Hans Asperger

Oostenrijkse kinderarts die in 1944 als eerste het (naar hem vernoemde) Asperger's Syndroom beschreef.

Belang

 
De Oostenrijkse kinderarts Hans Asperger is, naast Leo Kanner, één van de twee grondleggers van het wetenschappelijk onderzoek naar autisme. Het Asperger Syndroom is naar hem vernoemd.
 

Visie op autisme

Wat is autisme?

Autisme is een heterogene stoornis
In tegenstelling tot Leo Kanner ziet Asperger autisme duidelijk als een heterogene stoornis, die zowel bij kinderen als volwassenen voorkomt en zowel een hoog- als een laagfunctionerende variant heeft. Hoewel zijn artikel gaat over autistische kinderen vindt Asperger het toch belangrijk om ook wat te zeggen over autistische volwassenen. "Na wat eerder gezegd is zou men kunnen vermoeden dat de sociale integratie van deze mensen erg moeilijk, zo niet onmogelijk is, aangezien we als het wezenlijke van de toestand de storing van aanpassing aan de omgevingseisen hebben genoemd. Deze verwachting treft men echter alleen in een minderheid van de gevallen aan, en vrijwel uitsluitend bij die mensen die naast de autistische kenmerken ook nog een uitgesproken intellectuele beperking hebben. De meerderheid laat een verbeterde aanpassing zien en weet een redelijke tot goede mate van sociale intergratie te bereiken."

Autisme is een erfelijke aandoening
Hoewel Asperger autisme een "persoonlijkheidsstoornis" noemt, zag hij autisme niet als een stoornis die veroorzaakt wordt door de sociale omgeving. "Autisme ontstaat niet doordat er ongunstige ontwikkelingsinvloeden zijn, maar omdat er een aangeboren predispositie is." "Als men ziet hoe autistische kinderen van geboorte af aan autistisch opgroeien dan is een verklaring in termen van exogene oorzaken absurd." "Het idee dat psychopatische toestanden erfelijk zijn is al lange tijd bevestigd." Hoe autisme precies ontstaat is iets voor "later onderzoek". "Hier willen we alleen kort opmerken dat we gedurende een periode van 10 jaar meer dan 200 kinderen hebben geobserveerd die allemaal in grotere of kleinere mate autisme lieten zien" en dat kenmerken van autisme te onderscheiden waren in ouders of andere familieleden "in elk geval waar het voor ons mogelijk was om nader met hen kennis te maken. Meestal waren bepaalde autistische bijzonderheden aanwezig, maar vaak vonden we ook het volledige gevormde autistische beeld."
Autisme is een pervasief persoonlijkheidstype
De titel van Asperger's artikel spreekt over "autistische psychopaten". Dit wekt de suggestie dat Asperger autisme als een "stoornis" of vorm van "psychopathologie" ziet. In het artikel zelf bespreekt hij echter meer "kinderen met een bepaald type persoonlijkheid". Asperger pathalogiseert de kinderen die hij beschrijft niet alleen. Hun ritmisch bewegen en preoccupaties ziet hij bijvoorbeeld niet alleen als "stereotype" en "beperkt", maar ook als "blijkbaar betekenisvol voor hen". Hij spreekt niet alleen van "abnormaal", maar ook van "origineel" taalgebruik. Inhoudelijk beschrijft hij ook meer de persoonlijkheid van de patiënten, dan eenzijdig hun ziektebeeld. Het is de persoon, niet de stoornis, die gekenmerkt wordt door autisme. Asperger ziet autisme als "wezensbepalend", als conditie die alle psychische functies - het denken (associaties), het ervaren (affecten), het voelen (sensaties) en het willen (motivaties) - doorkuist. Hij spreekt dan ook niet van "kinderen met autisme", maar van "autistische kinderen".
Autisme is een verstoring in de harmonie tussen lichaam en geest
Bij autisten ontbreekt volgens Asperger de gezonde "harmonie tussen geest en lichaam". Ze vertonen "boven alles, een gebrek aan harmonie tussen affect [lichaam] en intellect [geest]. Hoewel het intellect vaak bovengemiddeld is, is het affect vaak ergstig verstoord." Dit wordt zichtbaar in een gebrek aan "expressief gedrag", maar ook in een "gave" voor "creatieve associatie" en "logische abstractie" en in "buitengewone prestaties" in creatieve en intellectuele beroepen. "In de autistische persoon is abstractie zo hoog ontwikkeld dat de relatie met het concrete grotendeels verloren is gegaan". Tegenover de overontwikkeling van de "logische abstractie" staat de onderontwikkeling van de "situationele adaptatie". De relatie met 'het hoofd' is sterk vermeerderd, maar de relatie met het 'lichaam' sterk verminderd.
Autisme is een sensorisch afwijking
In tegenstelling tot Leo Kanner benoemt Asperger duidelijk de hyper- en hyposensitiviteit van autisten. "Veel van de kinderen hebben een abnormaal sterke voorkeur voor of afkeur van bepaalde sensaties." Het beeld van deze verstoring is echter "verre van uniform". Overgevoelgheid bij de één, op het ene gebied of op het ene moment en ondergevoeligheid bij de ander zijn beide mogelijk. "Dezelfde kinderen die in bepaalde situaties overgevoelig voor geluid zijn, zijn in andere situaties volledig afgesloten van wat er om hen heen gebeurd en ook voor lawaai totaal ondergevoelig."
Autisme is een extreme variant van mannelijke intelligentie

