Executieve functie

Belang

 
Executieve functie is het centrale concept in de "executieve disfunctie" theorie van autisme. Dit probleem speelt niet alleen een rol in autisme, maar ook in andere stoornissen, zoals verslaving, ADHD en persoonlijkheidsstoornissen.
 

Autismewoordenboek

1De executieve functie als deel van het brein
De executieve functie is een anatomisch systeem dat gelokaliseerd is in de frontaallobes. De Russsische neuropsycholoog Alexander Luria maakt onderscheidt tussen drie "functionele eenheden van het brein": (1) het impulsatiesysteem, dat impulsen ontvangt en doorstuurt, (2) het informatiesysteem, dat informatie ontvangt, verwerkt en opslaat en (3) het activatiesysteem, dat bewuste activiteit initieert, reguleert en monitort. Dit laatste systeem is de executieve functie en wordt gelokaliseerd in de frontaalkwab van het brein, in het bijzonder in de prefrontaal cortex. In plaats van de term "executieve functie" wordt daarom ook wel de term "PFC functie" gebruikt.
2De executieve functie als aspect van de aandacht
De executieve functie is een aspect van de cognitieve functie die "aandacht" genoemd wordt. Luria onderscheidt twee aandachtssystemen: (1) de sensorisch selectieve aandacht, die van beneden op komt, en (2) de executieve aandacht, die van boven af komt. Het eerste eerste wordt geactiveerd door prikkels in jezelf of uit je omgeving. het tweede stelt je in staat om je aandacht bewust vast te houden of juist te verschuiven. Shallice noemt deze van boven af aangestuurde aandacht het Supervisory Attentional Systeem (SAS), dat in staat is om automatisch gedrag en impulsreacties te overheersen en voorkeur te geven aan actie gebaseerd op doelen en intenties. Baddeley noemt het een Attentional Control System (ACS). In plaats van de term "executieve functie" wordt daarom ook wel de term "executieve aandacht" of "attentional control" gebruikt.
3De executieve functie als onderdeel van het werkgeheugen
De executive functie is een onderdeel van de cognitieve functie die het "werkgeugen" genoemd wordt. Volgens de Britse neuropsycholoog Alan Baddeley bestaat het werkgeheugen uit drie componenten: (1) een casettebandje voor het opslaan en terugspelen van spraak-gebaseerde informatie, (2) een kladblok voor visuele en ruimtelijke informatie en (3) een directeur of "central executive" voor het overzien van de twee ondergeschikte cognitieve processen. De directeur heeft speciaal als functie het samenvoegen van informatie uit verschillende rapportages tot een verhaal, het coördineren van de medewerkers en het verschuiven van de aandacht van de ene taak naar de ander.
4De executieve functie als vorm van intelligentie
De Brits-Amerikaanse psycholoog Raymond Cattel maakt onderscheid tussen twee soorten intelligentie, waaronder fluïde intelligentie, wat hij definieert als het vermogen om verschillen of overeenkomsten te ontdekken tussen stimuli zonder enige voorkennis over de relatie tussen de stimuli. Volgens latere onderzoekers vormen executieve aandacht, PFC functie of werkgeheugencapaciteit de neuropsychologische basis voor deze fluïde vorm van intelligentie.
5De executieve functie als toestand van de psyche
De executive functie is een psychische gemoedstoestand. Sigmund Freud deelt de menselijke psyche in als de Id, Ego en Super-Ego. De Canadese psychiater Eric Berne vertaald dit onderscheidt naar het innerlijke kind, de innerlijke volwassene en de innerlijke ouder. De volwassene is de "egotoestand" die de werkelijkheid ziet zoals die is. Het doel van de psychotherapie is het versterken van de "executive control" van de volwassene over de ouder en het kind. Volgens pscyho-analytici is deze ego of volwassene gelokaliseerd in het voorhoofd, boven of tussen de ogen.
De executieve functie is als een directeur, die als taak heeft om informatie uit verschillende rapportages samen te voegen tot een verhaal, medewerkers te coördineren en hun aandacht van de ene taak naar de andere te verschuiven.

Alan Braddeley

De executieve functie is als een volwassene, die wel naar zijn ouders en kinderen luistert, maar uiteindelijk zelf besluit wat hij doet.

Eric Berne

Welke term je ook gebruikt, het gaat hier om de capaciteit om een actieve representatie vast te houden in het geheugen, ondanks afleidingen en interferenties.

