Aanraking in behandeling

Westerse behandelaren zijn over het algemeen genomen zeer voorzichtig met affectieve aanraking van patiënten, afgezien van de vraag of de patiënt autisme heeft. Er is echter weinig bewijs voor negatieve effecten van aanraking, zolang behandelaren de professionele richtlijnen maar in acht nemen.

Belang

 
Westerse behandelaren zijn over het algemeen genomen zeer voorzichtig met affectieve aanraking van patiënten, afgezien van de vraag of de patiënt autisme heeft. Er is echter weinig bewijs voor vooronderstelde negatieve effecten van aanraking, zolang behandelaren de professionele richtlijnen maar in acht nemen. Issues met aanraking lijken meer te liggen bij taboes onder behandelaren zelf. Niet aanraken is veel makkelijker en voelt veilig voor hen, terwijl er ruim bewijs is voor de positieve effecten van affectieve aanraking.
 

Waar gaat het over?

 
  • Affectieve aanraking: elke aanraking die door de patiënt wordt opgevat als teken dat de behandelaar de patiënt graag mag en om de patiënt geeft
  • Aanrakingstaboe: impliciet verbod aanraking, zoals de cultuurbepaalde overtuiging dat het ongepast is voor mannen om andere mannen affectief aan te raken of dat het ongepast is voor behandelaren om hun patiënten affectief aan te raken
  • Gepaste aanraking: vormen van aanraking waarvan algemeen wordt aangenomen dat ze toegestaan zijn in de behandelrelatie, bijvoorbeeld omdat ze onderdeel vormen van de manier van begroeten in een bepaalde cultuur, zoals elkaar een hand geven
  • Ongepaste aanraking: vormen van aanraking die over het algemeen als ongepast worden gezien binnen de behandelrelatie, zoals seksuele en agressieve aanraking
  • Ambigue aanraking: vormen van aanraking waarbij het afhankelijk van leeftijd, geslacht of duur van de relatie is of de aanraking gepast is of niet, zoals een knuffel in een behandelrelatie
  • Therapeutische aanraking: aanraking door een therapeut, met als bedoeling schade te voorkomen, herstel te bevorderen of herstel te vieren
  • Bedwingende aanraking: aanraking met als doel om zelfbeschadigend gedrag te stoppen
  • Aardende aanraking: aanraking met als doel om de patiënt te helpen om het bewustzijn van het eigen lichaam te vergroten, zoals de handen of voeten vasthouden of een hand in de rug leggen
  • Troostende aanraking: aanraking als vorm van non-verbale steun, zoals de handen vasthouden of een hand op de arm leggen
  • Technische aanraking: aanraking als onderdeel van het uitvoeren van een bepaalde techniek, zoals een massage door een massagetherapeut of het onderzoeken van een plek op het lichaam door een arts of fysiotherapeut
  • Feestelijke aanraking: aanraking als uiting van vreugde, bijvoorbeeld een high-five geven nadat de patiënt vertelt heeft dat een moeilijke opdracht gelukt is
 

Hoe vaak komt het voor?

90%

van de psychologen raakt hun patiënten zelden of nooit aan tijdens de sessie; mannelijke psychologen doen dit (niet aanraken) vaker dan vrouwelijke psychologen

70%

van de psychodynamische therapeuten meent dat affectieve aanraking zelden of nooit helpend is voor patiënten

60%

van de therapeuten is bang dat affectieve aanrakingen verkeerd begrepen worden door hun patïent, mannelijke therapeuten iets vaker dan vrouwelijke

40%

van de behandelaren heeft nooit enige training of supervisie gehad in het gebruik van aanraking in de behandeling en heeft geen duidelijk idee over het nut ervan

40%

van de aanrakende behandelaren heeft niet de gewoonte om de patiënt toestemming te vragen voor aanraking

50%

van de aanrakende behandelaren geeft geen uitleg aan patiënten wanneer ze hen aanraken

35%

van de aanrakende psychologen maakt regelmatig gebruik van troostende aanraking

5%

van de aanrakende psychologen maakt regelmatig gebruik van aardende aanraking

95%

van de patienten ervaart affectieve aanraking door hun behandelaar als positief, vrouwen vaker dan mannen

70%

van de patiënten met een geschiedenis van misbruik of verwaarlozing geeft aan dat werken met aanraking hen helpt in het stellen van grenzen en uiten van behoeften

75%

van de vrouwelijke en 50% van de mannelijke patiënten ervaart door aanraking dat de therapeut echt om hem of haar geeft

23%

van de vrouwelijke en 11% van de mannelijke patiënten voelt zich gesterkt, getroost of gerustgesteld door aanraking

Voordelen van het ontvangen van affectieve aanraking

Positieve emoties


Affectieve aanraking ontvangen door een behandelaar wekt positieve emoties op, met name wanneer patiënt en behandelaar vrouwelijk zijn of wanneer patiënt en behandelaar van het tegenovergestelde geslacht zijn; het minst wanneer zowel behandelaar als patiënt man zijn

Prosociale signalering


Affectieve aanraking ontvangen geeft niet alleen een positief gevoel, maar produceert ook automatische bepaalde positieve sociale signalen, zoals de glimlach en de wenkbrauwwimpel

Zelfonthulling


Affectieve aanraking ontvangen bevordert het geven van informatie over jezelf; patiënten onthullen meer informatie over zichzelf aan een behandelaar wanneer hun behandelaar hen tijdens het intakegesprek meerdere keren kort op de voorarm en hand aanraakt

