situaties wordt niet gedeeld door anderen personen in die situatie
van het gelach van neurotypsiche volwassenen is persoonlijk, de ander helft is sociaal
van het gelach van autistische volwassenen is persoonlijk, slechts vijftien procent is sociaal
autisten en niet-autisten verschillen nauwelijks in de stijl van hun humor
van de autistische kinderen produceert uitsluitend persoonlijk gelach en in het geheel geen sociaal gelach
van het gelach van autistische kinderen heeft een oorzaak die hun ouders ontgaat
van de autisten is bang om uitgelachten te worden
Tijdens de uitvaart van mijn oma lachte ik de hele tijd. Het was van de zenuwen, maar toch... ik lachte. Gelukkig nam mijn opa het goed op. Hij zei dat hij blij was dat niet iedereen zat te huilen.
Ik heb regelmatig dat ik iets gewoons denk te zeggen en dat andere mensen om me lachen. Ik weet niet waarom dat gebeurd. Mensen zeggen dat het is omdat ik grappig ben. Maar ik ben dan serieus en zeg gewoon hoe het is.
Toen ik op de klantenservice ging werken moest ik leren hoe ik mezelf kon dwingen tot een lach die natuurlijk klonk. Klanten vertelden vaak stomme standaardgrapjes waarop ik dan niet op reageerde. En dan dreigden ze een klacht in te dienen omdat ik onbeleefd was.
Grappig zijn was voor mij lange tijd de enige manier om gewaardeerd te worden door mensen en is nog steeds verreweg de makkelijkste manier voor mij om aansluiting te vinden. In het laatste jaar van de middelbare school werd ik verkozen tot de meest extroverte persoon van mijn klas. Ik denk dat dit kwam omdat ik toen eindelijk geleerd had om humor te gebruiken om contact te maken. Dit was de manier waarop ik de brug tussen mijzelf en de rest van de wereld leerde te passeren.
Op de middelbare school hoorde ik andere meisjes vaak giechelen en lachten ze me uit om hoe ik mijn haar deed of me kleedde.
Wanneer ik in een groep zit heb ik meestal weinig te vertellen, maar wanneer ik wel reageer kom ik meestal grappig over, wat dan de sympathie van de rest opwekt. Ik luister mee met de soms ernstige gesprekken en weet dan op het juiste moment iets te zeggen dat grappig overkomt.
Soms probeer ik iets serieus te bespreken en dan lachen anderen er om. Laatst probeer ik mijn therapeut iets te vertellen en ze lachte er om en zij dat de manier waarop ik het vertelde grappig was. Ik denk niet dat het gepaste is voor een therapeut om te lachen om je patiënt.
Laats zei iemand op een kritische manier tegen me dat ik altijd lach. Dat is helemaal niet zo. Het gebeurd alleen als ik opgewonden ben over iets dat ik samen met een ander doe, bijvoorbeeld een date of een optreden, wat ik dan spannend vind terwijl ik het ook erg naar mijn zin heb.
Vaak lach ik om dingen, maar dan een beetje zoals een klein kind dat doet, bijvoorbeeld wanneer ik aan het skiën ben. Dan barst ik uit in ongecontroleerd gelach, gewoon omdat ik het zo leuk vindt. Soms ben ik bang dat anderen het horen.