Narcisme

Over de link tussen autisme spectrum stoornis en narcistische persoonlijkheidsstoornis

Belang

 
Als je de (ex-)partners van diverse mannen met autisme moet geloven is autisme hetzelfde als narcisme. Op zich is dat niet zo'n vreemde gedachte. Zowel autisme als narcisme staan bekend als 'empathiestoornis' en beide termen werden oorspronkelijk gebruikt als beschrijving voor symptomen van schizofrenie. Daarnaast kunnen autistische volwassenen inderdaad een bijkomende narcistische persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen, hoewel narcisme onder autisten een van de minst voorkomende persoonlijkheidsstoornissen lijkt te zijn.
 

Het concept en de link met autisme

Wat is narcisme?

Narcisme als interactie tussen meer- en minderwaardigheid
Hoewel narcisten bekend staan om hun arrogantie of superioriteitscomplex, gaat narcisme vrijwel altijd samen met een (verborgen) minderwaardigheidscomplex. Narcisme bestaat uit de interactie tussen twee gedachtenschema's, die in de schematherapie "Minderwaardigheid" en "Jezelf rechten toe eisen" worden genoemd. Het laatste is een overcompensatie voor het eerste. Bij de mannelijke of openlijke vorm van narcisme is de superioriteit of grootheidswaan het meest zichtbaar, terwijl bij de vrouwelijke of verborgen vorm de inferioriteit of zelfverachting meer prominent kan zijn, maar in beide is de tegenpool ook altijd wel ergens aanwezig.
Narcisme als ontkenning van de werkelijkheid
Volgens de Amerikaanse psychiater Alexander Lowen hebben narcisten ergens in hun vroege jeugd een "narcistische verwonding" opgelopen, waarin ze ervaren hebben dat de manier waarop zij zijn 'niet goed' of niet goed genoeg is. Ze moesten anders of beter zijn dan ze eigenlijk waren. Daarom hebben ze hun ware of werkelijke zelf, die niet acceptabel werd gevonden, opgegeven en een ingebeelde of valse zelf aangenomen. Sindsdien draait hun leven om het projecteren van een beeld van zichzelf als ideaal persoon. Om dat vol te houden moet niet alleen de waarheid over henzelf ontkent worden, maar ook alle informatie die daarmee in strijd is. Zo kan een narcist blijven investeren in een project dat duidelijk nergens heen gaat, maar waarvan hij tot zijn dood zal volhouden dat het een succes is.
Narcisme als grootheidswaan
Een van de eerste opvatting van narcisme is die van narcisme als "God Complex". Hoewel de meeste narcisten het niet zo direct zullen zeggen, bestaat hun stoornis in het geloof dat zij de meester of de godheid zijn en dat de ander hun slaaf of aanbidder. Een boek over de narcistische Syllicon Valley gigant Larry Ellison heeft als titel Het verschil tussen God en Larry: God denkt niet dat hij Larry is. Kwetsbaarheid tonen, verantwoordelijkheid nemen voor fouten en vergeving vragen zijn geen optie. Dat is niet iets wat God doet. God is onschendbaar, dus de narcist ook. Narcisten hebben dan ook de neiging om grote risico's te nemen. Een narcistisch meisje gebruikt bijvoorbeeld geen condoom, omdat ze denkt dat die "domme sletten" bij haar op school misschien zwanger zullen worden, maar dat zal haar niet overkomen (wat natuurlijk wel gebeurd).
Narcisme als projectie van slechte eigenschappen op de ander
Je kunt niet zonder gevolgen je hele zelfbeeld verdraaien. Om dat vol te houden moet je ook het beeld dat je van de ander hebt verdraaien. Narcisten doen dit door alle negatieve eigenschappen van zichzelf te projecteren op de ander. Een narcistische baas zal zijn medewerker er bijvoorbeeld van beschuldigen dat zij moeite met gezag heeft, geen verantwoordelijkheid neemt en de boel manipuleert, wat een aardig goede omschrijving van hemzelf is, maar niemand in zijn medewerker zal herkennen.
Narcisme als projectvorming
De narcist houdt haar zelfbeeld kunstmatig groot door middel van projecten. Dit kan van alles zijn: een studie, een partner, een kind, een bouwwerk, een bedrijf, noem maar op. Wat de projecten gemeen hebben is dat ze een verlengstuk zijn van de ego van de narcist. De narcist heeft daarom grootse visies en maakt daarom hele andere overwegingen over wat wel en niet effectief of goed is.
Narcisme als gevoelloosheid
Een van de bekendste kenmerken van narcisten is hun gebrek aan empathie. Ze lijken totaal niet te geven om het effect van hun gedrag op het emotionele of lichamelijke welzijn van hun medemens. Maar ook om hun eigen hart geven ze niets. Narcisten kunnen een vrijwel onbeperkte hoeveelheid emotionele pijn verdragen, omdat ze in staat zijn om zich vrijwel volledig af te sluiten van hun onplezierige emoties. Andere mensen staan verbijsterd te kijken hoe een narcist zijn of haar partner en kinderen volledig kapot kan maken zonder een krimp te geven. Maar voor de narcist geldt: wat je niet voelt dat is er ook niet.

