Westerse behandelaren zijn over het algemeen genomen zeer voorzichtig met affectieve aanraking van patiënten, afgezien van de vraag of de patiënt autisme heeft. Er is echter weinig bewijs voor negatieve effecten van aanraking, zolang behandelaren de professionele richtlijnen maar in acht nemen.
van de psychologen raakt hun patiënten zelden of nooit aan tijdens de sessie; mannelijke psychologen doen dit (niet aanraken) vaker dan vrouwelijke psychologen
van de psychodynamische therapeuten meent dat affectieve aanraking zelden of nooit helpend is voor patiënten
van de therapeuten is bang dat affectieve aanrakingen verkeerd begrepen worden door hun patïent, mannelijke therapeuten iets vaker dan vrouwelijke
van de behandelaren heeft nooit enige training of supervisie gehad in het gebruik van aanraking in de behandeling en heeft geen duidelijk idee over het nut ervan
van de aanrakende behandelaren heeft niet de gewoonte om de patiënt toestemming te vragen voor aanraking
van de aanrakende behandelaren geeft geen uitleg aan patiënten wanneer ze hen aanraken
van de aanrakende psychologen maakt regelmatig gebruik van troostende aanraking
van de aanrakende psychologen maakt regelmatig gebruik van aardende aanraking
van de patienten ervaart affectieve aanraking door hun behandelaar als positief, vrouwen vaker dan mannen
van de patiënten met een geschiedenis van misbruik of verwaarlozing geeft aan dat werken met aanraking hen helpt in het stellen van grenzen en uiten van behoeften
van de vrouwelijke en 50% van de mannelijke patiënten ervaart door aanraking dat de therapeut echt om hem of haar geeft
van de vrouwelijke en 11% van de mannelijke patiënten voelt zich gesterkt, getroost of gerustgesteld door aanraking
Laatst ging ik helemaal stuk tijdens een sessie. Ik geloof dat ik wel tien minuten alleen maar heb zitten huilen. En mijn therapeut - die ik verder prima vond - zat daar maar bewegingsloos tegenover me te zitten. Ik heb me niet vaak zo alleen gevoeld.
Ik heb er een hekel aan om aangeraakt te worden. Ik zou een therapeut me nooit fysiek aan laten raken.
Fysiek contact gaf mij altijd een erg ongemakkelijk gevoel. Ik deinsde terug wanneer ik aangeraakt werd, waardoor meisjes met wie ik uitging zich beledigd voelden of het gevoel kregen dat ik ze niet mocht. Om me gemakkelijker te voelen bij aanrakingen, ben ik naar een therapeut geweest die me hierbij geholpen heeft.
Aangeraakt worden is okay voor mij, zolang ze [behandelaren] maar mijn toestemming hebben. Als ze het eerst vragen, geef ik meestal wel toestemming, omdat ik het waardeer dat ze mijn grenzen respecteren, hoewel ik soms ook weiger. Ik probeer dan kort uit te leggen waarom.
De aanraking was onverwacht. Ik schrok er van.
Ik haat het over het algemeen om aangeraakt te worden. Het maakt me angstig en kan voor een paniekaanval zorgen, zoals laatst bij de tandarts. Alleen mijn ouders en mijn therapeut mogen mij aanraken, maar alleen wanneer ik het wil. Soms vraag ik mijn therapeut aan het einde van de sessie om een knuffel, omdat het me helpt om weer rustig te worden.
Ik weet nooit wanneer ik een patiënt wel of niet aan moet raken, zeker bij patiënten met autisme. Waar aanraken, op welke manier, hoe lang? Daarom is het makkelijker om niet aan te raken.
Er heerst een soort taboe op aanraking en daarom ben ik er voorzichtig mee. Cliënten met autisme kunnen zich er ook erg onprettig bij voelen, wat nog meer reden is om het niet te doen.
Eerder baseerde ik mijn oordeel vooral op de vraag waar ik me zelf comfortabel bij zou voelen. Maar bij cliënten met autisme werkt die benadering niet goed, kwam ik al snel achter. Ik ben nu meer gewend om cliënten te vragen naar hun voorkeur of behoefte, zowel bij aanraking als bij andere onderwerpen. Veel dingen die ingewikkeld lijken, worden een stuk minder complex als je er gewoon over praat met je cliënt.
Wanneer je patiënten nooit aanraakt hoef je niet bang te zijn dat ze zich ongemakkelijk voelen door je aanraking. Ik praat met hen, maar niet meer dan dat. Ik denkt dat dit mij een veilig gevoelig geeft.
Ons beroep is verbaal. We praten met patiënten. Het is ook niet nodig om ze aan te raken om affectie over te brengen.
In de handboeken die ik gebruik worden geen richtlijnen gegeven voor het gebruik van aanraking, omdat het geen onderdeel vormt van de behandelmethode. En omdat wij protocollair werken volg ik het handboek en doe ik het dus ook niet.