Een eerste probleem dat zich vaak voordoet in systemen met autisme is overbetrokkenheid, een situatie waarin de grenzen tussen de leden van het autistische subsystemen zijn vervaagd of een rigide grens tussen het subsysteem en de buitenwereld wordt gehanteerd. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer een autistisch kind vrijwel uitsluitend met en via de moeder communiceert, wanneer een niet-autistische partner voortdurende op de autistische partner let of wanneer er nauwelijks sprake is van zelfstandigheid van autistische personen binnen een vereniging voor autisme. De beschermende functie wordt dan overdreven sterk uitgeoefend en kan een dominant karakter krijgen, waarbij teveel ongelijksoortige posities ontstaan, zoals verzorger en patiënt of bestuurder en begunstigde.