Wat is de link met autisme?

Narcisme als copingmechanisme van autisten
Om met hun dagelijkse problemen om te gaan kunnen autisten verschillende manieren ontwikkelen. Narcisme is een van deze manieren. De autist houdt zichzelf het volgende voor: "Ik voel me anders dan anderen, omdat ik bijzonder ben, en omdat ik bijzonder ben verdien ik speciale behandeling. Er is niets mis met mij. Mijn moeiten in relaties met anderen komen doordat ik beter ben dan de ander. Als dingen mis gaan, is dat de schuld van de ander. Ik maak immers geen fouten."
De autist als prooi van de narcist
Narcisten zijn prooi-eters. Ze voeden zich door kwetsbare elementen in de kudde op te zoeken en die aan te vallen. Omdat autisme een kwetsbaarheid is zijn autisten dus welkome prooien van narcisten. Veel autisten verlangen naar een relatie of een baan en gaan er maar al te graag op in als een narcistische partner of baas zich aanbiedt, zeker omdat narcisten vooral in het begin van het contact heel charmant en prettig in de omgang kunnen zijn. Dit is de manier waarop ze hun prooi lokken.
De narcist als autistische passie van de autist
Aantrekking moet van twee kanten komen. Wanneer een autist dus met een narcist eindigt komt dat ook bij de autist vandaan. De autist let niet zo goed om de eigen (fysieke) behoeften, terwijl de narcist juist opmerkzaam is en uiterst gevoelig voor mogelijkheden om aardig gevonden te worden. De autist maakt de narcist ook tot autistische passie: richt alle aandacht exclusief op de narcist, denkt steeds aan hem of haar, kan het niet loslaten, ook niet nadat het al een tot flinke schade heeft geleid.
Autisme als prooi van de narcist
Bij het lezen van het boek van A History of Autism viel het mij op dat ik bij een aantal van de belangrijke figuren in de geschiedenis van autisme sterk narcistische trekken meende te herkennen - in het bijzonder Bruno Bettleheim en Ivar Lovaas. Ouders van autistische kinderen waren wanhopig en kwetsbaar door hun gebrek aan kennis. Een narcist neemt het niet zo nauw met de waarheid en floreert in een context waarin niemand precies weet wat waar is en wat niet.
De narcist als hoop van betrokkenen bij autisme
Ouders van autistische kinderen zoeken iemand die, net als hen, geeft om hun kinderen. De narcist doet dat. Hij geeft daadwerkelijk om kwetsbare kinderen, al geeft hij uiteindelijk meer om zichzelf. Het algemeen publiek heeft behoefte aan een duidelijk verhaal over wat autisme is en waar het vandaan komt. Een narcist is goed in staat om zichzelf te profileren als expert en autoriteit en een goed en zelfverzekerd verhaal neer te zetten.
Narcisme en autisme als comorbide stoornissen
Autisme en narcisme kunnen beide naast elkaar en onafhankelijk van elkaar voorkomen. Dit betekent dat er een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) diagnose gemaakt kan worden, met daarnaast een comorbide Narcistische Persoonlijkheidsstoornis (NPS). Dit houdt in dat de cliënt ook zonder autisme NPS ontwikkelt zou hebben, bijvoorbeeld omdat een van de ouders sterk narcistisch is en de cliënt 'narcistisch heeft opgevoed'.

Vergelijking

Overeenkomsten

Verkeerde beeldvorming door gender-gebaseerde eenzijdigheid
Van zowel autisme als narcisme bestaat over het algemeen een verkeerd beeld, doordat de meeste mensen alleen het mannelijke subtype kennen. Het algemene publiek en behandelaren weten vaak niet eens dat er ook een vrouwelijke subtype bestaat, omdat de diagnostische criteria in de DSM vooral het mannelijke subtype representeren. Dit terwijl mensen met het vrouwelijke subtype juist meer geneigd zijn om behandeling te zoeken dan mensen met de mannelijke vorm. Er is dus sprake van een mismatch tussen de (vrouwgerichte) psychische klachten waarmee mensen zich voor behandeling aanmelden en de (mangerichte) diagnostische criteria. Dat dit bij meerdere DSM diagnoses het geval is wijst op een structurele vooringenomenheid van de (Amerikaanse) psychiatrie.
Empathiestoornis
Zowel autisme als narcisme worden wel empathiestoornissen genoemd. Door verschillende autisme-onderzoekers (waaronder Christopher Gillberg en Simon Baron-Cohen) wordt gezegd dat autisme even als narcisme gekenmerkt worden door "de totale afwezigheid van empathie".
Copingmechanisme
Zowel autisme als narcisme worden al vanaf het begin in verband gebracht met schizofrenie. Eugen Bleuler, de bedenker van de term schizofrenie, is ook de bedenker van de term autisme. En het was het gedrag van schizofrenen dat Freud bracht tot het gebruik van de term narcisme. Bij autisme en narcisme is, even als bij schizofrenie, sprake van een verstoring van het affectieve contact en terugtrekking uit de (sociale) werkelijkheid als manier om met problemen om te gaan.
Stoornis
Mensen met narcisme worden over algemeen met meer gemak 'narcist' genoemd dan dat mensen met autisme 'autist' genoemd worden. Dat laatste 'hoort' voor veel mensen niet, omdat autisten in eerste plaats toch mensen zijn en meer dan alleen hun stoornis. Bij mensen met narcisme hoor je dit argument echter zelden. Door de schade die veel mensen met narcisme toebrengen aan de maatschappij en mensen om hen heen worden ze nogal verguisd, en vergeten mensen gauw dat narcisme ook een stoornis is, in de zin dat mensen met narcisme zichzelf ook niet gemaakt hebben en er ook niet voor gekozen hebben om te worden zoals ze zijn.
Moeite met het zich houden aan de regels
Zowel autisten als narcisten hebben moeite met het zich houden aan de regels. Beide hebben een neiging om regels te overtreden en zich daar niet bewust van te zijn of schuldig over te voelen.
Moeite met het uiten van affectie
Zowel bij mensen met autisme als bij mensen met narcisme kan sprake zijn met moeite met het uiten van affectie door te zeggen 'ik hou van je'.
Moeite met beheersen van woede
Zowel bij mensen met autisme als bij mensen met narcisme kan sprake zijn met moeite met het beheersen van hun woede of agressie, waardoor ze andere mensen emotioneel of fysiek kunnen beschadigen. In beide gevallen is de oorzaak van de woede dat er op een of andere manier niet in hun behoeften wordt voorzien en dat het hen ontbreekt aan het vermogen om dit op een constructieve manier te doen.
Eenzaamheid en zelfbeschadigend gedrag
Zowel mensen met autisme als mensen met narcisme voelen zich vaak eenzaam en depressief wanneer ze alleen zijn en kunnen gebruik maken van zelfbeschadigend gedrag om dergelijke gevoelens te vermijden.
Materiaal voor film en tv
Personages met autistische of narcistische trekken maken films en tv-series interessant. Beide zijn niet zoals andere mensen en doen en zeggen dingen die humor of drama opleveren.

Verschillen

Lager vs. hoger cortisolniveau
Narcisme is een 'stressstoornis' in de zin dat narcisten een significant hoger niveau van het hormoon cortisol in hun bloed hebben. Dat duidt erop dat ze tijdelijk meer stress ervaren, waarschijnlijk doordat hun kunstmatige zelfbeeld regelmatig bedreigt wordt. Autisten daarentegen lijken juist een lager dan gemiddeld cortisolniveau te hebben. Dit duidt erop dat ze chronisch meer stress ervaren, waardoor hun lichaam onvoldoende in staat is om zich nog weer te mobiliseren tegen bedreiging.
Cognitieve vs emotionele empathie
Emotionele empathie is de emotionele reactie van mensen op de emotionele toestand van een andere persoon (invoelen). Cognitieve empathie het aannemen van het perspectief van de ander (indenken). Voor zover autisme en narcisme beide een empatiestoornis genoemd kunnen worden verschillen de stoornissen er in dat autisme (in sommige gevallen) gekenmerkt wordt door een lage cognitieve empathie en een normale emotionele empathie, terwijl bij narcisme het tegenovergestelde het geval is, namelijk een lage emotionele empathie maar een normale cognitieve empathie.
Terugtrekking uit omgeving vs. terugtrekking uit realiteit
Bij autisme en narcisme is beide sprake van terugrekking als copingstijl. Maar waar bij autisme sprake is van terugtrekking uit de fysieke omgeving en het loslaten van de sociale omgeving is dit bij narcisme meestal niet het geval. Vaak is er juist een sterke, soms zelfs agressieve, betrokkenheid op de omgeving. Narcistische terugtrekking is meer het loslaten van het contact met de realiteit. Terwijl autisten dus de neiging hebben om met problemen om te gaan door zich terug te trekken uit de omgeving, doen narcisten dit door zich terug te trekken uit de realiteit.
Aangeboren vs. verworven stoornis
In de psychodiagnostiek wordt autisme meestal als een 'ontwikkelingsstoornis' gezien, terwijl narcisme bekend staat als een 'persoonlijkheidsstoornis'. Autisme wordt je mee geboren, narcisme krijg je later in je leven, door je opvoeding. Op deze tegenstelling is echter wel wat af te dingen. Ten eerste kunnen in beide gevallen zowel erfelijke als omgevingsfactoren meespelen. Daarnaast doet het onderscheid tussen aangeboren en verworven er voor de patiënt zelf weinig toe, omdat er in beide gevallen wel degelijk mogelijkheden voor ontwikkeling zijn, terwijl deze mogelijkheden in beide gevallen vaak ook beperkt zijn, in de zin dat er in beide gevallen (afhankelijk van de ernst van de stoornis) ook na behandeling mogelijk nooit sprake zal zijn van een volledige 'normale' ontwikkeling.
Moeite met sociale vs. moeite met morele regels
Mensen met autisme hebben meestal moeite met ongeschreven sociale regels. Ook wanneer ze heel 'normaal' lijken hebben vinden ze het vaak net was lastiger om zich te gedragen zoals neurotypische mensen van ze verwachten. Op het gebied van morele regels zijn juist vaak heel 'goed', in de zin dat ze zich vaak strikt aan de regels houden en 'nooit' met opzet iemand kwaad zouden doen. Bij mensen met narcisme, daarentegen, is het precies andersom. Narcisten hebben meestal het idee dat de morele regels niet voor hen gelden: liegen, bedriegen, sjoemelen met geld en vooral het kwetsen van andere mensen is iets wat narcisten zonder blikken of blozen kunnen doen. Op het gebied van omgangsregels kunnen ze juist weer heel 'sociaal' en 'gemakkelijk in de omgang' zijn, hoewel dit ook plotseling om kan slaan wanneer ze zich bedreigd voelen. Zolang ze zich echter niet in hun eigenwaarde aangetast voelen, hebben ze er op zichzelf geen moeite mee.
Poort van hart onvindbaar vs. gesloten
Wanneer mensen met autisme moeite hebben met het uiten van affectief heeft dat meestal als oorzaak dat ze 'niet weten wat ze dan moeten zeggen'. Zij ervaren wel liefde, maar kunnen als het ware 'de poort van hun hart' niet vinden. Ze weten niet hoe ze het naar buiten moeten brengen. Wanneer mensen met narcisme moeite hebben met het uiten van affectie komt dat doordat 'de poort van hun hart' als het ware van binnenuit gesloten is. Daardoor kunnen zij de liefde die ze ervaren alleen nog maar terug draaien naar zichzelf. Vaak hebben ze als kind of als tiener intens van iemand gehouden, maar zijn ze in hun liefde afgewezen of bedrogen.
Overprikkelde woede vs. manipulatieve woede
Bij mensen met autisme is de behoefte waar niet in voorzien wordt vaak een behoefte aan een kalmerende omgeving. Hieronder valt niet alleen de aanwezigheid van stilte, maar bijvoorbeeld ook de aanwezigheid van een omgeving die hetzelfde blijft. Lawaai of verandering kunnen mensen met autisme erg boos maken wanneer het voor hen teveel is om te verwerken. Bij mensen met narcisme is de behoefte waar niet in voorzien wordt vaak een behoefte aan aandacht of controle. Zij kunnen erg boos worden wanneer iemand niet doet wat ze willen. Hun woede is dan ook meer manipulatief, in de zin dat het gericht is op het bewust anderen zover krijgen dat ze iets doen wat ze anders niet zouden doen. Vrouwelijke narcisten zijn zich daarbij vaak ook bewust van de schade die ze met hun onbeheerste woede aanrichten en kunnen anderen daarom bewust op afstand houden. Zij voelen zich een 'monster', met te scherp klauwen, die zich beter maar uit de buurt van gewone mensen kan houden.
Direct vs. indirect zelfbeschadigend gedrag
Het zelfbeschadigende gedrag van mensen met narcisme is vaak indirect, in de zin dat het meer bestaat uit sociaal aangeleerd gedrag (zoals alcohol- of drugsmisbruik) en risicovol gedrag (zoals seksverslaving, onveilig vrijen, bergbeklimmen), waarbij niet alleen zelfhaat maar ook zelfverheerlijking een rol kan spelen. Het zelfbeschadigende gedrag van mensen met autisme daarentegen is vaak meer direct, instinctief en op zichzelf gericht, zoals jezelf snijden of met je hoofd ergens tegen aan bonken.
Bijrol vs. hoofdrol
Recent zijn er een aantal (Netflix) series verschenen met vrouwelijke hoofdpersonages met narcistische trekken, zoals Rita (2012), Don't Trust the B---- in Apartment 23 (2012), Jessica Jones (2015), Love (2016) en Girlboss (2017), waarvan Love het meest realistisch is over de realiteit van het leven met narcisme. Mannelijke hoofdpersonages met narcistische trekken lijken vaker voor te komen in films, zoals Jobs (2013) en War Machine (2017). Vaak zijn dit de verhalen van 'grote mannen', zoals generaals of 'captains of industry'. Wat betreft autisme vervullen personages met autistische trekken vaker een bijrol, zoals Chloe in 24 (2003) en Otto in Second Change (2016), hoewel zij steeds vaker een hoofdrol hebben, zoals Sheldon in The Big Bang Theory (2007), Sam in Atypical (2017) en Shaun in The Good Doctor (2017). Maar ook dan is de vraag in hoeverre het werkelijk het autistische personage of het autisme van het personage is dat het drama draagt. Meestal is dat toch niet echt het geval.

Geschiedenis

  • 1Ovidius

    De Romeinse dichter Publius Ovidius Naso voltooid De Metamorfosen, een dichtbundel met o.a. het verhaal van Narcisus, een jongeman die verliefd wordt op de weerspiegeling van zijn eigen verschijning in het wateroppervlak. Hij kan zichzelf er niet toe brengen er van weg te kijken en kwijt weg en sterft.
  • 1889Havelock Ellis

    De Britse arts en sexuoloog Henry Havelock Ellis verwijst voor het eerst naar de mythe van Narcisus in Auto-erotism: A Psychological Study, waarin hij mannelijke zelfbevrediging beschrijft. Freud gebruikt later ook de term 'auto-erotisme', waar Eugen Bleuler op zijn beurt de term 'autisme' aan ontleent.
  • 1899Näcke

    De Duitse psychiater Paul Adolf Näcke gebruikt in het artikel "Die sexuellen Perversitäten in der Irrenanstalt" voor het eerst de term "narcismus". Het verwijst hier naar een vorm van "seksuele perversie" die hij waarnam bij patiënten in zijn psychiatrische instelling.
  • 1914Freud

    De Oostenrijkse psychoanalyst Sigmund Freud publiceert zijn bekend geworden artikel On Narcissim: An Introduction. Freud maakt onderscheid tussen primair en secundair narcisme, waarbij het eerste verwijst naar een fase in de ontwikkeling waarin het kind nog volledig op zichzelf gericht is en het tweede naar een toestand waarin de persoon zich losmaakt van anderen ander en terugtrekt op zichzelf. Het was het gedrag van schizofrenen dat Freud bracht tot het gebruik van de term in deze laatste zin.
  • 1925Waelder

    De Oostenrijkse psychoanalyst Robert Waelder beschrijft in het artikel The psychoses, their mechanisms and accessibility to influence de grondstoornis in narcisme als grootheidswaan, een verdedigingsmechanisme tegen gevoelens van minderwaardigheid. Hij ziet narcisme als een vorm van schizofrenie en spreekt van de schizofrene psychose als "narcistische neurose".
  • 1961Nemiah

    In Foundations of Psychopathology beschrijft de Amerikaanse psychiater John Nemiah voor het eerst een aantal patiënten met een "narcissistic character disorder".
  • 1967Kernberg

    De Oostenrijks-Amerikaanse psychoanalist Otto Kernberg presenteert het eerste samenhangende ziektebeeld van het pathalogisch narcisme. Hij ziet de narcistische stoornis als een pathologische ontwikkeling vanaf het begin af aan. Gezond, kinderlijk narcisme behoudt het contact met de werkelijkheid en geeft geen negatief effect op de wederkerigheid in relaties. Bij pathologische narcisme zijn, net als bij schizofrenie, de relatie met de werkelijkheid en het affectief contact wel verstoord.
  • 1968-1971Kohut

    De Oostenrijks-Amerikaanse psychoanalist Heinz Kohut introduceert de term "narcistische persoonlijkheidstoornis". In zijn boek The Analysis of the Self beschrijft hij narcisme als een 'blijven hangen' (fixatie) in de gezonde, kinderlijke narcistische verlangens. Hij ziet het dus als een ontwikkelingsachterstand, die veroorzaakt wordt door koude, afstandelijke ouders, die de wensen van het kind in de kindertijd niet vervuld hebben.
  • 1980DSM-3

    Narcisme wordt voor het eerst opgenomen als officiële diagnostische categorie in de derde versie van het diagnostische handboek DSM. Het is de eerste poging om diagnostische criteria voor de narcistische persoonlijkheidsstoornis te ontwikkelen.
  • 1993Symington

    De Britse psychoanalyticus Neville Symington stelt nog steeds dat narcisme en autisme eigenlijk hetzelfde zijn. Autisme is een extreme vorm van kinderlijk narcisme. Met andere woorden, "autisme is narcisme".

Betekenis voor autismevriendelijk Nederland

 
In autismevriendelijk Nederland representeren de definities en diagnostische criteria voor autisme en andere stoornissen zowel het mannelijke als het vrouwelijke subtype, zodat het algemene publiek en behandelaren een volledig beeld van de stoornis hebben in plaats van een eenzijdig beeld van de stoornis als typisch mannelijk. Daarnaast wordt niet alleen naar interpersoonlijk gedrag gekeken, maar ook naar de innerlijke beleving van de persoon zelf.
 

Comments are closed.