Michael Kane & Randall Engel

Ontwikkeling

  • 1923Freud

    In het boek The ego and the id stelt de Oostenrijkse psychiater Sigmund Freud dat de menselijke geest bestaat uit drie delen, de id, ego en superego. De id is het onbewuste deel van de geest, gericht op het onmiddellijk vervullen van elke impuls, ongeacht de consequenties. De ego staat in contact met de werkelijkheid, logica en redelijkheid, zodat het doordachte en verantwoorde besluiten neemt. De superego omvat de normen en waarden die het kind geleerd heeft.
  • 1943Cattel

    In een artikel over het meten van intelligentie bij volwassenen stelt de Brits-Amerikaanse psycholoog Raymond Cattel de hypothese dat er twee soorten mentale capaciteit zijn: fluïde capaciteit en gekristalliseerde capaciteit. Deze laatste is verantwoordelijk voor de piek in prestaties die tijdens de volwassenheid ontstaat door accumulatie van kennis. De eerste is meer biologisch bepaald, op basis van iemands verwerkingssnelheid, de capaciteit van iemands werkgeheugen en de kwaliteit van iemands perceptuele verwerking. Latere onderzoekers stellen dat de neuropsychologische constructen werkgeheugencapaciteit, executieve aandacht en prefrontaal cortex functie de basis vormen van het statistische construct "fluïde intelligentie".
  • 1961Berne

    De Canadese psychiater Eric Berne publiceert het boek Transactional Analysis in Psychotherapy waarin hij de id het "kind" noemt, de ego de "volwassene" en de superego de "ouder". Pscyhopathologie bestaat voor Berne in de vermenging van de ene psychische toestand met de ander, zoals bijvoorbeeld de contaminatie van de volwassene met de ouder, waardoor een strenge of veeleisende volwassene ontstaat.
  • 1966Luria

    De Russsische neuropsycholoog Alexander Luria publiceert Higher Cortial Functions in Man. Hij onderscheidt drie functionele eenheden in het menselijk brein, waaronder een in de prefrontaal cortex gelegen systeem voor de regulatie van doelgericht gedrag, dat een superviserende functie heeft over de achterliggende hersengebieden.
  • 1974Baddeley & Hitch

    De Britse neuropsychologen Alan Baddeley en Graham Hitch introduceren hun drie-delige model van het werkgeheugen, waaronder de "central executive" als metaforische verwijzing naar de directeur van een groot bedrijf.
  • 1982Lezak

    In het artikel The Problem of Assessing Executive Functions introduceert de Amerikaanse neuropsycholoog Muriel Lezak het onderscheid tussen "cognitieve functies" en "executieve functies". Cognitieve functies omvatten onder anderen waarneming, geheugen, beweging en emotie. Executieve functies omvatten die mentale capaciteiten die nodig zijn voor intentioneel handelen of doelgericht gedrag. Ze omvat vier capaciteiten: (1) conceptualisatie van behoeften en formulering van doelen, (2) selectie en planning van nodige stappen, (3) ingangzetting en voortzetting van gewenste activiteiten en (4) monitoring en correctie van het plan.
  • 1986Norman & Shallice

    De Britse neuropsychologen Donald Norman en Tim Shallice publiceren het artikel Attention to Action. Zij spreken van het Supervisory Attentional System (SAS). Dit systeem reguleert nieuwe, niet-routine matige taken. De auteurs van de theorie van autisme als executieve disfunctie zien dit systeem als de kern van de executieve functie.
  • 1988Baddeley & Wilson

    In een artikel over het disexecutieve syndroom stellen Baddeley en een collega dat problemen met de executieve functie worden veroorzaakt door een verstoring in de frontaalkwab, in het bijzonder de prefrontaal cortex. Zij onderscheiden dit disexecutieve syndroom van het klassiek geheugensyndroom waar patiënten met geheugenverlies last van hebben.

Samenstelling

Het concept executieve functie bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is daarbij een typering van het tweede.

Het eerste deel wordt met verschillende managementtermen aangeduid, waaronder "overheersing", "executie", "controle", "regulatie", "aansturing", "beheer" of "management".

Dit proces van "management" kan onderverdeeld worden in deelprocessen als identificeren, initiëren, afbreken, voorbereiden, monitoren en bijsturen.

Het tweede onderdeel wordt neuropsychologisch gezien als een "functionele eenheid van het brein" of "cognitief systeem" en klinisch psychologisch als een "egostatus", "subpersoon" of "gemoedstoestand".