Nabijheid


Affectieve aanraking ontvangen communiceert de boodschap dat de behandelaar de patiënt nabij staat; patiënten beoordelen therapeutische relaties als intiemer wanneer ze aangeraakt worden dan wanneer ze niet aangeraakt worden

Sociale insluiting


Affectieve aanraking ontvangen communiceert dat je 'erbij hoort' en activeert bij patiënten eerdere herinneringen aan 'erbij horen'

Veiligheid en vertrouwen


Affectieve aanraking ontvangen bevordert bij patiënten een gevoel van veiligheid en vertrouwen in de informatie afkomstig van de behandelaar

Ontspanning


Affectieve aanraking ontvangen vermindert negatieve stressreacties bij patiënten, met name wanneer de band met de behandelaar goed is

Emotieregulatie


Affectieve aanraking ontvangen bevordert de hartslagvariabiliteit, waarmee het vermogen om emoties effectief te reguleren toeneemt

Naleving


Affectieve aanraking ontvangen bevordert naleving; patiënten volgen de instructies van behandelaren vaker op wanneer de behandelaar de patiënt kort op de voorarm aanraakt bij het geven van de instructie, maar alleen wanneer de instructie of het verzoek niet te veeleisend is

Uitdagingen aangaan


Affectieve aanraking ontvangen bevordert bij patiënten de overtuiging dat er steun voor hen beschikbaar is, waardoor zelfstandig handelen (bijv. in de praktijk oefenen) en het durven aangaan van mogelijk stressvolle gebeurtenissen (bijv. exposure oefeningen) bevorderd worden

Ervaringen van autistische volwassenen

Laatst ging ik helemaal stuk tijdens een sessie. Ik geloof dat ik wel tien minuten alleen maar heb zitten huilen. En mijn therapeut - die ik verder prima vond - zat daar maar bewegingsloos tegenover me te zitten. Ik heb me niet vaak zo alleen gevoeld.
Ik heb er een hekel aan om aangeraakt te worden. Ik zou een therapeut me nooit fysiek aan laten raken.
Fysiek contact gaf mij altijd een erg ongemakkelijk gevoel. Ik deinsde terug wanneer ik aangeraakt werd, waardoor meisjes met wie ik uitging zich beledigd voelden of het gevoel kregen dat ik ze niet mocht. Om me gemakkelijker te voelen bij aanrakingen, ben ik naar een therapeut geweest die me hierbij geholpen heeft.
Aangeraakt worden is okay voor mij, zolang ze [behandelaren] maar mijn toestemming hebben. Als ze het eerst vragen, geef ik meestal wel toestemming, omdat ik het waardeer dat ze mijn grenzen respecteren, hoewel ik soms ook weiger. Ik probeer dan kort uit te leggen waarom.
De aanraking was onverwacht. Ik schrok er van.
Ik haat het over het algemeen om aangeraakt te worden. Het maakt me angstig en kan voor een paniekaanval zorgen, zoals laatst bij de tandarts. Alleen mijn ouders en mijn therapeut mogen mij aanraken, maar alleen wanneer ik het wil. Soms vraag ik mijn therapeut aan het einde van de sessie om een knuffel, omdat het me helpt om weer rustig te worden.

Ervaringen van behandelaren

Ik weet nooit wanneer ik een patiënt wel of niet aan moet raken, zeker bij patiënten met autisme. Waar aanraken, op welke manier, hoe lang? Daarom is het makkelijker om niet aan te raken.
Er heerst een soort taboe op aanraking en daarom ben ik er voorzichtig mee. Cliënten met autisme kunnen zich er ook erg onprettig bij voelen, wat nog meer reden is om het niet te doen.
Eerder baseerde ik mijn oordeel vooral op de vraag waar ik me zelf comfortabel bij zou voelen. Maar bij cliënten met autisme werkt die benadering niet goed, kwam ik al snel achter. Ik ben nu meer gewend om cliënten te vragen naar hun voorkeur of behoefte, zowel bij aanraking als bij andere onderwerpen. Veel dingen die ingewikkeld lijken, worden een stuk minder complex als je er gewoon over praat met je cliënt.
Wanneer je patiënten nooit aanraakt hoef je niet bang te zijn dat ze zich ongemakkelijk voelen door je aanraking. Ik praat met hen, maar niet meer dan dat. Ik denkt dat dit mij een veilig gevoelig geeft.
Ons beroep is verbaal. We praten met patiënten. Het is ook niet nodig om ze aan te raken om affectie over te brengen.
In de handboeken die ik gebruik worden geen richtlijnen gegeven voor het gebruik van aanraking, omdat het geen onderdeel vormt van de behandelmethode. En omdat wij protocollair werken volg ik het handboek en doe ik het dus ook niet.

Betekenis voor autismevriendelijk Nederland

 
In autismevriendelijk Nederland wordt het aanraken van patiënten met autisme niet uitsluitend benaderd als een technische handeling, maar als een ingreep waarvoor toestemming gevraagd dient te worden. Er is niet alleen aandacht voor het voorkomen van negatieve effecten door ongepaste of onaangename aanrakingen, maar ook voor het bevorderen van positieve effecten door therapeutische aanrakingen. Behandelaren vragen patiënten met autisme naar hun voorkeuren en gevoeligheden met betrekking tot aanraking, verkrijgen hun toestemming voordat ze hen aanraken, leggen uit wat de reden van de aanraking is en onderzoeken of de aanraking verdraagbaar en/of helpend is geweeest voor de patiënt.
 

Comments are closed.