De karaktertrekken die Haddon aan Christopher heeft meegegeven heeft hij ontleend aan zijn familie en andere mensen die hij kent, "geen van wie gelabeld zouden worden als iemand met een beperking." Je kunt volgens Haddon dus wel de kenmerken hebben, maar niet het label.
Haddon stelt de diagnose (het label) gelijk aan de beperking. Het lijkt er daarmee op dat het beperkend effect voor hem veroorzaakt wordt door het etiket zelf, niet zo zeer door de conditie die mensen hebben.
"Etiketten zijn alleen handig voor praktische zaken, maar voor intermenselijk contact zijn ze nutteloos. Het geweldige aan de instelling waar ik werkte was dat niemand een etiket kreeg; je wist niet of een kind alleen maar verlegen was, een spraakprobleem had, of iets anders. Je zei gewoon, 'Hoi, hoe heet je en hoe gaat het met je, vertel eens wat over jezelf.' Ze waren geen label, maar een mens."
Haddon maakt dus onderscheid tussen "autistischheid", als gekenmerkt worden door bepaalde karaktertrekken die je anders maken, en "autisme", als een etiket dat stigmatiserend werkt.
Dit is duidelijk terug te vinden in het boek. Christopher beschrijft zichzelf als iemand met een goed geheugen. "Het is als een film. Ik kan op Terugspoelen, Vooruitspoelen en Pauze drukken" Op dezelfde manier schrijft Oliver Sacks over Temple Grandin, een autistische professor in de dierenkunde. Zij zegt dat haar brein werkt als een "video-recorder".
Verder heeft Haddon na de universiteit een tijdje in een instelling gewerkt met jongeren met gedragsproblemen en is hij van nature geïnteresseerd in wat er in het hoofd van andere mensen omgaat. In zijn tweede roman is de hoofdpersoon dan ook hypochondrisch (iemand die steeds denkt dat hij een ernstige ziekte heeft).
Haddon weet dus best wat van autisme, maar is er niet zo blij mee dat hij sinds het verschijnen van zijn boek veel gevraagd wordt als spreker over autisme. Daar bedankt hij graag voor. Hij richt zich liever op het schrijven van boeken.
Chrisopher is geschreven als een jongen met karaktertrekken die sterk doen denken aan autisme, ook al omschrijft Christopher zichzelf alleen in algemene termen als iemand met "gedragsproblemen".
Bij eerdere uitgaven van het boek werd op de omslag het woord "Asperger" gebruikt. In latere uitgaven is dit verwijderd, maar staat nog steeds een aantal kenmerken van Christopher vermeld die sterk op autisme wijzen.
Sommige lezers vinden dat het boek zo goed beschrijft hoe Christopher denkt en leeft dat het lijkt alsof Mark Haddon zelf autistisch is.
Haddon houdt ook erg van wiskunde. Hij noemt zichzelf een "hard-line atheist" en ook Christopher is iemand die meent dat alles wetenschappelijk verklaart kan worden en dat mensen die in het bovennatuurlijke geloven stompzinnig zijn. Verder benadrukt Haddon dat we allemaal ergens wel op Christopher lijken.
"Hoe verschillend mensen ook zijn, in wezen hebben we allemaal dezelfde behoeften, verlangens, angsten en ambities. Ook iemand als Christopher is van binnenuit iemand die op je lijkt. Als je dat beseft kun je meer begrip en empathie voor een ander opbrengen."