Autisme als extreme split tussen lichaam en geest

Autisme is een extreme versie van de split tussen lichaam en geest, waardoor autisten niet alleen moeite hebben om het lijf, maar ook om de activiteit in het brein te beheersen.

Belang

 
De theorie van autisme als temporo-spatiële verwerkingsstoornis betrekt niet alleen het lijf, maar ook het brein bij de split tussen lichaam en geest. De theorie stelt dat autisme een extreme versie van de split tussen lichaam en geest is, waardoor autisten niet alleen moeite hebben om het lijf te beheersen met de geest, maar ook om het brein te beheersen met de geest.
 

Autismepaspoort

 
Naam theorie Temporospatiele Verwerking Theorie van Autisme
Auteur Bruno Gepner en team
Beroep kinderpsychiater
Instelling Aix-Marseille Université (AMU), Aix-en-Provence
Nationaliteit Frankrijk
Medestanders Geestesblindheid, Executief Functioneren, Centrale Coherentie, Ontlichaming
Tegenstanders geen
 

Stellingen

1
De grondstoornis in autisme bestaat uit een afwijking in het vermogen om informatie afkomstig vanuit meerdere zintuigen tegelijkertijd te verwerken en om hier tijdig op te reageren. De zich opeenstappelende ontwikkelingsafwijkingen in autisme zijn allemaal een opvolging en complicering van een vroege afwijking in de verwerking van informatie over veranderingen in de omgeving.
2
De tijd wordt door autisten beleefd als verzameling van losse momenten, de ruimte als een serie plaatjes zonder onderlinge relaties. Autisten zijn voortdurend aan het puzzelen met losse stukjes die ze aan elkaar moeten zien te krijgen om de tijd en de ruimte als samenhangend geheel te kunnen ervaren.
3
De autistische conditie is een extreme versie van de split tussen lichaam en geest, waarin lichaam en geest relatief onafhankelijk van elkaar functioneren en beperkte wederzijds invloed op elkaar hebben. De autist heeft namelijk niet alleen moeite om het lijf te beheersen met de geest, om intentie te verbinden met beweging, maar ook om het brein te beheersen met de geest. De geest heeft niet alleen gebrekkige controle over somatische activiteiten, maar ook over celebrale activiteiten.
4
Het brein van autisten is onderactief wanneer sterk dynamische informatie (gezichtsexpressie, spraak) verwerkt moet worden en overactief wanneer meer statische informatie (tekst, rustige muziek) verwerkt wordt. Bij dynamische informatie checkt de autist uit, omdat het te snel gaat. Bij statische informatie check hij juist in, omdat dit meer past bij zijn tempo in het hier en nu.
5
Voor autisten veranderd de buitenwereld te snel in een of meer van de zintuiglijke vormen (beeld, geluid, aanraking). Autisten vermijden soms oogcontact, omdat de ogen nooit stil staan. Ze begrijpen of imiteren anderen niet, omdat ze te snel bewegen of spreken. Sommigen hebben er plezier aan om hetzelfde ding steeds weer te doen, omdat dit een time-out geeft van de stress van het steeds moeten 'meekomen met de rest'.

Ontwikkeling

  • 1944Asperger

    De Oostenrijkse kinderarts Hans Asperger stelt dat bij autisten de gezonde "harmonie tussen geest en lichaam" ontbreekt. De relatie met het 'hoofd' is sterk vermeerderd, maar de relatie met het 'lichaam' sterk verminderd.
  • 2006eerste artikel

    In een artikel over autisme als temporo-spatiële verwerking stoornis introduceert Gepner het idee dat autisme een beperking is in het vermogen om gebeurtenissen die ze waarnemen direct te koppelen aan motorische bewegingen en adequate verbale en non-verbale reacties. Met andere woorden, "de wereld gaat en veranderd te snel voor mensen met autisme".
  • 2009tweede artikel

    In het artikel Autism: a world changing too fast for a mis-wired brain? werkt Gepner zijn theorie verder uit.

Auteur

Bruno Gepner (1962) is een Franse kinderpsychiater, die in zijn werk niet alleen gebruik maakt van de resultaten van zijn empirisch onderzoek, maar ook van inzichten die autisten zelf delen met betrekking tot hun eigen functioneren.

Betekenis voor autismevriendelijk Nederland

 
In autismevriendelijk Nederland worden autisten geholpen door een minder snel met dogen te bewegen, minder vaak van expressie te veranderen, langzamer te praten en toenaderingen en omhelzingen langzamer uit te voeren. Daardoor verbetert hun emotionele reactie op fysieke contact, hun begrip van wat anderen zeggen, hun herkenning van emoties, en hun neiging om anderen te imiteren.
 

Comments are closed.