Ik neem mijn eigen ervaring waar
Ik merk op wat ik in mijn eigen lichaam voel en wat dit gevoel me te zeggen heeft over wat hier-en-nu belangrijk is voor mij. Ik probeer woorden te geven aan de gevoelens en gedachten die de situatie bij me oproept.
Ik identificeer me met mijn eigen ervaring
Ik eigen me mijn gevoelens, wensen en meningen toe als die van mij. 'Ik ben het die dit wil of vindt, niet de ander.'
Ik stel de rechten van mijzelf en de ander vast
Ik stel was wat mijn rechten zijn in deze situatie en wat de rechten van de ander zijn. 'De ander heeft recht om boos te worden, maar ik heb ook recht om fouten te maken.' 'Ik heb het recht om boos te worden, maar de ander heeft ook het recht om respect behandeld te worden; ik heb niet het recht om zo tekeer tegen hem te gaan.'
Ik reageer afhankelijk van de situatie
Ik kies bewust hoe ik, afhankelijk van de situatie, reageer. Ik kies flexibel tussen passief, assertief en agressief gedrag, afhankelijk van de situatie. In geval van nood reageer ik passief (vluchten, bevriezen) of agressief (vechten), maar over het algemeen reageer ik assertief.