Asperger merkt op dat de meer dan 200 autistische kinderen die hij gezien heeft "vrijwel exclusief jongens zijn". Sommige meisjes die Asperger zag vertoonden wel "gedrag met duidelijke autistische kenmerken", maar ze vertoonden nooit "het volledig gevormde beeld van autisme" zoals Asperger dat bij jongens waarnam. "Hoe kan dit worden verklaard?"

Het eerste antwoord van Asperger is vrij genunanceerd. "Het kan alleen toeval zijn. Of het kan dat autistische kenmerken in meisjes pas na de puberteit zichtbaar worden. We weten het niet."

Maar daarna 'vervalt' hij toch tot speculaties over een "geslachtslink". Over het algemeen zijn meisjes volgens Asperger beter in "concreet, praktisch en methodisch werk", terwijl jongens de neiging hebben om een gave te hebben voor "onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek". Over het algemeen is het vrouwelijk patroon sterk gericht op "gevoelens en instincten", het mannelijk op "abstractie en logica". "De autistische persoonlijkheid is een extreme variant van de mannelijke persoonlijkheid en intelligentie. In de autistische psychopaten is de logisch-abstractie, die überhaupt meer kenmerkend is voor de mannelijk intelligentie, tot het extreem gestegen."

Autisme is een extreme variant van kinderlijk egocentrisme
Alle kinderen zijn tot op een zekere leeftijd egocentrisch, maar volgens Asperger zit dit bij autistische kinderen anders: "Autistische kinderen zijn egocentrisch in het extreme. Ze volgen alleen hun eigen wensen, interesses en spontane impulsen, zonder overweging van restricties of prescripties die van buitenaf worden opgelegd." Ze hebben een compleet gebrek aan respect voor de status van de andere persoon. Ze behandelen iedereen als gelijke en spreken ongedwongen, met een natuurlijk zelfvertrouwen. Ze dringen zich zonder verlegenheid op aan vreemden en tonen geen enkele overweging van verschillen in leeftijd, geslacht of sociale positie en houden geen rekening met sociale en culturele conventies. Op dit punt spreekt Asperger duidelijk over autisme als een sociale beperking. "Ze tonen geen opzettelijke brutaalheid, maar hebben een oprecht defect in hun begrip van de status van de andere persoon."