Wat betreft het onderwerp van overheersing wordt aanvankelijk, bij Lunia, alleen nog de handelingen beheerst, maar uiteindelijk worden ook de aansturing van de gedachten en de regulatie van de emoties onder de executieve functie gebracht, zodat er gesproken kan worden van "zelfmanagement".

Hetzelfde geldt voor de psychiatrische kijk. Bij Berne beheerst de volwassene alleen nog de gedachten, faciliteert die de dialoog, maar bij Young gaat het ook om het onderdrukken van impulsen, het toelaten van emoties en het selecteren van helpende handelingen.

Executieve functie
executief

betreffende het management

Executieve functie
neuropsychologische functie

onderdeel van brein of psyche met specifieke taak

 
Executieve functie
executieve functie

deel van brein of psyche dat de zelf beheerst

 

Kritiek

1Dé executieve functie is een problematische construct
Spreken van dé Executieve Functie (EF) is problematisch. EF wordt door de meeste onderzoekers gezien als iets wat je het beste kunt onderzoeken door middel van EF-testen, laboratoriumtesten die erop gericht zijn om te meten of de executieve functie van een bepaalde onderzoekspopulatie intact of verstoort is. Dit brengt echter het probleem met zich mee dat de executive functie uit allerlei deelfuncties bestaat. Daardoor lijkt er mee sprake te zijn van een uit meerder leden bestaand "executive committee" (managementteam) dan van één "executive director" (directeur).
2Executieve disfunctie is een eenzijdige benadering
Spreken over een executieve disfunctie in autisme is een tekort-gebaseerde en daarmee eenzijdige benadering, waarin alleen getest wordt welke aspecten van executieve functie intact of verstoord zijn. Luria en Shallice spreken echter van een tweerichtingsverkeer, van een bottom-up aandachtssysteem en een top-down aandachtssysteem. De executieve functie is overactief in neurotypisch functioneren, terwijl de sensorisch selectieve functie onderactief is. Executief overfunctioneren maakt neurotypischen bijvoorbeeld geobsedeerd met impressiemanagement (Social Motivation Theorie), terwijl executief onderfunctioneren autisten ook vaak eerlijke en zorgzame mensen maakt. De "Enhanced Perceptual Functioning" theorie van autisme kan worden gezien als de positieve tegenhanger van "Reduced Executive Functioning".
3Executieve disfunctie wordt eenzijdig benaderd
Wanneer de executieve functie wordt gezien als de regulatie van handelingen, gedachten en emoties kan er bij executieve disfunctie sprake zijn van een zwakke zelfregulatie, maar ook van overregulatie. In de Acceptance & Commitment therapie wordt dit de "control agenda" genoemd en is het doel om deze agenda op te geven: om onplezierige emoties toe te laten, helpende gedachten te bevorderen en je toe te wijden aan gewilde handelingen. "Executive control" is dus niet per definitie ook "functioneel". De vraag is echter wel of er bij dergelijke 'overregulatie' eigenlijk wel sprake is van "control", omdat het vaak juist om onbewust gedrag gaat. Wordt alleen verkeerd gereguleerd (onderdrukt wat toegelaten zou moeten worden) of is daarnaast ook sprake van een verminderd vermogen tot regulatie, ongeacht de richting?
4De executieve functie is niet altijd meer executief
In recenter onderzoek wordt ook sociale cognitie onder executief functioneren geschaard, waarbij sociale cognitie deels wordt gezien als "het richten van de aandacht op of prioriteit geven aan sociaal-gerelateerde informatie". Dit lijkt echter een vrij onbewust proces te zijn, waardoor de vraag gesteld kan worden of het hier nog wel gaat om bewuste, executieve aandacht of dat er eigenlijk meer sprake is van onbewuste, sensorische aandacht. In dat geval wordt er nog wel onderzoek gedaan naar hersenfuncties, maar is het de vraag of deze functies strikt genomen nog wel executief zijn. Er lijkt dan hoogstens sprake te zijn van "executive assistance" in de zin van 'een functie die helpt bij het managen' van de zelf.

Betekenis voor autismevriendelijkheid

 
In autismevriendelijk Nederland wordt het begrip "executieve functie" brede uitgelegd dan alleen met verwijzing naar een set van psychologische taken waar mensen met autisme wel of niet goed op presteren. Er wordt duidelijk uitgelegd wat het verband is met andere psychologische concepten, zoals "aandacht", "werkgeheugen" en "de volwassene". Behandeling gericht op versterken van de executieve functie wordt dan ook niet los gezien van behandeling gericht op het versterken van de bewuste aandacht (mindfulness) of de volwassene (schematherapie).
 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *