Lager vs. hoger cortisolniveau
Narcisme is een 'stressstoornis' in de zin dat narcisten een significant hoger niveau van het hormoon cortisol in hun bloed hebben. Dat duidt erop dat ze tijdelijk meer stress ervaren, waarschijnlijk doordat hun kunstmatige zelfbeeld regelmatig bedreigt wordt. Autisten daarentegen lijken juist een lager dan gemiddeld cortisolniveau te hebben. Dit duidt erop dat ze chronisch meer stress ervaren, waardoor hun lichaam onvoldoende in staat is om zich nog weer te mobiliseren tegen bedreiging.
Cognitieve vs emotionele empathie
Emotionele empathie is de emotionele reactie van mensen op de emotionele toestand van een andere persoon (invoelen). Cognitieve empathie het aannemen van het perspectief van de ander (indenken). Voor zover autisme en narcisme beide een empatiestoornis genoemd kunnen worden verschillen de stoornissen er in dat autisme (in sommige gevallen) gekenmerkt wordt door een lage cognitieve empathie en een normale emotionele empathie, terwijl bij narcisme het tegenovergestelde het geval is, namelijk een lage emotionele empathie maar een normale cognitieve empathie.
Terugtrekking uit omgeving vs. terugtrekking uit realiteit
Bij autisme en narcisme is beide sprake van terugrekking als copingstijl. Maar waar bij autisme sprake is van terugtrekking uit de fysieke omgeving en het loslaten van de sociale omgeving is dit bij narcisme meestal niet het geval. Vaak is er juist een sterke, soms zelfs agressieve, betrokkenheid op de omgeving. Narcistische terugtrekking is meer het loslaten van het contact met de realiteit. Terwijl autisten dus de neiging hebben om met problemen om te gaan door zich terug te trekken uit de omgeving, doen narcisten dit door zich terug te trekken uit de realiteit.
Aangeboren vs. verworven stoornis
In de psychodiagnostiek wordt autisme meestal als een 'ontwikkelingsstoornis' gezien, terwijl narcisme bekend staat als een 'persoonlijkheidsstoornis'. Autisme wordt je mee geboren, narcisme krijg je later in je leven, door je opvoeding. Op deze tegenstelling is echter wel wat af te dingen. Ten eerste kunnen in beide gevallen zowel erfelijke als omgevingsfactoren meespelen. Daarnaast doet het onderscheid tussen aangeboren en verworven er voor de patiënt zelf weinig toe, omdat er in beide gevallen wel degelijk mogelijkheden voor ontwikkeling zijn, terwijl deze mogelijkheden in beide gevallen vaak ook beperkt zijn, in de zin dat er in beide gevallen (afhankelijk van de ernst van de stoornis) ook na behandeling mogelijk nooit sprake zal zijn van een volledige 'normale' ontwikkeling.
Moeite met sociale vs. moeite met morele regels
Mensen met autisme hebben meestal moeite met ongeschreven sociale regels. Ook wanneer ze heel 'normaal' lijken hebben vinden ze het vaak net was lastiger om zich te gedragen zoals neurotypische mensen van ze verwachten. Op het gebied van morele regels zijn juist vaak heel 'goed', in de zin dat ze zich vaak strikt aan de regels houden en 'nooit' met opzet iemand kwaad zouden doen. Bij mensen met narcisme, daarentegen, is het precies andersom. Narcisten hebben meestal het idee dat de morele regels niet voor hen gelden: liegen, bedriegen, sjoemelen met geld en vooral het kwetsen van andere mensen is iets wat narcisten zonder blikken of blozen kunnen doen. Op het gebied van omgangsregels kunnen ze juist weer heel 'sociaal' en 'gemakkelijk in de omgang' zijn, hoewel dit ook plotseling om kan slaan wanneer ze zich bedreigd voelen. Zolang ze zich echter niet in hun eigenwaarde aangetast voelen, hebben ze er op zichzelf geen moeite mee.
Poort van hart onvindbaar vs. gesloten
Wanneer mensen met autisme moeite hebben met het uiten van affectief heeft dat meestal als oorzaak dat ze 'niet weten wat ze dan moeten zeggen'. Zij ervaren wel liefde, maar kunnen als het ware 'de poort van hun hart' niet vinden. Ze weten niet hoe ze het naar buiten moeten brengen. Wanneer mensen met narcisme moeite hebben met het uiten van affectie komt dat doordat 'de poort van hun hart' als het ware van binnenuit gesloten is. Daardoor kunnen zij de liefde die ze ervaren alleen nog maar terug draaien naar zichzelf. Vaak hebben ze als kind of als tiener intens van iemand gehouden, maar zijn ze in hun liefde afgewezen of bedrogen.
Overprikkelde woede vs. manipulatieve woede
Bij mensen met autisme is de behoefte waar niet in voorzien wordt vaak een behoefte aan een kalmerende omgeving. Hieronder valt niet alleen de aanwezigheid van stilte, maar bijvoorbeeld ook de aanwezigheid van een omgeving die hetzelfde blijft. Lawaai of verandering kunnen mensen met autisme erg boos maken wanneer het voor hen teveel is om te verwerken. Bij mensen met narcisme is de behoefte waar niet in voorzien wordt vaak een behoefte aan aandacht of controle. Zij kunnen erg boos worden wanneer iemand niet doet wat ze willen. Hun woede is dan ook meer manipulatief, in de zin dat het gericht is op het bewust anderen zover krijgen dat ze iets doen wat ze anders niet zouden doen. Vrouwelijke narcisten zijn zich daarbij vaak ook bewust van de schade die ze met hun onbeheerste woede aanrichten en kunnen anderen daarom bewust op afstand houden. Zij voelen zich een 'monster', met te scherp klauwen, die zich beter maar uit de buurt van gewone mensen kan houden.
Direct vs. indirect zelfbeschadigend gedrag
Het zelfbeschadigende gedrag van mensen met narcisme is vaak indirect, in de zin dat het meer bestaat uit sociaal aangeleerd gedrag (zoals alcohol- of drugsmisbruik) en risicovol gedrag (zoals seksverslaving, onveilig vrijen, bergbeklimmen), waarbij niet alleen zelfhaat maar ook zelfverheerlijking een rol kan spelen. Het zelfbeschadigende gedrag van mensen met autisme daarentegen is vaak meer direct, instinctief en op zichzelf gericht, zoals jezelf snijden of met je hoofd ergens tegen aan bonken.
Bijrol vs. hoofdrol
Recent zijn er een aantal (Netflix) series verschenen met vrouwelijke hoofdpersonages met narcistische trekken, zoals Rita (2012), Don't Trust the B---- in Apartment 23 (2012), Jessica Jones (2015), Love (2016) en Girlboss (2017), waarvan Love het meest realistisch is over de realiteit van het leven met narcisme. Mannelijke hoofdpersonages met narcistische trekken lijken vaker voor te komen in films, zoals Jobs (2013) en War Machine (2017). Vaak zijn dit de verhalen van 'grote mannen', zoals generaals of 'captains of industry'. Wat betreft autisme vervullen personages met autistische trekken vaker een bijrol, zoals Chloe in 24 (2003) en Otto in Second Change (2016), hoewel zij steeds vaker een hoofdrol hebben, zoals Sheldon in The Big Bang Theory (2007), Sam in Atypical (2017) en Shaun in The Good Doctor (2017). Maar ook dan is de vraag in hoeverre het werkelijk het autistische personage of het autisme van het personage is dat het drama draagt. Meestal is dat toch niet echt het geval.