Het verschil tussen autisme en schizofrenie

Inleiding
"In onze beschrijving van de gevallen zagen we een aantal overeenkomsten tussen autistische psychopathie en schizofrene toestanden en kwam de vraag op of de kinderen niet aan kinderschizofrenie leden. Wij hebben deze vraag in verschillende gevallen overwogen, maar wezen de diagnose schizofrenie telkens af. Ook kwam de vraag op of autistische pscyhopathie in sommige van de gevallen niet als voorloper van schizofrenie kan worden beschreven. Opnieuw is het antwoord nee. Wij geloven dat de autistische persoonlijkheid biologisch noch genetisch gerelateerd is aan schizofrenie."
Wel een verstoring van het affectieve contact
Asperger gebruikt Bleuler's concept van 'autisme' om te verwijzen naar de verstoring in de kinderen die hij zelf beschrijft en doet dat in de zin van 'autisme als verstoring in het affectieve contact'. "Zoals we de pathologie van de schizofrenen kunnen beschrijven als een 'voortschrijdend contactverlies' en een 'uitschakeling van de betrekkingen tussen Ik en Buitenwereld', evenzo is de 'vernauwing van de betrekkingen op alle gebieden' ook voor onze kinderen wezensbepalend."
Geen verstoring van het associatieve denken
Asperger gebruikt Bleuler's concept van 'autisme' niet in deze zin van 'autisme als leven in een fantasiewereld'. "De schizofrenen leven in een ingebeelde wereld. Hun denken wordt niet door de realiteit bepaalt, maar door allerlei wensvoorstellingen en illusies." Dit denken, dat ook bij gezonde mensen voorkomt, wordt door Bleuler "autistisch denken" genoemd. "Deze zin van autisme als wensdenken doet zich slechts af en toe voor bij onze kinderen," schrijft Asperger.

Autisme CV

  • 1938publicatie en behandeling

    Asperger diagnostiseert, behandelt en publiceert over kinderen met een 'autistische psychopathie'.
  • 1944klassiek artikel

    Asperger publiceert Die Autistischen Psychopathen im Kindesalter. In dit klassiek geworden artikel beschrijft hij kinderen met autisme.
  • 1981Asperger Syndroom

    De Britse kinderarts Lorna Wing noemt de term "syndroom van Asperger" voor het eerst in een Engelstalige publicatie. Met haar onderzoek Asperger's syndrome: a clinical accountgeeft ze brede bekendheid aan het werk van Asperger in de Engelstalige wereld.
  • 1991vertaald

    De Duitse psycholoog Uta Frith publiceert het boek Autism and Asperger Syndrome, met daarin de eerste Engelse vertaling van Asperger's Duitstalige artikel uit 1944.

Invloed en motivatie

1Zijn eigen ervaring?
Sommigen denken dat Asperger zelf het syndroom had dat later naar hem vernoemd is. Hij had moeite om vrienden te maken en werd als 'afstandelijk' gezien. Hij hield van de natuur en had weinig behoefte aan sociaal contact. Hij had een heel goed geheugen, was erg belezen en kon geconcentreerd werken. Het vraagt een sterk analytisch vermogen om de overeenkomsten op te merken tussen de kinderen die hij bestudeerd. Hij spreekt met affectie over hen, schetst een volledig beeld van hen en heeft een goed begrip van zowel hun sterke als zwakke kanten.
2De context van Nazi Duitsland
Wanneer Asperger in 1944 zijn artikel over autistische kinderen publiceert heeft hij meer dan 200 autistische kinderen gezien en is hij zich goed bewust van het verschil in niveau dat er onder hen bestaat. Toch beschrijft hij - in tegenstelling tot Leo Kanner - vooral de hoogfunctionerende autistische jongen, terwijl Kanner vooral laagfunctionerende kinderen beschrijft. Ook besteedt hij veel meer aandacht aan hun 'maatschappelijke waarde'. Waarom doet hij dat? Als Duits-sprekende doctor van een vooraanstaande Weense kliniek kan Asperger gewicht in de schaal leggen onder zijn Duitse lezers. Asperger wil laten zien dat psychisch gestoorde kinderen, die in de Nazi-ideologie als minderwaardig en als last werden gezien, juist een toegevoegde waarde voor het Derde Rijk kunnen hebben.

Betekenis voor autismevriendelijkheid

 
In navolging van Asperger is, in autismevriendelijk Nederland, aandacht voor de andere belichaming van autisten en voor autisme als sensorische verstoring. Autisten worden niet als minderwaardig gezien, omdat autisme-experts hun meerwaarde voor de samenleving benadrukken en zich beperken tot het doen van empirische uitspraken.
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *