Ik hou mijn vinger aan de pols
Ik besef me dat mijn cliënt kwetsbaar is en beter kan lijken te functioneren en hoger ontwikkeld kan lijken te zijn dan daadwerkelijk het geval is. Daarom hou ik de vinger aan de pols bij de dagelijkse factoren die de behandeling mogelijk maken, zoals werk, sociale steun, financiële middelen, voeding, slaap en andere factoren die de behandeling kunnen bemoeilijken of plotseling kunnen beëindigen. Ik zet mij in om de situatie van mijn cliënt stabiel te houden. Ik ben alert op dingen die de effectiviteit of voorgang van de behandeling in gevaar kunnen brengen. Mijn primaire zorg is steeds wat helpt en wat niet helpt in de behandeling.
Ik verdedig het belang van mijn cliënt
Het sociale netwerk van mijn cliënt is klein. Vaak heeft mijn cliënt niemand anders om mee te praten dan ik. Ook in de relaties die mijn cliënt wel heeft is mijn client vaak het slachtoffer. Zelfs wanneer mijn cliënt het goed lijkt te doen op het werk of in een relatie betekent dat nog niet dat er geen sociale krachten om mijn cliënt heen aan het werk zijn die er ergens langs de route voor kunnen zorgen dat mijn cliënt ontslagen of aan de kant gezet wordt. Ook de sociale zekerheid, de gezondheidszorg en andere instanties werken vaak niet in het voordeel van mijn cliënt, omdat weinigen de beperkingen en behoeften mijn cliënt begrijpen.
Ik bevorder een integrale behandeling
Mijn autistische cliënt heeft evengoed te maken met somatische stoornissen als met psychische stoornissen. Daarom bevorder ik een integrale benadering. Als ik psycho-educatie geef (cognitieve gedragstherapie, autismevoorlichting) maak ik mijn cliënt bewust van de beperkingen van deze interventie. Waar nodig raad ik medicatie en/of een vorm van psychotherapie of psycho-somatische behandeling aan. Hetzelfde geldt andersom. Als ik werk met emotionele of psycho-motorische thema's, maak ik mijn cliënt bewust van de mogelijkheden en eventuele voordelen van cognitieve therapie en psychofarmica.
Ik behoud mijn therapeutische doelen
De meeste cliënten komen niet bij mij met de klacht dat ze "last van autisme" hebben. Ze komen met andere klachten en de diagnose "autisme" volgt daar uit. Maar die diagnose is niet het einde van mijn therapeutische doelen. De autistische conditie van mijn cliënt is in zichzelf niet te behandelen, maar comorbide stoornissen zijn dat wel. Daarom identificeer ik deze stoornissen duidelijk in mijn diagnose en behoud ik het doel om deze te behandelen of om mijn cliënt er voor door te verwijzen.